Arbeidsrecht
Les 1
Hoofdstuk 4.1. t/m 4.7.
Eenzijdige wijzigingsbeding
De onderwerpen die schriftelijk moeten worden medegedeeld aan de werknemer
staan opgenomen in art. 7:655 BW.
Eenzijdige wijzigingsbeding: een werkgever die een eenzijdig
wijzigingsbeding is overeengekomen behoudt zich de bevoegdheid voor om op
enig moment in de toekomst, eenzijdig in de AO voorkomende
arbeidsvoorwaarden te wijzigen. (niet één werknemer, maar van meerdere).
Bij wijzigingen is het eerst van belang na te gaan of er sprake is van een
arbeidsvoorwaarde. Arbeidsvoorwaarden = de voorwaarden op basis waarvan
de werknemer werkzaam is. er moet sprake van zwaarwegend belang zijn bij
de werkgever om tot wijzing over
te gaan en moet naar redelijkheid en billijkheid gekeken worden.
Boetebeding
De wet geeft de werkgever de mogelijkheid in een AO voorschriften op te nemen,
waaraan de werknemer zich moet houden: art. 7:650 BW/Art. 6:91 BW/Art.
6:94 BW. Indien een werknemer zich niet houdt aan de voorschriften, kan de
werkgever een boete op leggen.
Deze boete mag niet naar de werkgever gaan, maar moet gestort worden op de
kas van de personeelsvereniging of doneren aan een goed doel.
De wet stelt de volgende vereisten aan het boetebeding:
Het boetebeding moet schriftelijk zijn overeengekomen;
Het bedrag moet zijn vermeld;
De voorschriften op de overtreding moeten in de AO staan;
De bestemming van de boete moet nauwkeurig worden vermeld;
De boete mag niet ten voordele van de werkgever strekken;
Binnen een week mag geen hoger bedrag aan gezamenlijke boetes worden
opgelegd dan het loon voor een halve dag.
Van de laatste drie bepalingen mag bij werknemers die meer verdienen dan het
wettelijke minimumloon in een schriftelijke overeenkomst worden afgeweken.
Als de werkgever zowel een boete kan opleggen als een schadevergoeding kan
vorderen, moet hij een keuze maken, mag niet voor hetzelfde feit beiden
opleggen; art. 7:651 BW.
Proeftijd
Een proeftijd geldt niet automatisch, maar moet expliciet worden
overeengekomen. Dit moeten worden opgenomen in een AO OF in een CAO. Er
dient dan in de AO verwezen te worden naar de bepaling in het CAO.
onduidelijkheden worden in het nadeel van de werkgever uitgelegd.
Na een maand proeftijd kan er nog een maand proeftijd ingesteld worden, indien
het gaat om een AO voor onbepaalde tijd.
,Indien een werknemer eerst bij een uitzendbureau de werkzaamheden verrichte
binnen het bedrijf en wordt hij aangenomen voor deze werkzaamheden, dan is de
overeengekomen proeftijd nietig: art. 7:653 lid 6 sub b en c BW.
Tijdens de proeftijd mag een AO voor onbepaalde tijd worden omgezet in een AO
voor bepaalde tijd, indien dit verzoek van de werknemer komt.
Art. 7:676 lid 1 BW: Beide partijen mogen zonder geldige reden de AO
opzeggen. Dit mag VOOR aanvang van de werkzaamheden, maar ook tijdens de
proeftijd.
Opzegverboden (werkgever mag je niet ontslaan): art. 7:670a lid 2 sub b BW.:
Tijdens ziekte;
Tijdens zwangerschap/bevallingsverlof;
Tijdens militaire dienst;
Gedurende lidmaatschap medezeggenschapsorgaan.
Tijdens de proeftijd mag je ook niet ontslagen worden vanwege:
Geslacht;
Godsdienst;
Levensovertuiging;
Ras;
Nationaliteit;
Hetero- of homoseksuele geaardheid;
Burgerlijke staat;
Leeftijd;
Handicap of chronische ziekte;
Arbeidsduur.
Toch ontslagen op grond van deze reden = kantonrechter en roep doen op
vernietigbaarheid / verzoek tot billijke vergoeding.
Concurrentiebeding
In een concurrentiebeding staat aangegeven voor welke periode het beding geldt
(meestal niet langer dan 1 jaar) en wat de reikwijdte van het concurrentiebeding
is of welke werkzaamheden het betreft. meestal is er een boete gesteld op het
overtreden van het concurrentiebeding.
Sprake van ongeoorloofde werknemersconcurrentie als:
Het stelselmatig en substantieel afbreken van:
a. Het duurzame bedrijfsdebiet van de voormalige werkgever, dat de
werknemer in het kader van de arbeidsrelatie heeft meehelpen opbouwen.
b. Met de hulpmiddelen die hij daartoe vertrouwelijk van zijn werkgever ter
beschikking kreeg.
Een concurrentiebeding is alleen rechtsgeldig tot stand gekomen als:
Het beding schriftelijk is overeengekomen;
Met een meerderjarig werknemer;
In een contract voor onbepaalde tijd.
Een fout of onduidelijke tekst komt voor de rekening van een werkgever. =
contra proferentum beginsel.
