Inhoud
Middeleeuwen 2
Renaissance 2
Barok 3
18de eeuw 4
Neoclassicisme 4
Romantiek 5
Realisme 5
Impressionisme 6
Post impressionisme 6
Art nouveau 6
Moderne kunst (algemeen) 6
Expressionisme 7
Kubisme 7
Futurisme 7
Suprematisme en Constructivisme 7
De Stijl 8
Bauhaus 8
Dadaïsme 8
Surrealisme 8
Kunst en de staat 9
Cobra 9
Abstract expressionisme 9
POP art 10
Nouveau Realisme 10
Conceptuele kunst 10
Minimal Art 10
Performance art 11
Landart 11
Postmodernisme 11
Architectuur 1750-1900 12
Architectuur 1900-heden 12
Beeldaspecten 14
Afbeelding termen architectuur 15
,Middeleeuwen
Romaanse kunst 900 tot 1150 n. Chr.
• Geen realistische ruimtesuggestie
• Kunst is verhalend, toont bijbel verhalen
• Geen correcte verhoudingen in lichaamsbouw
• Overbrengen van boodschap met kunst stond centraal (veel ongeletterde mensen)
• Heel erg expressief
• Invloed van klassieken (toga’s), byzantijnse kunst (figuren en symmetrie) en Insulaire &
Angelsaksische kunst (fabeldieren, vlechtmotieven)
• Beeldhouwkunst: reliëfs, rijkversierde portalen en kapitelen.
• Schilderkunst: lineair, felle kleuren, versiering en vlakvulling
• Architectuur: voornamelijk kerken bewaard gebleven, meestal romeinse basilica-vorm (later
wordt de kerken kruisvormig), dikke muren kleine vensters, rondbogen
Gotiek 1100 tot 1400
Architectuur
• Steunberen, luchtbogen, spitsbogen en kruisribgewelven
• Hoogbouw
• Verticaal
• Extra verticaal gevoel door bundel pijlers en uitgerekte beelden
• Veel ramen en licht (roosraam)
• Skeletbouw (omdat ramen niet dragend zijn)
Schilderkunst
• Verticaliteit, net zoals in de architectuur
• Overgang naar meer verfijnde beeldtaal, dus meer plooival, schaduwwerking, overlapping,
afsnijding, realistischere mensen met betere verhoudingen en emoties
• Gevoelsperspectief toegepast, dus geen vlakke achtergronden meer
• Belangrijke figuren groter afgebeeld
• Vaak kader in de vorm van spitsboog met typische gotische versieringen
• Onderwerp nog steeds religieus, met nog steeds een verhalende functie in de kunst
• Altaarstukken bleven in romaanse stijl
• Miniatuurschilderkunst (stadsgezichten & dagelijks leven)
Renaissance
Renaissance 1400 tot 1530
Noorden
• Atmosferisch perspectief
• Perfecte stofuitdrukking en plasticiteit
• Driekwarts portretten
• Ongekend naturalisme (evt. d.m.v. spiegels en lenzen)
• Perfecte olieverf technieken
• Gevoelsperspectief
• Glaceren met transparante lagen voor kleurdiepte en geleidelijke toonovergangen
• Stadsgezichten in werk
Zuiden
• Lijnperspectief
• Natuurgetrouwe anatomie en verhoudingen
• Verkort (scorzi)
, • Symmetrie, harmonie, rust
• Bijbelse en klassieke onderwerpen
• Egale en heldere belichting / heldere kleuren
• Centraal perspectief
• Natuurlijke
• Plooival
• Driehoeks compositie met horizontale basis
• Figuren staan los van elkaar; lineair van opzet
• Beelden weer vrijstaand zoals bij klassieken
• Ruiterstandbeeld populair (beeld van machthebbers)
• Naakten met geïdealiseerd anatomie
• Grote beelden van marmer of brons (soms hout)
Architectuur
• Ideale proporties
• Gulden snede, harmonische vormentaal
• Verdeling op basis van vierkanten en cirkels; schilderijen in kaders
• Regels over uiterlijk, dus: sober, streng, weinig versiering, symmetrisch
• Egale muurvlakken
• Witte en grijze tinten
• Klassieke elementen
• Rondbogen, koepels, zuilen, frontons (timpaan)
Maniërisme 1530 tot 1600
• Onnatuurlijke karakter
• Onnatuurlijk lichaamshoudingen
• Tempelfaçade klassieke elementen door eigenstijl gecombineerd
• Als versiering zuilen, timpanen, architraven, kapitelen niet als dragers
• Veel mythologie en religieuze onderwerpen.
• Theatrale lichtval
• Onnatuurlijke kleuren
• Spanning en instabiliteit in compositie
• Vertekeningen (vervormd beeld)
• Beelden waren interessant van alle kanten
• Figura serpentinata; slang/spiraal houding
• Architectuur: klassieke elementen in een onlogische samenhang
Barok
Barok 1600 tot 1700
Zuiden / contrareformatie
• Totaalkunst (in kerken); architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst vloeien over in elkaar
• Veel kostbare materialen; zilver, goud en marmer
• Felgekleurde stenen (interieur) met veel versieringen
• Spannende en dynamische uitstraling
• Asymmetrische, ovale, sierlijk gebogen, kronkelende en grillige vormen
• Speels gebruik van klassieke elementen
• Concave en convexe vormen
• Theatraal, clair-obscur, dramatische composities, emotionele gezichtsuitdrukkingen en
ingewikkelde mensen massa’s
• Overdadig en hemelse stroming
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ZitaG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.