100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting H3 Overal Natuurkunde VWO 4 $5.88
Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting H3 Overal Natuurkunde VWO 4

 3 views  2 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 3 van het boek ''Overal Natuurkunde VWO 4''. Ik werk in mijn samenvattingen met dikgedrukte woorden en bulletpoints zodat de termen en betekenissen makkelijk te leren en herkennen zijn :)

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3
  • August 21, 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
lNatuurkunde hoofdstuk 3
3.1 soorten krachten
Gevolgen van een kracht
Je kan een kracht niet zien, wel de gevolgen ervan:
 Vervorming
 Snelheid veranderen van grootte
 Snelheid veranderen van richting
Krachten tekenen
 De grootheid kracht is een vectorgrootheid of vector
 Een vector heeft een grootte en een richting (daarom kan je het
weergeven met een pijl, want die heeft ook een grootte en een
richting)
 Krachten hebben naast een richting ook een aangrijpingspunt
 Regels voor het tekenen van krachten
 De pijl begint in het aangrijpingspunt van de kracht
 De pijl wijst in de richting waarin de kracht werkt
 Hoe groter de kracht, hoe langer de pijl
 Je tekent krachten vaak op schaal
 hiervoor moet je ook de krachtenschaal aangeven (die geeft aan
hoe groot de kracht is die je weergeeft met een pijl van één cm)
o als je de krachtenschaal kent, kun je de krachten opmeten en
de grootte berekenen
zwaartekracht en normaalkracht
 zwaartekracht: de kracht waarmee de aarde aan een voorwerp trekt
 zwaartepunt is in het midden van het voorwerp
 de richting is recht naar beneden naar het middelpunt van de aarde
 grootte van de kracht hangt af van de massa (hoe groter de massa,
hoe groter de zwaartekracht)
 formule zwaartekracht: Fz = m x g
 Fz is de zwaartekracht in Newton (N)
 m is de massa in kilogram (kg)
 g is de valversnelling in meter per seconde kwadraat (m/s 2 = N/kg)
 normaalkracht: de kracht die een ondergrond op een voorwerp uitoefent
 de kracht is gelijk aan de zwaartekracht
 staat loodrecht op de ondergrond

, veerkracht en spankracht
 veerkracht: de kracht die de uitgerekte veer op een voorwerp uitoefent
 hoe groter de massa van het voorwerp, hoe verder de veer uitrekt
en hoe groter de tegengestelde veerkracht
 veerkracht is gelijk aan de zwaartekracht maar dan in de
tegengestelde richting
 als een voorwerp aan een veer stil hangt, is de veerkracht even
groot als de zwaartekracht
 formule voor de veerkracht: Fv = C x u
 Fv = de veerkracht in Newton (N)
 C = de veerconstante in newton per meter (N/m)
 U = de uitrekking in meter (m)
 Veerkracht is recht evenredig met de uitrekking van de veer, de
veerconstante geeft de stugheid van de veer aan. Hoe groter C, hoe
stugger de veer, dus hoe meer kracht je nodig hebt om de veer over een
bepaalde afstand uit te trekken.


 Hang je een voorwerp aan een draad, dan oefent het draad een
spankracht Fspan uit
 De spankracht van de draad moet even groot zijn als F z
 De spankracht werkt naar boven zodat het voorwerp niet naar
beneden valt
 Hoe groter de kracht op de draad, hoe verder de draad uitrekt en
hoe groter de spankracht (richting van de spankracht is langs de
draad)
Spierkracht en weerstandskrachten
 Spierkracht: kracht die je gebruikt om een voorwerp te verplaatsen
 Schuifwrijvingskracht: de kracht die de spierkracht tegenwerkt
 Hoe groter de spierkracht, hoe groter de schuifwrijvingskracht
 De maximale schuifwrijvingskracht is Fw,s,max (wanneer je spierkracht
groter is dan deze kracht komt het voorwerp in beweging)
 Het is afhankelijk van:
1. De ruwheid van beide oppervakken, symbool f
2. Hoe hard het voorwerp op de ondergrond drukt
(normaalkracht)
 Fw,s,max = f x Fn
o Fw,s,max = maximale schuifwrijvingskracht in newton (N)
o F = wrijvingscoëfficiënt (zonder eenheid)
o Fn = normaalkracht in newton (N)
 Rolweerstandskracht: de kracht die afhankelijk is van de indeuking van
banden en ondergrond (hoe minder de banden en/of de ondergrond
indeuken, hoe kleiner de rolweerstandskracht)
 Schuif- en rolwrijvingskracht zijn niet afhankelijk van de snelheid
 Luchtweerstandskracht: kracht die de lucht terug duwt
 Hoe kleiner de oppervlakte, hoe kleiner de luchtweerstand
 Een gunstige stroomlijn geeft minder luchtweerstand

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Faevisser. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added