Volledige Samenvatting Neuropsychologie en Psychopathologie Fase 2
19 views 0 purchase
Course
Neuropsychologie en psychopathologie
Institution
Thomas More Hogeschool (tmhs)
Volledige Samenvatting Neuropsychologie en Psychopathologie Fase 2. Met deze samenvatting behaalde ik een 13/20. Zowel eigen nota's, als de slides, als de informatie van het boek is erin verwerkt.
volledige samenvatting neuropsychologie en psychopathologie fase 2
eigen notas
Written for
Thomas More Hogeschool (tmhs)
Logopedie
Neuropsychologie en psychopathologie
All documents for this subject (10)
Seller
Follow
IngyDeconinck
Reviews received
Content preview
Neuropsychologie en Psychopathalogie
Studie-/onderzoeksdomein/werkveld
Onderzoek naar de relatie tussen hersenletsels en/of hersendisfuncties en gedragsveranderingen
Hersenletsel: je kan dit zien via bv scans. Hersendisfunctie: je ziet het niet op een scan maar je merkt
wel dat deze niet goed functioneren.
- Sensori-motoriek
- Aandacht
• Niet-spatiaal
• Spatiaal = ruimtelijk component
- Geheugen
- Perceptie
• Auditief, visueel, tactiel, reuk, smaak
• (verbaal) lichaamsschema
- Praxis = weten hoe je moet bewegen
- Taal
- Emotionele communicatie
- Emotionele en uitvoerende gedragscontrole/executieve
- Intellectuele functies
- Persoonlijkheid
- Sociaal gedrag
- Psychopathologie = er wordt al meer een link gemaakt met de psychiatrie,
hersenaandoeningen kunnen ook aanleiding geven tot psychotisch denken, verslaving etc
Functionele Neuroanatomie
Filmpje van patiënt:
Is niet duidelijk of hij begrijpt waar het over gaat. Hij geeft wel antwoord op de vraag, misschien niet
correct wat betreft de feiten maar hij heeft wel een antwoord op de vraag. Het is niet alsof hij iets
totaal uit de context antwoordt. Dus is niet een probleem bij Wernicke, het taalbegrip. Dingen die hij
zelf vergeten is vult hij zelf in met een eigen verhaal dat niet klopt, maar hij vertelt dit met zo’n
overtuiging en voor hem is dit echt. Het is geen taalstoornis op zich maar wel een
communicatieprobleem. Hij maakt ook parafrasieën maar wederom met zo’n overtuiging.
Hersenbomen-Hersenstam. De vraag is ook of hij ziektebeeld heeft, hij heeft wel door dat er iets mis
en dat hij in therapie zit maar beseft er het fijne niet van.
We zien bij veel mensen met een hersenletsel: taalconfusie of taalverwarring. Dit is geen motorisch of
sensorisch taalstoornis. De taal is pragmatiek gestoord bij veel mensen met een hersentrauma. Hij
heeft een probleem met al die informatiestroom te onderdrukken om iets nieuws te zeggen. Hij kan
moeilijk inhiberen, de term ‘helikopter’ blijft steken = perseveren. Blijven steken op iets dat volledig is
afgerond.
Je ziet ook vaak bij hersenletsels dat vele alleen bezig zijn met zichzelf. Egocentrisme, ze plaatsen zich
veel sneller centraal dan wat er rondom hun gebeurd. Dit is omdat de hersenen al veel werk hebben
met zichzelf en niet nog de wereld errond ook kunnen interpreteren en op inspelen. Zorgt ook voor
persoonlijkheidsveranderingen die de omgeving gaat opmerken.
1
,Input: zo komt de betekenisgeving
tot stand. Van het concrete wat je
ziet gaan we naar een concreet en
abstract concept. Bv een
meubelstuk, dit kan je invullen tot
heel veel meubelstukken maar we
kunnen wel komen tot een concept.
Heel de bouw van anatomie is
hierop gebaseerd. Input/output en
verschillende niveaus is de wijze
waarop het brein is ge…
Verschillende cognitieve functies
staan hierop. Alles aan de
onderkant is sensorieel de input
komt binnen en zo gaan we
richting de motoriek, actieplan en
de spieren.
Wat je ook doet, er is altijd een
terugkoppeling. Als je schrijft, je
moet niet meer nadenken hoe je
moet schrijven het zit procedureel
in je geheugen vast. Hetzelfde bij
auditief, je herkent het omdat het
wordt teruggekoppeld naar je
geheugen. Arausal.. de lagere
structuren zorgen ervoor dat er
een algemene arousal is, je moet
alert zijn. Als je slaapt ben je dit
niet, je hersenen gaan bepalen
hoe alert je gaat zijn om info te
verwerken.
Termen kennen!
2
, Hoe is die
neuroanatomie nu
georganiseerd om die
functies mogelijk te
maken? Hier zit een
logica achter hoe het
brein georganiseerd is.
Je hebt die input en de
output, links is
zintuiglijke info
verwerking en
posterieur. Of het gaat
rechtstreeks naar de
thalamus en dan naar
de cortex waar de
verdere informatie
wordt verwerkt.
Hersenstam is een
centraal mediërend,
dat het systeem waakzaam is en kan werken. Grote pijl keert terug, als je beweegt gaat die ook
informatie doorsturen naar waar je je moet richten en bewegen. Bv een bal die naar je afkomt dat je
3
, naar die bal moet blijven kijken en weg moet duiken. Info wordt verwerkt in verschillende lagen,
primair, secundair en tertiaire associatie gebieden van de cortex. Is hoe de cortex in lagen is
opgedeeld.
Brein krijgt input en gaat die doorsturen naar de frontale hersengebieden en gaan zorgen dat je komt
tot motoriek, maar dit kunnen dat alleen niet realiseren. Hebben de hulp nodig van hulpcircuits, er
zijn 3 groten.
1) Passage via het limbesysteem. Prikkels die binnenkomen hebben ook een emotionele
betekenis gekregen, als je honger hebt is iets lekker of niet lekker en gaat bepalen of je
effectief gedrag gaat stellen of niet. Amygdala voor het voelen van emoties zit hier ook in. Er
moet iets zijn dat je de drive geeft om te kunnen bewegen. In het limbesysteem zit ook het
emoverende
2) Eens je je motoriek aan het uitvoeren bent, je hersenen gaan op een heel rudimentaire
gedrag uitvoeren. De basale ganglia gaat elke keer afwegen welke beweging relevant is en
welke niet. Gaat spelen met inhibitorische en exhibitorisch invloeden. Als je teveel info krijgt
een overvloed aan exitatorische invloeden in het brein dan ga je gewoon erop los bewgeen bv
bij ziekte van Hunter. Kan ook omgekeerd, dat er een overvloed is aan inhibiterische
invloeden dus deze mensen hebben een tekort aan beweging, is bv bij Parkinson. (Zijn
wanneer beweging nog in gang moet worden gezet?)
3) Circuits via het cerebellum. Worden getimed en verder gecoördineerd. Zijn meer bezig als de
beweging al in gang is gezet. Kunnen coördinatie problemen ontstaan als het doel en de
beweging niet matchen. Kan ook bij spraak zo zijn.
Al die hulpsystemen hebben ook de thalamus als component die mee is betrokken.
Hij verwacht wel dat je dit schema moet kunnen tekenen en heel rudimentair kunnen uitleggen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IngyDeconinck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.