Samenvatting van Hoofdstuk 12 van het boek Hematologie van Hoffmann met ISBN . Hoofdstuk 12 geeft informatie over de morfologische afwijkingen van de rode bloedcellen. Er wordt onderscheid gemaakt in afwijkingen in grootte, kleur, vorm en door insluitsels in erytrocyten.
Hoofdstuk
12
–
Morfologische
afwijkingen
van
erytrocyten
In
talloze
omstandigheden
kan
de
vorm
van
een
erytrocyt
afwijken
van
de
normale
biconcave
vorm
en
ook
afwijkingen
in
grootte
en
vulling
met
hemoglobine
komen
vaak
voor.
Omdat
deze
morfologische
afwijkingen
meestal
gepaard
gaan
met
anemie
en
de
oorzaak
van
de
anemie
vaak
samenhangt
met
het
type
afwijking,
is
beoordeling
van
de
morfologie
van
erytrocyten
een
belangrijk
hulpmiddel
voor
de
diagnostiek.
Afwijkingen
in
grootte
Microplanie
beschrijft
de
aanwezigheid
van
veel
erytrocyten
met
een
kleiner
zichtbaar
oppervlak
dan
normaal.
Microplane
erytrocyten
hebben
een
diameter
<7μm
en
ze
zijn
kenmerkend
voor
een
verminderde
Hb-‐synthese
zoals
bij
ijzergebrek
of
chronische
ziekten
en
bij
thalassemie
en
hemoglobinopathie.
De
aanwezigheid
van
een
toegenomen
aantal
erytrocyten
met
een
verhoogde
diameter
(>8
μm)
wordt
macroplanie
genoemd.
Macroplanie
duidt
op
aanwezigheid
van
reticulocyten
of
erytrocyten
die
een
abnormale
rijping
hebben
ondergaan.
Macroplane
erytrocyten
worden
gezien
bij
megaloblastaire
anemie,
alcoholmisbruik
en
bij
sommige
leverziekten
en
verder
in
alle
gevallen
waarin
de
activiteit
van
de
erytropoïese
verhoogd
is
en
er
meer
reticulocyten
in
bloed
circuleren
dan
normaal.
Wanneer
de
erytrocyten
sterk
in
grootte
verschillen,
spreekt
men
van
anisoplanie.
Deze
term
zegt
nog
niet
of
de
afwijkende
erytrocyten
microplaan
of
macroplaan
zijn.
Het
verdient
daarom
de
voorkeur,
te
rapporteren
welke
specifieke
afwijking
in
grootte
aanwezig
is.
Men
moet
zich
realiseren
dat
men
in
een
uitstreekpreparaat
een
beoordeling
uitvoert
in
het
platte
vlak
(tweedimensionaal).
Dit
houdt
in
dat
alleen
het
oppervlak
(de
diameter)
van
een
cel
beoordeel
kan
worden
en
niet
zijn
inhoud,
omdat
hiervoor
informatie
uit
de
ontbrekende
derde
dimensie
(de
dikte)
noodzakelijk
is.
De
term
–cytose
wordt
alleen
nog
maar
gebruikt
wanneer
er
een
echte
volumemeting
heeft
plaatsgevonden
in
een
celteller.
Omdat
microplanie
en
microcytose
vrijwel
altijd
gelijktijdig
voorkomen
en
iedere
moderne
celteller
het
aantal
micro-‐
en
macrocytaire
erytrocyten
zeer
nauwkeurig
en
objectief
kan
bepalen,
bestaat
er
eigenlijk
geen
behoefte
meer
aan
de
microscopische
beoordeling
van
grootte-‐afwijkingen.
Afwijkingen
in
kleur
Erytrocyten
die
minder
dan
de
normale
hoeveelheid
Hb
bevatten,
worden
hypochromatisch
genoemd.
Hypochromatische
erytrocyten
zijn
in
de
microscoop
herkenbaar
doordat
de
centrale
opheldering
(de
del)
veel
groter
is
dan
normaal
en
er
alleen
aan
de
rand
van
de
cel
hemoglobine
zichtbaar
is.
Deze
cellen
worden
ook
wel
annulocyten
(ringcellen)
genoemd.
Ze
worden
gezien
bij
alle
vormen
van
anemie
die
veroorzaakt
worden
door
verminderde
synthese
van
hemoglobine.
Hypochromatische
erytrocyten
gaan
altijd
gepaard
met
een
verlaging
van
de
MCHC
en/of
MCH.
Wanneer
een
hemoglobinedistributiecurve
wordt
gemaakt,
verschijnen
hypochromatische
erytrocyten
aan
de
linkerzijde
van
de
piek.
Bij
enkele
aandoeningen
lijken
erytrocyten
een
verhoogde
Hb-‐concentratie
te
hebben.
