Hoofdstuk 1. Het gezondheid en ziekte
Pathologie = de studie van het ontstaan en verloop van ziekten
Onder gezondheid wordt verstaan het zich welbevinden/het welzijn op lichamelijk, geestelijk,
economische en sociaal gebied en niet alleen het afwezig zijn van ziekten en gebreken
U kunt in eigen woorden beschrijven welke endogene en exogene factoren er zijn die tot een
ziekte kunnen leiden.
Symptomen zijn het gevolg van een disfunctioneren van organen en/of orgaansystemen
en weefsels. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen objectieve (waarneembaar voor
anderen) en subjectieve symptomen (niet waarneembaar voor anderen).
Syndroom: een groep verschijnselen tegelijkertijd aanwezig is, maar dat deze niet
typisch bij één ziekte horen en bij meerdere ziekten kunnen voorkomen.
Bij een chronische ziekte kunnen weer opflikkeringen ontstaan in het ziekteproces,
zogenoemde rechutes of exacerbaties . Er kan bij een chronische ziekte ook
verbetering optreden zonder dat er sprake is van genezing. In dat geval wordt gesproken
van een remissie. Periode van aansterken na genezing = reconvalescentieperiode.
Prodromata (voorverschijnselen), zijn vaak algemene ziekteverschijnselen. Prognose is
de toekomstverwachting. Vijfjaarsoverleving is het % wat na 5 jaar na stellen van de
diagnose nog in leven is.
Er zijn vele oorzaken waardoor de mens zijn gezondheid kan verliezen. Deze oorzaken
worden ziekmakende agentia of ook wel etiologische factoren genoemd. Weerstand
of conditie is grotendeels constitutioneel bepaald. Onder constitutie verstaan we het
totaal aan erfelijke eigenschappen die we van onze ouders meekrijgen. Etiologie (leer
van oorzakelijke factoren). Endogene factoren (voortkomend uit het individu) en
exogene factoren (voortkomend vanuit de buitenwereld). Nadat etiologische factoren
hebben ingewerkt, volgt het proces van ontwikkelen van de ziekte, de pathogenese
(ontstaanswijze van ziekten).
Endogene factoren komen voort vanuit het individu zelf en zijn meestal genetisch bepaald. In het
DNA-materiaal zit een afwijking gecodeerd. De ziekte kan dan bij de geboorte al aanwezig zijn
(congenitaal) of zich tijdens het leven openbaren. Nu is het niet zo dat iedere aandoening die bij een
pasgeborene wordt vastgesteld erfelijk is, het isook mogelijk dat beschadiging in de baarmoeder de
etiologische (exogene!) factor is geweest. Niet iedere congenitale afwijking is dus erfelijk. Een
voorbeeld daarvan is beschadiging die al bij de geboorte aanwezig is (oogafwijking/hartafwijking) als
gevolg van een rodehondinfectie die de moeder tijdens de eerste drie maanden van de
zwangerschap doormaakte. Tot endogene factoren wordt ook het disfunctioneren van organen en
weefsels gerekend (bijvoorbeeld als gevolg van een doorgemaakte ziekte), waardoor nieuwe ziekten
ontstaan.
Exogene factoren komen van buitenaf. Er zijn vele soorten exogene factoren. Zij kunnen in groepen
worden onderverdeeld:
1. Fysisch (natuurkundig); mechanische energie, thermische energie, elektrische energie en
stralingsenergie.
2. Chemisch (scheikundig);
3. Biologisch;
4. Oorzaken gelegen in de voeding;
1
, Fysische ziekteoorzaken
Tot de natuurkundige oorzaken van ziekten behoren mechanische energie, thermische energie,
elektrische energie en stralingsenergie.
Mechanische energie; (Trauma).
Botbreuken, beschadigde bloedvaten, hersenschuddingen en andere letsels veroorzaakt
door (verkeers)ongevallen;
Beschadiging van weefsels als gevolg van een snelle stijging of daling in de atmosferische
druk, zoals bij explosies, waardoor plotselinge sterke luchtverplaatsingen optreden. Een
snelle stijging van de atmosferische druk kan het longweefsel doen scheuren. Een snelle
daling van atmosferische druk, zoals bij te snel opstijgen naar het wateroppervlak na
diepzeeduiken, maakt dat de bloedgassen niet langer in oplossing blijven, maar gasbelletjes
vormen (vergelijk dit met het opendraaien van een fles koolzuurhoudende drank). Deze
belletjes blokkeren de kleine bloedvaatjes, wat vooral in de hersenen tot ernstige gevolgen
kan leiden. Verblijf in een lage atmosferische druk, zoals in het hooggebergte, kan leiden tot
hypoxie (zuurstoftekort in de weefsels) en kan zelfs bewusteloosheid teweegbrengen;
Inademen van stofdeeltjes: jarenlang werken in steengroeven en steenkoolmijnen kan leiden
tot blijvende longbeschadiging doordat te veel fijn zandstof en/of fijn steenkoolstof is
ingeademd. De ziektebeelden worden silicosis respectievelijk anthracosis genoemd.
Inademen van asbestdeeltjes geeft een vergelijkbaar ziektebeeld, asbestiosis. Bovendien kan
asbest ook nog longkanker veroorzaken. Gewone talkpoeder of haarspray kan ook beter niet
worden ingeademd, omdat ditin de longen diverse weefselreacties kan geven.
Thermische energie;
Toevoer van thermische energie (hitte) of onttrekking ervan (koude) kunnen lokaal
weefselbeschadiging veroorzaken (verbranding, bevriezing), maar ook aanleiding geven tot een
algemene te hoge lichaamstemperatuur of juist tot onderkoeling van het lichaam
Elektrische energie;
Als een elektrische stroom de weefsels passeert, kan dit tot ernstige beschadigingen leiden, al is vaak
moeilijk te voorspellen welke schade zal ontstaan. Het hangt af van de dikte van de huid en het aan-
of afwezig zijn van water en mineralen aan het oppervlak. Als hart en hersenen door de stroom
worden gepasseerd, worden de eigen prikkelgeneratie en -geleiding dermate verstoord dat acute
uitval van functie optreedt. Zenuw- en spierweefsel kunnen bovendien behoorlijk door elektrische
energie worden beschadigd.
Stralingsenergie;
Infrarode straling levert vooral warmte en kan hoogstens thermisch-energetisch in tweede
instantie beschadigingen geven. Uv-licht kan ziekten veroorzaken zoals huidkanker en
oogbeschadiging bij het lassen. Ioniserende straling is het gevaarlijkst. Deze straling is
afkomstig uit de ruimte (kosmische straling), van radioactief materiaal en komt vrij bij
röntgen- en bestralingsapparatuur. Bijzonder gevoelig voor ioniserende straling zijn DNA en
RNA, waarbij met name de snel delende cellen kwetsbaar zijn. Worden de geslachtscellen
getroffen, dan kan steriliteit het gevolg zijn of treden er mutaties (verandering in de gen
structuur) op die pas bij de nakomelingen zichtbaar worden (genetische effecten van
straling).
Niet alle weefsels blijken dus even gevoelig voor straling. Beenmerg, lymfoïd weefsel,
stamcellen en kiemcellen zijn het gevoeligst. Het voert te ver hier in te gaan op de
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sandra05. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.