,Bij een AO voor bepaalde tijd mag geen concurrentiebeding zijn ingesteld, tenzij
dit zwaarwegende redenen heeft voor de werkgever. Is dit zo, dan moet de
werkgever dit aangeven in het beding zelf. De noodzaak van het
concurrentiebeding moet bestaan op het moment van aangaan, maar ook op het
moment dat de werkgever zich op het beding beroept.
De vereisten van art. 7:650 BW zijn niet van toepassing voor het
concurrentiebeding. De boeteregeleling van art. 6:91/94 BW zijn van toepassing.
Bij een ingrijpende functiewijziging kan het concurrentiebeding zijn geldigheid
verliezen. De functiewijziging dient
1. Voor de werknemer niet voorzienbaar te zijn
2. En er gelden cummalatieve vereisten ten aanzien van het aanmerkelijk
zwaarder drukken:
a. Een ingrijpende wijziging en
b. Het zwaarder gaan drukken.
Belemmeringsbeding
Belemmeringsverbod verbiedt een uitzendbureau aan een uitzendkracht
belemmeringen in de weg te leggen voor het aangaan van een AO met de
inlenende onderneming na afloop van de terbeschikkingstelling.
1. Een direct belemmeringsbeding
2. Een indirect belemmeringsbeding.
Een direct belemmeringsbeding = betrekking op de relatie tussen het
uitzendbureau en de uitzendkracht.
Een indirect belemmeringsbeding= ziet op de relatie tussen het
uitzendbureau en de inlener. Het beding verbiedt de inlener op straffe van een
boete om de uitzendkracht gedurende een bepaalde periode na afloop van het
dienstverband in dienst te nemen. Wordt getoetst aan art. 6:248 BW.
Relatiebeding
Een relatiebeding is in feite een soort concurrentiebeding met beperkte werking.
Het is niet toegestaan voor de werknemer om gedurende een bepaalde periode
na het einde van de AO zakelijke betrekkingen aan te gaan of te onderhouden
met relaties van de werkgever.: art. 7:653 BW.
Het handigste om het begrip relaties uit te leggen is om voor de werkgever een
lijst met relaties op te stellen en aan de werknemer te overhandigen.
Hoofdstuk 16
Absolute competentie
Absolute competentie = welke rechterlijke instantie mag beslissen (Wet op de
Rechterlijke Organisatie (RO))
De gerechtshoven zijn te vinden in de plaatsen:
Amsterdam
Arnhem-Leeuwarden
Den Haag
’s-Hertogenbosch
, Volgorde:
1. Rechtbank = vonnis
2. Gerechtshof = arrest (in beroep gaan/ appel)
3. Hoge Raad der Nederlanden = arrest (in cassatie)
Er kan alleen in cassatie worden gegaan indien er verzuim van vormen is of
schending van rechten.
Kantonrechters:
Huurrecht
Consumentenkoop/ consumentenkrediet
Verkeersovertredingen
Arbeidsrecht
Vorderingen in civiele zaken, die geen verband houden met
bovengenoemde en die een geldwaarde van minder dan €25.000.
Relaiteve competentie
Bij relatieve competentie gaat het om de vraag in welk gebied een zaak
aanhangig gemaakt moet worden. (Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering):
Art. 99/100 Rv.
De kantonrechter binnen wiens rechtsgebied door de werknemer de arbeid
gewoonlijk wordt verricht.
De kantonrechter van de woonplaats van de verweerder of als deze niet bekend is,
de kantonrechter van zijn werkelijke verblijf.
De eisende partij heeft dus een keuze mogelijkheid.
Dagvaardingsprocedures
Veel procedures beginnen met het uitbrengen van een dagvaarding. Er wordt dan
een oordeel gevraagd van de rechter over een conflict met een vordering. = een
schriftelijke procedure, die start met een oproep van de eisende partij aan de
tegenpartij om voor de rechter te verschijnen. Een deurwaarder ondertekent de
dagvaarding en is bij uitsluiting bevoegd de dagvaarding aan de gedaagde te
betekenen. Bij de rolzitting hoeven partijen nog niet aanwezig te zijn, want de
uitgebrachte dagvaarding wordt alleen gecontroleerd. moet aan
substantiëringsplicht en bewijsaandraagplicht voldoen.
Substantiëringsplicht = houdt in dat de verweren van de gedaagde die bij de
eiser bekend zijn moeten zijn verwoord in de dagvaarding.
Bewijsaandraagplicht = dat de eiser zijn bewijsmogelijkheden moet aangeven
en deze zo mogelijk moet bijvoegen.
Een dag voor de rolzitting moet de reactie van de gedaagde binnen zijn. Geen
reactie = vordering wordt doorgaans toegewezen. De gedaagde heeft vier weken
de tijd na het vonnis een dagvaarding aan de eiser brengen.
Een vonnis is een schriftelijke uitspraak van de rechter. Het wordt meestal enkele
weken na de zitting uitgesproken door de rechter. Dit vonnis kan een
tussenvonnis, een deelvonnis of een eindvonnis zijn.
Tussenvonnis = een vonnis waarbij de procedure nog doorloopt.
Deelvonnis = indien in een tussenvonnis een gedeeltelijke eindbeslissing wordt
gegeven.
Eindvonnis = een vonnis waarna het geding is afgelopen.
Kan nog worden onderscheiden in:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabellxo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.