Hoofdstuk 2 ethiek
2.1 Wat is ethiek?
2.1.1 ethiek en moraal
ethiek probeert erachter te komen wat we moeten doen, wat de moraal
van ons verlangt
moraal: de waarden en normen die belangrijk zijn voor ons leven
o waarden: zaken waarvan we het goed vinden dat we bestaan
o normen: gedragsregels die van de waarden zijn afgeleid, ze
vertellen wat we moeten doen om de waarden te realiseren
2.1.2 normen zijn bindend
morele normen worden vaak niet afgesproken, er is meer sprake van een
verwachtingspatroon: zoiets doe je elkaar niet aan, en dat weet je van
elkaar
zulke verwachtingen hebben een normatief karakter: je ziet hoe
bindend deze zijn als ze worden overtreden (dan maken mensen
elkaar allemaal verwijten)
er zijn ook niet normatieve verwachtingen, je kan dan dus (eigenlijk) geen
verwijt maken op andere personen
waarden en normen die belangrijk zijn in ons leven maken een deel uit van
de moraal, wanneer ze betrekkingen hebben op de gerechtvaardigde
verwachtingen die mensen in het maatschappelijke verkeer onderling
koesteren
bij moraal gaat het vooral om normatieve randvoorwaarden voor onze
omgang met elkaar
bij morele kwesties gaat het om wederzijdse verwachtingen; de moraal is
geen individuele aangelegenheid
de moraal biedt een grote vrijheidsruimte bij veel van onze
(levens)beslissingen
van moraal is pas sprake wanneer er gerechtvaardigde wederzijdse
verwachtingen in het spel zijn van normatieve aard, die in het geval van
overtreding aanleiding geven tot verwijten
2.1.3 normen zijn niet overal en altijd hetzelfde
veel normen zijn plaats- en tijdgebonden
geldt ook voor juridische normen, we kunnen proberen te
achterhalen aan welke universele maatstaven lokale normen dienen
te beantwoorden
het is niet gemakkelijk om precies te bepalen wat de wijsgerige ethiek
beoogt
, 2.2 consequentialisme
2.2.1 handelingen en gevolgen
mensen mogen redelijkerwijs van elkaar verwachten dat ze bij hun
handelen de gerechtvaardigde verwachtingen van anderen respecteren
consequentialisme: je let in het bijzonder op de gevolgen de je handelen
heeft voor anderen (consequentia = latijn voor gevolg)
belangrijke vorm van consequentialisme = utilisme door Jeremy
Bentham en John Stuart Mill
o utilisme = een leer die van oordeel is dat al ons handelen
van nut moet zijn voor betrokkenen (utilis = latijn voor nuttig)
o een voorbeeld van het consequetialistische ethiek: het type
ethiek dat het moreel ‘juiste’ definieert als datgene wat
gevolg heeft dat het ‘goede’ of ‘waardevolle’ toeneemt
o Bentham 1789: in ‘An introduction to the principles of morals
and legislation’ beschreef hij het utilisme als: onder het
beginsel van utiliteit wordt dat beginsel verstaan dat
willekeurig welke daad goed- of afkeurt, naargelang zij de
tendens lijkt te hebben om het geluk te vergroten of te
verkleinen van degenen van wie het belang erbij in het spel is
o Het grootste geluk bevorderen door vaak anderen hulp en
bijstand te verlenen
o Utilist bevordert het grootste geluk van het grootste aantal
(het gaat dus niet alleen om mensen, maar ook om dieren)
2.2.2 de grondleggers van het utilisme: Bentham en Mill
Bentham en Mill dachten niet over alles hetzelfde
Bentham legt geluk hedonistisch uit: geluk bestaat uit ervaringen
en genot (hèdonè = grieks voor genot)
Mill vond de kwaliteit van je ervaringen ook van belang
o 1861 in Utilitarianism: ‘Het is beter om een ontevreden
menselijk wezen te zijn dan een tevreden zwijn’/’beter om
een ontevreden Socrates te zijn dan een tevreden dwaas’
o We waarderen ervaringen van genot vanuit onze
levensprojecten
Een consequentialistische strekking is slechts zijdelings geïnteresseerd in
motieven en intenties naar hun gevolgen voor het handelen
Het utilisme heeft een eudaemonische strekking: het beschouwt als goed
en waardevol wat mensen gelukkig maakt, en dat is ook de enige waarde
die telt
het wil geluk maximaliseren: het stelt de handelingen verplicht die
het meeste geluk teweegbrengen
het is universalistisch en onpartijdig: het wil geluk van
betrokkenen maximaliseren, zonder aanzien des persoons (en
dieren)
intrinsieke versus instrumentele waarden
intrinsieke waarde: een zaak die op zichzelf waardevol is en die mensen
niet vanwege iets anders nastreven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Faevisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.