100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting Bestuurlijke kaart van Nederland $5.94   Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting Bestuurlijke kaart van Nederland

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze uitgebreide samenvatting komen hoofdstuk 3 t/m hoofdstuk 10 aan bod van de bestuurlijke kaart van Nederland.

Preview 4 out of 31  pages

  • No
  • H3 t/m h10
  • August 22, 2022
  • 31
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
De bestuurlijke kaart van Nederland Samenvatting
Belangrijk:
Volksvertegenwoordiging / parlement
- Nationaal niveau = Staten-Generaal (1e + 2e kamer)
- Provinciaal niveau = provinciale staten

Regering = alle ministers + koning
Kabinet = alle ministers + staatssecretarissen

H3 De politiek-bestuurlijke instituties
Democratische politieke stelsels:
 Presidentiële stelsels: regering en parlement ontlenen hun positie direct aan een
verkiezingsuitspraak (VS)
 Parlementaire stelsels:
- Monistisch
- Dualistisch: volksvertegenwoordiging (Staten-Generaal) onafhankelijk van de regering
 Conventionele stelsels (Zwitserland)

3.1 De regering (Koning + ministers)
3.1.1 De koning en de kabinetsformatie
Functie van de koning door de tijd heen verandert: vroeger heel invloedrijk (ministers ongeschikt aan
koning), sinds grondwet 1848: ministeriële verantwoordelijkheid en parlementair stelsel ingevoerd
 ministers meer macht  gevolg: koningschap kreeg symboolfunctie
Koning heeft onlangs zijn invloedrijke rol tijdens kabinetsformaties verloren  2e kamer heeft de
benoeming van de (in)formateur naar zich toegetrokken.
- Informateur = onderzoekt één specifieke coalitie (bij succesvolle coalitie ontstaat het
regeerakkoord: behelst de afspraken tussen de coalitiepartijen over het te voeren
regeringsbeleid)
- Formateur = Zoekt de ministers en staatssecretarissen bij elkaar die ieder
verantwoordelijk zijn voor een beleidsterrein (portefeuille)
Hoewel de invloed van de koning afneemt, is hij tijdens de kabinetsperiode nog wel direct betrokken
bij het regeringsbeleid (wekelijks gesprek, ontvangt notulen)
3.1.2 De ministers
 Vroeger waren ministers dienaren van de koning. Nu: ministeriële verantwoordelijkheid 
ministers zijn verantwoordelijk voor het functioneren van de onder hen vallende
ambtenaren.
- Minister zonder portefeuille = minister zonder eigen ministerie (zoals ministerie van
landbouw)
 Minister-president / premier = voorzitter ministerraad
1. Beschikt over een aantal bevoegdheden zoals het zelfstandig vaststellen van de agenda van
de ministerraad
2. Maakt deel uit van de Europese Raad
3. Geeft persconferentie en televisie-interview na afloop van de wekelijkse vergaderingen van
de ministerraad
4. Verantwoordelijk voor de Rijksvoorlichtingsdienst en de Wetenschappelijke Raad voor het
regeringsbeleid.

,  Ministerraad  gevormd door de gezamenlijke ministers  Taak: het beraadslagen en
namens het kabinet te besluiten over het algemene regeringsbeleid en de eenheid van het
regeringsbeleid bevorderen.
 Naast de ministerraad kunnen er onderraden en permanente of tijdelijke commissies
bestaan  een onderraad heeft een meer blijvend karakter en een commissie blijft vaak
voor de duur van de zittende regering.  Alle besluiten die door een onderraad / commissie
worden genomen moeten door de ministerraad worden goedgekeurd.
 De Staatssecretaris maakt geen deel uit van de ministerraad  De staatssecretaris heeft een
zelfstandige verantwoordelijkheid tegenover het parlement, maar moet de aanwijzingen van
de minister opvolgen.
 Eretitel: ministers van Staat = dienen in bepaalde situaties het staatshoofd of de regering
van advies
Overheid beschikt over 3 soorten wet- en regelgeving:
1. Wetten (gezamenlijke verantwoording van de regering en de Staten-Generaal)
- Eerst leggen indieners van het wetvoorstel ter advisering voor aan de Raad van State (=
hoogste adviescollege van de regering)
- Wetsvoorstel naar 2e kamer  Recht van amendement (wijzigingen aan te brengen)
- Na goedkeuring wetsvoorstel naar 1e kamer  GEEN recht van amendement: óf
verwerpen óf aannemen
- Na goedkeuring 1e kamer  koning en betrokken ministers tekenen de wet
2. Algemene Maatregelen van Bestuur (AMVB) = ‘Koninklijke Besluiten’  besluiten van de
Kroon of de regering die voor iedereen geldend zijn: algemeen verbindend.
- Algemeen bindend
- Wettelijke grondslag
- Niet alle Koninklijke Besluiten zijn algemeen verbindende AMvB’s: Beschikkingen =
koninklijke besluiten die een individuele strekking hebben (vooral benoemingen van
ministers, burgemeesters en hoge ambtenaren)
3. Ministeriële regelingen = bindende besluiten die een individuele minister kan nemen
Wetten zijn het meest algemeen, ministeriële regeling is het meest specifiek
In NL: geen constitutioneel hof aanwezig die de wetten toets aan de grondwet  het parlement doet
dit zelf