De
centrale
del
is
niet
zichtbaar
en
de
erytrocyt
is
donkerder
gekleurd
dan
normaal.
In
zulke
gevallen
heeft
men
te
maken
met
kogelcellen
(meestal
sferocyten
genoemd);
deze
erytrocyten
hebben
hun
biconcave
vorm
verloren
en
hebben
de
vorm
van
een
bol
aangenomen.
, Hoewel
de
term
Hyperchromasie
hier
van
toepassing
is,
wordt
deze
zelden
gebruikt.
sferocyten
komen
voor
bij
een
erfelijke
aandoening
van
de
erytrocytenmembraan
en
bij
gevallen
van
immunologisch
veroorzaakte
hemolyse.
Wanneer
oud
bloed
wordt
gebruikt
bij
transfusie,
kunnen
bij
de
ontvanger
ook
sferocyten
worden
waargenomen.
Onrijpere
erytrocyten
vallen
op,
omdat
ze
door
aanwezigheid
van
RNA
basofieler
zijn
dan
rijpe
erytrocyten
en
bovendien
macroplaan.
Het
voorkomen
van
zulke
grijsblauwe
erytrocyten
naast
normale
erytrocyten
wordt
aangegeven
met
de
term
polychromasie.
Het
verschijnsel
komt
voor
in
alle
gevallen
van
anemie,
waarbij
het
aantal
reticulocyten
verhoogd
is.
Wanneer
de
variatie
in
kleurintensiteit
van
erytrocyten
groter
is
dan
normaal,
spreekt
men
van
anisochromasie.
Het
is
weinig
zinvol
de
term
te
gebruiken
als
men
de
afwijkende
erytrocyten
die
aanleiding
geven
tot
zo’n
beeld,
specifiek
benoemt,
bijvoorbeeld
hypochromasie
of
kogelcellen.
Afwijkingen
in
vorm
Elliptocyten
zijn
erytrocyten
die
een
langgerekte,
ellipsvorm
hebben.
De
afwijkende
vorm
van
zulke
erytrocyten
is
het
gevolg
van
veranderingen
in
een
of
meer
eiwitten
van
het
cytoskelet.
Dit
kan
zowel
erfelijk
als
verworven
zijn.
De
verworven
vorm
is
onderdeel
van
het
myelodysplastische
syndroom
en
kan
ook
voorkomen
bij
ernstige
megablastaire
anemie.
Vroeger
werden
deze
erytrocyten
ook
wel
ovalocyten
(eivormige
erytrocyten)
genoemd,
maar
omdat
de
beoordeling
slechts
tweedimensionaal
is,
wordt
de
voorkeur
gegeven
aan
elliptocyten.
Sikkkelcellen
zijn
sikkelcelvormige
erytrocyten
met
onregelmatige,
scherpe
uitsteeksels.
Sikkelcellen
zijn
kenmerkend
voor
de
aanwezigheid
van
sikkelcelhemoglobine,
een
erfelijke
variant
van
het
normale
Hb.
Sikkelcellen
ontstaan
doordat
het
afwijkende
sikkelcelhemoglobine
(HbS)
bij
lage
zuurstofspanning
polymeriseert
en
neerslaat
in
de
erytrocyt;
tijdens
dit
proces
wordt
de
erytrocyt
als
het
ware
uitgerekt
door
het
gepolymeriseerde
HbS.
Wanneer
de
DNA
synthese
in
de
erytropoïese
gestoord
is,
zoals
bij
megaloblastaire
anemie,
dan
kunnen
zeer
grote
ovale
erytrocyten
ontstaan.
Deze
cellen,
die
een
diameter
hebben
van
9-‐12μm,
worden
megalocyten
genoemd.
De
kernhoudende
voorlopers
van
megalocyten
heten
megaloblasten,
maar
zulke
cellen
worden
alleen
in
beenmerg
aangetroffen.
schietschijfcellen
(‘target’-‐cellen)
zijn
erytrocyten
die
behalve
aan
de
rand
ook
centraal
gevild
zijn
met
hemoglobine.
De
normale
biconcave
vorm
is
veranderd
doordat
deze
cellen
ten
opzichte
van
hun
oppervlak
een
kleine
inhoud
hebben.
Schietschijfcellen
komen
voor
bij
afwijkingen
in
de
globinesynthese
en
bij
aandoeningen
van
de
lever
en
de
milt.
Bij
gestoorde
globine-‐aanmaak
zijn
schietschijfcellen
microcytair
en
bij
leveraandoeningen
macrocytaire
schietschijfcellen
voorkomen
als
uiting
van
veranderingen
in
de
samenstelling
van
de
membraanlipiden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aBoer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.