Samenvatting motorische ontwikkeling semester 1. Deze samenvatting is gebaseerd op de cursus motorische ontwikkeling 1.1 dit in combinatie met voorbeelden uit de les.
Amylissa Van Buggenhout
EBAKO C2
2021-2022
Motorische ontwikkeling 1.1
2. Bewegingsonderwijs, bewegingsmomenten- en tussendoortjes
LEERDOELEN
Weten wat goed bewegingsonderwijs is in de kleuterschool.
Weten welke ontwikkelingskansen bewegingsopvoeding kleuters kan
bieden.
Weten welke doelen voor bewegingsopvoeding geordend en welke
competenties vooropgesteld worden.
Verschilpunten kunnen aangeven tussen een bewegingstussendoortje en
een bewegingsmoment.
Primaire en secundaire doelen voor bewegingsmomenten- en
tussendoortjes kunnen geven.
Kunnen omschrijven wanneer en waar een tussendoortje en
bewegingsmoment kan doorgaan.
Kunnen duiden wat een tussendoortje en een moment kan of moet
inhouden (algemeen).
Voorbeelden kunnen geven van bewegingstussendoortjes en
bewegingsmomenten.
Kunnen verduidelijken hoe je voor een gevarieerd aanbod kan zorgen.
De verschillende uitgangspunten voor een bewegingsmoment kunnen
geven en verduidelijken met voorbeelden.
Bij een gegeven ontwikkelingsdoel een gepast bewegingsmoment kunnen
aanhalen en uitleggen/uitwerken.
Een bewegingstussendoortje en een bewegingsmoment kunnen
voorbereiden a.h.v. een activiteitenfiche.
Gepaste bewegingstussendoortjes en – momenten kunnen geven voor
jongere en oudere kleuters.
2.1. Wat is goed bewegingsonderwijs en waarom is het nodig?
1
, Amylissa Van Buggenhout
EBAKO C2
2021-2022
- ‘bewegen is van essentieel belang voor de gezondheid’, ‘onze kleuters
bewegen te weinig en zitten teveel neer’
- Kleuters die spelen en bewegen, zijn met hun hele persoonlijkheid
betrokken verschillende zaken tegelijk doen zoals handelen, denken,
voelen en willen.
o Vooropgesteld door bewegingsonderwijs: ‘een kind als totale
persoon begrijpen en aanspreken via bewegingsactiviteiten met als
doel ontwikkeling op gang te brengen’
o Totaalontwikkeling kind staat veelal op de eerste plaats.
Bewegingsopvoeding krijgt overal een belangrijke plaats!
- Het belang van bewegingsonderwijs en – opvoeding wordt gezien vanuit
verschillende perspectieven en invalshoeken: motorische, biologische,
neurologische en psychologische.
- Bewegen heeft meer dan alleen maar een effect op de motorische
ontwikkeling.
- Het is tegelijkertijd een doel en een middel: kinderen leren beter bewegen
én kunnen via bewegen ook breed ontwikkelen binnen verschillende
perspectieven.
2.1.1. Doelen van bewegingsopvoeding in het basisonderwijs
2.1.1.1. Decretale ontwikkelingsdoelen
- Vanuit de Vlaamse overheid worden uitdagingen voor
bewegingsopvoeding geformuleerd.
- De centrale opdracht voor het kleuteronderwijs is de totaalontwikkeling,
met bij iedere opdracht of activiteit met kleuters een veelheid aan OD uit
verschillende leergebieden. Er zijn vijf leergebieden die sterk
samenhangen:
o Lichamelijke Opvoeding (Bewegingsopvoeding)
Motorische competenties
Gezonde en veilige levensstijl
Zelfconcept en sociaal functioneren
o Taal
o Muzische Vorming
o Wiskunde
o Wereldoriëntatie
2.1.1.1.1. Motorische competenties
2
, Amylissa Van Buggenhout
EBAKO C2
2021-2022
- Vermogen om juist en handig te bewegen
- Gericht op groot motorische vaardigheden Lopen, springen, huppelen,
sluipen, duikelen
- Ontdekken opbouw van hun lichaam en leren lichaam gebruiken en
kennen
- Het oplossen van bewegingsproblemen en bewegingen afstemmen op een
bepaalde ruimte en tijd is hierbij van belang.
