100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen arbeidsrecht - Minor Kantonrecht $4.87   Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen arbeidsrecht - Minor Kantonrecht

1 review
 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgewerkte leerdoelen voor de minor arbeidsrecht

Preview 4 out of 40  pages

  • August 21, 2022
  • 40
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jade121 • 1 year ago

avatar-seller
Leerdoelen arbeidsrecht
Minor kantonrecht, studiejaar 2021-
2022
Week 1.
Je kunt de verschillende bedingen noemen;
1. Eenzijdig wijzigingsbeding 
Art. 7:613 BW. De werkgever behoudt zich de bevoegdheid, ongeacht, de
omstandigheden die daartoe
aanleiding geven, om op enig moment in de toekomst, eenzijdig in de
arbeidsovereenkomst
voorkomende arbeidsvoorwaarden te wijzigen, niet slechts ten opzichte van een
individuele
werknemer maar van verscheidene werknemers.
- Allereerst moet er sprake zijn van een arbeidsvoorwaarde. Volgens de
Hoge Raad: het komt aan op de zin die partijen aan elkaars gedragingen
hebben toegekend en in de gegeven omstandigheden daaraan
redelijkerwijs mochten toekennen.
- Een werkgever mag zich alleen beroepen op een eenzijdig
wijzigingsbeding als hij daarbij een zodanig zwaarwegend belang heeft dat
het belang van de werknemer dat door de wijziging wordt geschaad, daar
naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
- Het beding moet schriftelijk zijn overeengekomen om rechtsgeldig te zijn.
- Geen eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen?  de wijziging toetsen aan
art. 6:248 lid 2 BW.
2. Boetebeding 
Art. 7:650 BW. De werkgever heeft de mogelijkheid om in een
arbeidsovereenkomst voorschriften op
te nemen, waaraan de werknemer zich moet houden. Houdt de werknemer zich
niet aan deze
voorschriften, dan kan de werkgever zich schriftelijk de bevoegdheid voorhouden
om per overtreding
een boete op te leggen.
- Art. 6:91-94 van belang bij de rechtsgeldigheid van het boetebeding.
- De wet stelt de volgende eisen aan het boetebeding:
 Schriftelijk overeengekomen;
 Bedrag van de boete moet zijn vermeld;
 Voorschriften op de overtreding waarvan boete is gesteld moeten in
de arbeidsovereenkomst staan waarin de boete is overeengekomen;
 Bestemming van de boete;
 De boete mag niet ten voordele van de werkgever strekken;
 Binnen een week mag geen hoger bedrag aan gezamenlijke boetes
worden opgelegd dan het loon van een halve dag
- De werkgever mag niet tegelijk een boete en schadevergoeding opleggen,
hij moet kiezen, art.
7:651 BW.
3. Proeftijdbeding 
Art. 7:252 BW. Een proeftijd geldt niet automatisch, maar moet expliciet worden
overeengekomen.
Moet schriftelijk zijn overeengekomen. Een proeftijd kan ook zijn opgenomen in
de cao.

, - Eerst gewerkt voor een uitzendbureau bij het bedrijf en daarna in dienst,
dan geldt er geen proeftijd.
- Er geldt een absolute proeftijd van twee maanden. Elke langere proeftijd is
nietig (ijzeren
proeftijddoctrine).
- Art. 3:13  beroep op het overeengekomen proeftijdbeding misbruik van
omstandigheden.
- Art. 7:676 lid 1 BW  ieder der partijen is bevoegd de arbeidsovereenkomst
op te zeggen.
- Uitzondering opzegverboden, art. 7:670a lid 2 sub b.
- De werknemer ontslagen vanwege een discriminatoire reden, dan kan hij
naar de kantonrechterstappen en een beroep doen op de
vernietigbaarheid van het ontslag wegens strijd met een opzegverbod.

