HOOFDSTUK III: NEUROLOGIE
1. Introductie tot cellen en opbouw van het zenuwstelsel ………………………………………………………21
2. Generatie en conductie van actiepotentialen ……………………………………………………………………..28
3. Synaptische transmissie ………………………………………………………………………………………………………31
4. Het somatosensore systeem ………………………………………………………………………………………………..37
5. De speciale zintuigen ……………………………………………………………………………………………………………41
6. Het motorische systeem ………………………………………………………………………………………………………48
7. Integratieve functies van het zenuwstelsel ………………………………………………………………………….49
8. Het autonome zenuwstelsel en zijn controle ……………………………………………………………………….54
1
,HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEGRIPPEN
1. Vloeistofcompartimenten in het organisme
1.1. Verdeling van water
H2O : 60%
1.3. Meten vh volume van de lichaamsvloeistoffen
▪ Theoretisch: toedienen bep. hoeveelheid molecule: homogeen verdeelt + meten C
Distributievolume = totale hvlh toegediend / C in staal
▪ Totale hoeveelheid lichaamswater: bepalen distributieV D2O (deuteriumoxide = zwaar water)
of aminopyrine.
▪ Meting plasmavolume: vereiste = moleculen die in bloedbaan blijven bv. kleurstoffen die op
plasma-EW binden of radioactief gemerkt albumine.
▪ Volume ECV: moeilijk door weinig stoffen exclusief extracellulair + snel in evenwicht → beste
= inuline.
* Openen ionenkanalen o.i.v. ligand (ligand-gated kanalen) of o.i.v. wijziging in Em (voltage-gated =
spanningsgevoelige kanalen).
▪ Kleine moleculen tegen concentratie/elektrische gradiënt:
= Actief transport: E nodig < ATP
→ Transport via transporteiwitten = ATP-asen = pompen: E halen uit afbraak ATP.
Types transporteiwitten:
- Uniports: transport 1 substantie
- Symports: transport ≠ substanties in dezelfde richting (bv. Na+/glucose co-transport darmmucosa)
- Antiports: uitwisseling substanties tussen ICV/ECV (bv. Na+/K+-ATP-ase)
▪ Secundair actief transport: dikwijls actief transport Na+ → ECV via Na+/K+-ATP-ase drijvende kracht
voor transport andere moleculen bv. Na+/glucose & Na+/AZ co-transport in darmmucosa, ….
3
, ▪ Transport van grote moleculen:
- Exocytose: ICV → ECV: fusie membraan secretiegranule met CM : vereist E en Ca2+.
- Endocytose: ECV → ICV: invaginatie CM: omsluiten molecule + sluiten CM vacuole = vesikel.
* Opgelost materiaal: pinocytose.
* Niet-opgelost materiaal: fagocytose.
2.3. Membraanpotentiaal Em
2.3.1. Rustmembraanpotentiaal
Potentiaalverschil tussen ICV-ECV ~ 3 factoren:
= Tegen concentratiegradiënt: actief: E (ATP) nodig.
- Elektrogeen: geeft aanleiding tot potentiaalverschil: 3 Na+ → ECV voor 2 K+ → ICV (- t.o.v. ECV +).
- Geïnhibeerd door digitalis glycosiden: gnm voor hartfalen fataal bij overdosering: blokkeren Em.
▪ Verschil in membraanpermeabiliteit (P) voor ionen
PNa+ en PK+ = beperkt: PNa+ < PK+ door K+-lek kanaal.
Volgens concentratiegradiënt: K+ ICV → ECV ICV nog meer negatief.
Lek K+ wel beperkt door elektrische gradiënt: werkt uitvloei + ladingen tegen.
▪ Verschil samenstelling ICV-ECV
Negatieve ladingen: * ICV: < Prot- en Fosf- : synthese in cel + membraanimpermeabel.
* ECV < Cl- : door elektrische gradiënt Cl- ICV → ECV.
Cl--efflux ICV minder negatief maar beperkt door Cgradiënt: onvoldoende om Em te compenseren.
ICV blijft – t.o.v. ECV!
Conventioneel: Em negatief
2.3.2. De actiepotentiaal
Em meestal stabiel: niet in exciteerbare cellen (zenuw, spier, kliercellen) → actiepotentiaal mogelijk.
AP = kortstondige voortgeleide omkeer van rustmembraanpotentiaal van - → +.
▪ Fasen actiepotentiaal
▪ Fase 1: o.i.v. stimulus Em (depolarisatie) tot drempelpotentiaal (DP).
▪ Fase 0: o.i.v. depolarisatie openen Em-gevoelige Na+-kanalen → Na+-influx →snelle
depolarisatie.
▪ Fase 1: bij + Em: sluiten Na+-kanalen; depolarisatie max.
▪ Fase 2: openen Em-gevoelige K+-kanalen → K+-efflux → repolarisatie. Ook openen Em-gevoelige
Ca2+-kanalen → Ca2+-influx → verdere depolarisatie.
K+-efflux en Ca2+-influx zijn in evenwicht: evenwichtsplateau in verloop AP.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Farmaceut123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.