3.2 De Staten-Generaal (volksvertegenwoordiging: 1e + 2e kamer)
Staten-Generaal  leden worden gekozen op grondslag van evenredige vertegenwoordiging:
- 2e Kamerleden: rechtstreeks gekozen door de kiesgerechtigde bevolking
- 1e Kamerleden: getrapt gekozen door de leden van de provinciale staten (die wel
rechtstreeks worden gekozen door kiesgerechtigde bevolking)
Kiesdeler = het totaal aantal uitgebrachte stemmen delen door 150 (aantal Kamerzetels)
In de praktijk: kiesdeler = kiesdrempel
Kamerleden: parlementaire onschendbaarheid = kunnen niet gerechtelijk vervolgd worden wegens
uitspraken die zij tijdens een vergadering gedaan hebben.
Regering kan elk van beide kamers ontbinden (tussentijds)  nieuwe verkiezingen komen
3.2.1 De Tweede Kamer
Hoofdtaken:
1. Wetgeving
- Recht van initiatief = wetsvoorstellen indienen
- Recht van amendement = wijzigingen aanbrengen
2. Controle
- Recht van interpellatie = Discussie aangaan met een bewindspersoon over een
onderwerp dat niet op de agenda staat

, - Recht van enquête (zwaarste controlemiddel) = commissie die met het onderzoek wordt
belast heeft de bevoegdheid om getuigen en deskundigen te verhoren en (indien
noodzakelijk) te gijzelen.
- Budgetrecht = regeringen controleren door begrotingsbehandeling
3.2.2 De Eerste Kamer (ook wel: senaat)
Overeenkomst: de Eerste Kamer heeft net als de Tweede Kamer als hoofdtaken wetgeving en
controle.
Verschillen:
- Wetgevende taak: Eerste Kamer bezit niet over het recht van initiatief en het recht van
amendement
- Controlerende taak: Eerste Kamer bezit niet over het Recht van enquête en Recht van
interpellatie
Tegenstanders Eerste Kamer: dubbel werk, wetgevingsproces vertraagd en de wijze van verkiezingen
zou niet democratisch zijn.
Voorstanders Eerste Kamer: nut van heroverweging van regeringsvoorstellen, Eerste Kamer bestaat
uit parttime politici wat iets wezenlijks toevoegt aan de beraadslagingen.

3.3 Overig Hoge Colleges van Staat en vaste colleges van advies
Hoge Colleges van Staat zijn ingesteld om de democratische rechtsstaat goed te laten functioneren:

3.3.1 De Raad van State
Benoeming Raad van State: De Raad doet een aanbeveling voor de benoeming van de leden
Formeel is de koning de voorzitter van de Raad van State
De Raad van State heeft 3 taken:
1. Tijdelijke uitoefening van het koninklijk gezag wanneer een troonopvolger ontbreekt
2. Adviestaak: advisering over wetsvoorstellen, ontwerpen van algemene maatregelen van
bestuur, voorstellen tot goedkeurig / opzeggen van een verdrag en ontwerpen van
koninklijke besluiten tot vernietiging.
3. Rechtsprekende taak: uitspraken in geschillen van bestuur (Geschillen tussen burgers en de
overheid en geschillen tussen verschillende overheden)
Voor de laatste 2 taken beschikt de Raad over de Afdeling advisering en de Afdeling
bestuursrechtspraak (naast de leden van de Raad van State  staatsraden = burgers die hun
bekwaamheid of deskundigheid hebben bewezen op het gebied van wetgeving, bestuur of
rechtspraak).
Positie van de Raad van State: discussie over de rechtsprekende taak