4. Concurrentiebeding 
Art. 7:653 BW. Een concurrentiebeding belemmert een werknemer om na het
einde van zijn
arbeidsovereenkomst zijn werkgever te beconcurreren door bijvoorbeeld als
zelfstandige te beginnen
of elders in loondienst soortgelijke werkzaamheden te gaan verrichten als die
welke die hij voordien
voor zijn werkgever verrichtte.
- Er wordt aangegeven voor hoelang dat geldt en wat de reikwijdte van het
concurrentiebeding is of welke werkzaamheden het betreft.
- De kantonrechter heeft de bevoegdheid een concurrentiebeding geheel of
gedeeltelijk te vernietigen als hij na afweging van de wederzijdse belangen
van oordeel is dat in verhouding tot het te beschermen belang van de
werkgever, de werknemer door het beding onredelijk wordt benadeeld.
- Bij een nieuwe werkgever, mag de werkgever jou niet in dienst nemen,
doet hij dit wel dan kan het dienstverband worden beëindigd.

Formele eisen concurrentiebeding:
 Het beding moet schriftelijk zijn overeengekomen;
 Met een meerderjarige werknemer;
 In een contract voor onbepaalde tijd.

5. Belemmeringsbeding 
Verbiedt een uitzendbureau aan een uitzendkracht belemmeringen in de weg te
leggen voor het
aangaan van een arbeidsovereenkomst met de inlenende overeenkomt na afloop
van de
terbeschikkingstelling. Art. 9a Waadi.

6. Relatiebeding 
Het is een werknemer niet toegestaan om gedurende een bepaalde periode na
het einde van de
arbeidsovereenkomst zakelijke betrekkingen aan te gaan of te onderhouden met
relaties van de
werkgever.

In grote lijnen uitleggen hoe het procesrecht werkt;
- Absolute competentie = welke rechter? Art. 42 RO en besluit
zittingsplaatsen gerechten, blz. 2773. Voor kantonrechter, art. 93 Rv.
- Relatieve competentie = art. 100 Rv en 99 Rv.

, - Dagvaardingsprocedure, verstek, verzet en conclusie  Zie verder de sv van
huurrecht.
- Vonnissen 
 Tussenvonnis, art. 232 Rv.
 Deelvonnis: indien een tussenvonnis een gedeeltelijke
eindbeslissing wordt gegeven.
 Eindvonnis, art. 229 e.v. Rv.
 Declaratoir vonnis: een vonnis waarmee de rechter een bepaalde
rechtsverhouding of rechtstoestand tussen partijen definitief
vaststelt.
 Kort geding: een voorlopig oordeel.
 Constitutief vonnis: gevolgen voor de rechtstoestand, die wordt
gecreëerd, gewijzigd of juist opgeheven.
 Condemnatoir vonnis: veroordelend vonnis waarbij de gedaagde
veroordeeld wordt tot het geven of doen of juist niet-doen.
 Afwijzend vonnis: onder te verdelen in een niet-
ontvankelijkverklaring of een declaratoir vonnis.
o De verzoekschriftprocedure is in het arbeidsrecht de
standaardprocedure geworden waar het gaat om geschillen die
verband houden met het eind van de arbeidsovereenkomst (art.
7:686a BW).
o Prejudiciele vragen 
Art. 392 t/m 394 Rv.
o Procedure UWV 
Indienen bij de AJD-vestiging waarin de betrokken werknemer zijn
werkzaamheden verricht:
 Arnhem
 Eindhoven
 Rotterdam
 Zwolle
 Amsterdam
o Mediation
o Kosten procedure 
Er dient griffiegeld te worden betaald door de eiser/verzoeker.
o Verjaring en verval 
 Vervaltermijn moet een rechter de termijn ambtshalve toepassen.
 Verjaringstermijn moet een van de partijen een beroep op doen, art. 3:322
BW.
 Art. 3:316,317 en 319.

