Summary study book Orthopedagogiek, een 1e oriëntatie of Ad van Sprang (Hoofdstuk 1, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13) - ISBN: 9789059315907, Edition: 12, Year of publication: 2011
Hoofdstuk 1: Opvoeden, pedagogiek en orthopedagogiek
Opvoeden is een cultuurverschijnsel → in alle culturen en tijden komen we het
verschijnsel 'opvoeden' tegen.
Het is belangrijk om consequent te handelen als opvoeder, dat geeft duidelijkheid aan het
kind (wat kan/mag het kind wel/niet?)
Emotionele veiligheid: de mate van geborgenheid
Fysieke veiligheid: de mate van lichamelijke veiligheid
M.J. Langeveld: leiding en begeleiding van de opvoeder moeten langzaam maar zeker
afnemen en uiteindelijk leiden tot een vorm van zelfgeleide zelfstandigheid.
Natuurlijke activiteiten: activiteiten die plaatsvinden in de dagelijkse omgang tussen
ouder/opvoeder en kind.
Georganiseerde activiteiten: bijvoorbeeld deelname aan onderwijs op school,
sportactiviteiten of muziekles.
Op grond van de ideeën, idealen, normen, waarden en de stijl van de opvoeding heb je
vaardigheden aangeleerd en ben je min of meer in staat gesteld je eigen kwaliteiten te
ontwikkelen.
Pedagogiek: pais (kind) en agogein (leiden) → kinderleiding
Op welke wijze het kind zich ontwikkelt, is afhankelijk van zowel innerlijke als uiterlijke
factoren.
Innerlijke factoren: eigenschappen die het kind bij de geboorte heeft meegekregen
Uiterlijke factoren: omstandigheden waarin het kind opgroeit; het milieu, de omgeving
en de situatie waarin het kind zich kan ontwikkelen
De pedagogiek richt zich op de 'normale' opvoeding. Normaal betekend: alle schakeringen
in het leven die mogelijk zijn en als zodanig voorkomen zonder dat ze tot grote
opvoedingsproblemen leiden.
Voorlopige doelen opvoeding: bijvoorbeeld tandenpoetsen, aankleden, lopen, zindelijk
worden enz.
Einddoel opvoeding: volwassen en zelfstandig worden
Volwassen: in alle dynamiek openbaart zich plan, lijn, doelstelling, gebondenheid van
hetgeen men zichzelf heeft opgelegd. (Langeveld)
Éducation permanente: voortdurende behoefte aan leren/onderwijs
Non-formele educatie: bijvoorbeeld; een volwassene gaat geheel vrijwillig een cursus
volgen.
, Causaliteit: er is een duidelijk verband tussen oorzaak en gevolg
(bijvoorbeeld opvoedingsproblemen die ontstaan doordat een kind verstandelijk beperkt of
slechthorend is)
Orthopedagogiek: hierin gaat het om het onderzoeken welke factoren in het
opvoedingsproces verstoord zijn, hoe dat komt, welke invloed er van de omgeving uitgaat
en te onderzoeken welke mogelijke oplossingen voorhanden zijn.
Agogisch handelen: het deskundig en intentioneel omgaan met veranderingsprocessen
Orthopedagogische vraagstelling: theoretisch concept waarin wordt uitgedrukt, dat
specifiek opvoeden het beantwoorden is van een vraagstelling om overaccentueringen in
het opvoedproces, en wel zó, dat dit optimaal wordt, zodat het kind zijn eigenheid kan
ontplooien.
Orthopedagogiek is deel van de pedagogiek: beide zijn gericht op
opvoedingsprocessen waarbij de orthopedagogiek als het ware 'te hulp schiet' wanneer
binnen de pedagogiek grenzen van een zekere haalbaarheid worden overschreden.
Functioneringsproblemen:
Zintuiglijke functioneringsproblemen: doof/slechthorend of blind/slechtziend
motorische functioneringsproblemen: personen die in hun beweging (motoriek)
worden belemmerd
Cognitieve functioneringsproblemen: verstandelijk beperkten, personen met
intellectuele stagnatie of personen die belemmerd zijn in hun intellectuele
ontwikkelingen
Emotionele functioneringsproblemen: personen die in conflict zijn met zichzelf en/of
hun omgevingsfactoren
Meervoudige functioneringsproblemen: combinatie van bovenstaande beperkingen
Hoofdstuk 7: Individu en groep
Binnen groepsopvoeding onderscheiden we:
De persoon: het gaat hier om de vraag op welke wijze we het individu de beste
kansen kunnen geven om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontplooien.
De groep waarin het individu wordt opgevoed en begeleidt: een groep kan
het individu tot steun zijn en door groepsinvloeden mogelijk tot
gedragsveranderingen leiden.
De organisatie, instelling of woonvorm: dit bepaalt het beleid, verschaft de
ruimte en voorwaarden voor de groepsopvoeding. Soms kan de groep te groot zijn,
waardoor het gevaar ontstaat dat bepaalde personen te weinig aandacht krijgen.
Groepsdynamica: leer van de dynamiek van de krachten die in een groep werkzaam
kunnen zijn, welke bewegingen erin plaatsvinden en welke invloeden dit kan veroorzaken
op de groep in het algemeen en op het individu als lid van de groep.
Leefgroep: een aantal personen die samenwonen en samenleven en daarom in
groepsverband worden opgevoed of begeleid. Dit is een samengestelde groep en geen
'natuurlijk gevormde groep' zoals het gezin.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lliise. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.