3.3.2 De Algemene Rekenkamer
Taak Algemene Rekenkamer = rechtmatigheids- en doelmatigheidscontrole (van beleid en
uitvoering)
Andere taken: betrekking op de controle op andere rechtspersonen dan de staat en Algemene
Rekenkamer kan op eigen initiatief of op verzoek van de Staten-Generaal bijzondere onderzoeken
instellen.
Bestuur van de Algemene Rekenkamer: wordt gevormd door het college  telt drie leden (door de
Tweede Kamer opgemaakte voordracht van Drie Personen benoemd bij Koninklijk Besluit)
3.3.3 De Nationale ombudsman
1. Klachtenbehandeling van burgers en waar mogelijk op te lossen. De taak van de Nationale
ombudsman vult de bestaande rechtsbescherming aan  er kan pas in beroep worden
gegaan bij de Nationale ombudsman als alle andere vormen van bestuursrechtelijke
rechtsbescherming zijn benut
2. Informerende taak (over de relatie tussen overheid en burger en het bijdrage aan de
verbetering van die relatie door openbare rapportages)

, De benoeming van de ombudsman: voor zes jaar benoemd door de Tweede Kamer (na aanbeveling
van de Raad van State, de president van de Hoge Raad en de president van de Algemene
Rekenkamer)

3.3.4 Vaste colleges van advies
1. De Sociaal-Economische Raad (SER): behoort tot de belangrijkste adviesorganen.
Taken SER: advisering van de regering over sociale en economische aangelegenheden en het
bevorderen van het bedrijfsleven
Leden SER: De raad is tripartiet samengesteld (2/3 van de leden wordt benoemd door de bij
Koninklijk Besluit aangewezen algemeen erkende centrale organisaties van ondernemers en
werknemers en de overige leden worden benoemd door de regering (kroonleden)
2. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WWR):
Taken WWR:
1. De regering wetenschappelijk gefundeerde informatie verschaffen over ontwikkelingen
die de samenleving op langere termijn kunnen beïnvloeden en over de problemen die
daarbij te verwachten zijn
2. De ontwikkeling van een wetenschappelijk kader dat de regering in staat stelt
prioriteiten te stellen en een samenhangend beleid te voeren
3. De bevordering van toekomstonderzoek en planning op lange termijn

Door de toename van overheidstaken en de complexiteit van beleid  is het aantal adviescolleges
van de rijksoverheid drastisch toegenomen. De kern van dit stelsel wordt gevormd door de scheiding
van advies en overleg en de versterking van de politieke aansturing van adviescolleges  Kaderwet
adviescolleges
 Het Centraal Planbureau (CPB): verricht werkzaamheden ten behoeve van de jaarlijkse
opstelling van het Centraal Economisch Plan. Verder brengt het adviezen uit over de
algemene vragen die zich bij de verwezenlijking van het Centraal Economisch Plan kunnen
voordoel
 Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP): = het onderzoeksinstituut van het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport  wetenschappelijke verkenningen verrichten en de
verwachte ontwikkelingen schetsen.  bijdrage leveren aan een verantwoorde keuze van
beleidsdoeleinden
 Planbureau voor de Leefomgeving = nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op
het gebied van milieu, natuur en ruimte  het verricht verkenningen, analyses en evaluatie
ten behoeve van het overheidsbeleid ten aanzien van kwaliteit van milieu, natuur en ruimte
 Centraal Bureau voor de Statistiek: leveren onpartijdige, statische informatie, zowel voor
het ondersteunen van de besluitvorming in de overheidsinstanties en het bedrijfsleven als
behoeve van maatschappelijke discussie. Daarnaast publiceert het CBS statistische informatie
over de Nederlandse samenleving

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ctvanderlinden. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.94
  • (0)
  Add to cart