2.1.1.1.2. Gezonde en veilige levensstijl
Werken aan een veilige en gezonde levensstijl zorgt voor een goed
welbevinden op fysiek, psychisch en sociaal vlak.
- Fysieke fitheid: in staat zijn om matig tot intense lichamelijke
inspanningen te leveren. Het doel is dat kleuters graag actief bewegen en
zo doende werken aan uithouding, kracht, lenigheid en snelheid.
- Gezonde en veilige levensgewoontes: zweten, sneller ademen, moe
zijn, … het zijn allemaal zaken die horen bij actief bezig zijn en bij het
leveren van inspanningen. Zo leren kleuters wat gezonde en veilige
levensgewoontes zijn door bijvoorbeeld bij inspanningen voldoende te
drinken, wanneer je zweet en niet meer beweegt een trui aan te trekken,
enz.
2.1.1.1.3. Positief zelfconcept en sociaal functioneren
- Actief bewegen ervaar je als totaal persoon.
- Kleuters bewegen van nature heel graag, zijn graag actief bezig en willen
graag meedoen met bewegingsactiviteiten om zo zijn grenzen te
verleggen.
- Gedrevenheid en motivatie denkbeeldige motor die bij kleuters er voor
zal zorgen dat het verwerven van motorische competenties gestimuleerd
worden.
- Zelfconcept verwijst naar het beeld dat iemand van zichzelf heeft.
Positieve ervaringen, succesvolle bewegingservaringen en fijne reacties
van individuen rondom zich zijn voor jonge kinderen cruciaal voor een
evenwichtige ontwikkeling van het zelfconcept. Daarnaast kan bewegen
zorgen voor contact met andere kinderen en met de omgeving. Hij/zij
ontdekt meer over het sociaal functioneren.
2.1.2. Overzicht van ontwikkelingsdoelen voor Lichamelijke
opvoeding
3
, Amylissa Van Buggenhout
EBAKO C2
2021-2022
Zie onderwijsdoelen.be
2.1.3. Ontwikkelingskansen voor kleuters: ‘Speelkriebels’
Speelkriebels verwijzen naar het kernidee van een spel, namelijk datgene wat
kinderen aantrekt en motiveert om het spel te spelen.
De speelkriebel lokt bij het kind bewegingsgedrag en interacties met andere
kinderen, materiaal, de ruimte, hun eigen lichaam, … uit. In de speelkriebel
schuilt een ultieme ontwikkelkans, met andere woorden je doel waarmee je
aan de slag gaat.
2.2. Bewegingsmomenten en -tussendoortjes
- Kleuters bewegen enkel tijdens bewegingsactiviteiten en de speeltijd
- Binnen de klas ook blijvend aandacht voor het scheppen van
bewegingsactiviteiten.
o Aanbieden van bewegingstussendoortjes en -momenten
Afhankelijk van bepaalde factoren tijd, ruimte, sfeer,
materiaal
Afhankelijk van intensiteit heel intensief of minder intensief
2.2.1. Definitie bewegingsmoment en -tussendoortje
= korte onderbrekingsmomenten tijdens of na een les waarbij men bewust de
concentratie van alle kinderen gedurende enkele minuten doorbreekt door
middel van een bewegingsactiviteit, met als doel de aandacht erna weer te
kunnen verscherpen.
In de klas of aanpalende ruimten en bestaan uit groot motorisch bewegen
2.2.2. Voorwaarden en kenmerken voor deze momenten en
tussendoortjes
- Alle kleuters moeten betrokken zijn
- Kleuters moeten groot motorisch bewegen
- Kleuters moeten intensief bewegen
o Geen spel waarbij 2 of 3 kleuters bewegen en de anderen een kring
vormen en kijken
o Geen zintuigelijke spelletjes waarbij de kleuters neerzitten en
moeten wachten
2.2.3. Doelen van bewegingsmomenten en -tussendoortjes
- Primaire doelen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BUGA2122. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.05. You're not tied to anything after your purchase.