Week 2.
De verschillende flexibele arbeidsrelaties onderscheiden;
Oproepovereenkomst:
Twee soorten:
1. Voorovereenkomst  laat zich omschrijven als een intentieverklaring van
de werkgever om de oproepkracht op te roepen op het moment dat hij
werk heeft. De werkgever is hier echter niet verplicht toe. De oproepkracht
mag zelf bepalen of hij hier gehoor aan geeft. Dus niet verplicht om te
komen werken.
2. De arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (mup)  er is
sprake van een doorlopende arbeidsovereenkomst voor ofwel bepaalde
ofwel onbepaalde tijd. In deze situatie is de oproepkracht verplicht gehoor
te geven aan een oproep en de werkgever verplicht op te roepen wanneer
er werk is.

, - Werkt op basis van een wisselend arbeidspatroon.
- Art. 7:628 lid 5  er is sprake van een individueel loonuitsluitingsbeding.
Lid 7 is een verlening
- hiervan.
- Art. 7:628a  de werknemer heeft altijd recht op 3 uur loon, ook al heeft
hij die 3 uur niet gewerkt.
- Rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst: art. 7:610a BW.
- Rechtsvermoeden van arbeidsomvang: art. 7:610b BW.
- Een werkgever moet een oproepkracht minimaal vier dagen van tevoren
oproepen. Art. 4 lid 2
- Arbeidstijdenwet: de dag waarop de werknemer wordt opgeroepen of de
oproep wordt ingetrokken of gewijzigd telt voor berekening van de
vierdagentermijn mee. Bij cao kan hiervan worden afgeweken tot minimaal
24 uur van tevoren.
- De loonvordering heeft een terugwerkende kracht van vijf jaar (art. 3:307
BW)
- In een cao kan worden bepaald dat de bijzondere bepalingen voor de
oproepkracht niet gelden voor de bij die cao aangewezen
seizoensgebonden functies (art. 7:628a lid 11 BW)

Art. 7:671a lid 5 sub c  hier wordt de oproepkracht bedoeld.
Art. 7:628a lid 9  de definitie van een oproepovereenkomst.

Consignatie diensten oftewel diensten waarin de werknemer uitsluitend verplicht
is bereikbaar te zijn om ingeval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo
snel mogelijk de bedongen arbeid te verrichten (art. 1:7lid 1 Arbeidstijdenwet),
zijn samen met bereikbaarheidsdiensten (art. 5:19:3 Arbeidstijdenbesluit)
uitgezonderd van de nieuwe regels met betrekking tot de oproepkrachten (zie
art. 7:628a lid 10 BW jo art. 1 Besluit houdende nadere regels over de
oproepovereenkomst).
Uitzendwerk:
- Uitzendkrachten hebben een arbeidsovereenkomst bij het uitzendbureau,
7:690.
- De werkgever moet een allocatiefunctie vervullen op de arbeidsmarkt. Dat
wil zeggen een op het uitzenden van personeel gerichte organisatie zijn
die zich in de hoedanigheid bezighoudt met het bij elkaar brengen van de
vraag naar en het aanbod van tijdelijke arbeid.
- De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi).
- Een uitzendovereenkomst kan ook een oproepovereenkomst zijn als
gevolg van de Wab (wet
arbeidsmarkt in balans)
- Gelijke arbeid gelijke rechten: art. 8 Waadi

Aangeven in welke fase van de ABU-cao een werknemer zich bevindt; EN
Uitleggen wat de arbeidsrechtelijke consequenties zijn van de
verschillende fasen in de ABU-cao;

Fase A / Fase Fase B / fase 3 Fase C / fase 4
1
78 gewerkte 6 contracten en/of maximaal 4 jaar (meer Onbepaalde tijd.
weken contracten is naar fase C/4)
 Bij onderbreking van 6 maanden terug  Zowel uitzendkracht als
naar fase A uitzendonderneming kunnen
 Geen uitzendbeding, dus dat betekent uitzendovereenkomst beëindigen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabellxo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.87
  • (1)
  Add to cart