100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Openbaar Bestuur; beleid, organisatie en politiek, ISBN: 9789013159929 bestuurskunde: bestuur, beleid en organisatie $5.94
Add to cart

Summary

Samenvatting Openbaar Bestuur; beleid, organisatie en politiek, ISBN: 9789013159929 bestuurskunde: bestuur, beleid en organisatie

 2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het boek Openbaar bestuur; bestuur, organisatie en politiek

Preview 4 out of 42  pages

  • No
  • H2 t/m h10
  • August 22, 2022
  • 42
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Openbaar bestuur; bestuur, organisatie en politiek
Deel 1: beleid en sturing
H2 Beleid en sturing
2.3 Maatschappelijke sturing en beleid
Beleid = de poging van een bestuursorgaan om een maatschappelijke toestand doelgericht te
beïnvloeden. Beleid gaat daarmee over maatschappelijke sturing: er wordt een maatschappelijke
toestand doelgericht aangepakt.
Maatschappelijke sturing als ordening van het samenleven
 Maatschappelijke sturing gaat over het ordenen en sturen van samenlevingsproblemen
 Maatschappelijke sturing gaat daarnaast ook over het beschermen van mensen of groepen
tegen elkaar
 Maatschappelijke sturing gaat om het ordenen van het maatschappelijk verkeer, op een
manier die integriteit van mensen en groepen beschermt tegen de interventies van anderen
 Maatschappelijke sturing kan ook gaan over voorzieningen waar iemand het belang niet van
inziet, terwijl hij of zij er toch veel baat bij heeft

2.4 Sturen op publieke waarde
Wat is de opbrengst van maatschappelijke sturing?
1. Publieke waarde = het collectieve beeld van wat de samenleving ervaart als waardevol. (Bijv.
een voedselbank)
- De publieke waarde voor de één gaat niet teveel ten koste van de waarde van de ander.
- Publieke waarde is soms ook niet concreet tastbaar (bijv. borging van grondrechten, een
goed opererende rechtsorde)
Maatschappelijke sturing gaat niet alleen over oplossen wat slecht gaat, het kan ook gaan
over het vermeerderen van wat goed gaat.
2. Publieke goederen = goederen die niet-uitsluitbaar én niet rivaliserend zijn waardoor ze
zonder coördinatie en sturing niet tot stand zullen komen. Het gebruik ervan door de één
schaadt het gebruik door de ander niet en je kunt iemand niet van het gebruik weerhouden
(bijv. schone lucht, defensie)
 Tegenovergestelde van publiek goed: privaat goed = een goed dat uitsluitbaar en
rivaliserend is
 Club-goederen = goederen die niet-rivaliserend zijn, maar wel uitsluitbaar (concert van band)
 Commonpoolgoederen = goederen die niet-uitsluitbaar zijn maar wél rivaliserend (vis in de
open zee: op korte termijn is het voor partijen aantrekkelijk om zoveel mogelijk te vissen,
maar als iedereen dat doet dan is er binnen de kortste keren overbevissing)
De tragiek van collectieve actie = gemeenschapsgoederen raken op, gaan kapot of putten uit
omdat er zonder coördinatie overconsumptie optreedt die dramatische gevolgen heeft
Uitsluitbaar Niet-uitsluitbaar
Rivaliserend Privaat-goed Commonpoolgoederen
Niet-rivaliserend Club-goederen Publiek goed

Sturen op publieke waarde
Naarmate het publieke element in het goed of de waarde belangrijker wordt is het waarschijnlijker
dat er maatschappelijke sturing nodig is -> zonder maatschappelijke sturing komt publieke waarde
niet tot stand of raakt het in de verdrukking. Andersom geldt hetzelfde: private belangen moeten
soms tegen publieke belangen worden beschermd, ook daarvoor is maatschappelijke sturing nodig.

, 2.5 Drie wegen voor publieke waarde creatie
Drie wegen waarlangs maatschappelijke sturing kan plaatsvinden:
1. Overheid: publieke waarde via politieke besluiten en overheidssturing (Overheidssturing is
gericht op het realiseren van doelen) Overheidssturing kan ook gericht zijn op het
teweegbrengen van maatschappelijke veranderingen. Daarom wordt overheidssturing vaak
geassocieerd met het begrip maakbaarheid = het idee dat de samenleving met doordacht
ingrijpen gericht is te veranderen. De overheid kan volgens die opvatting de samenleving
naar zijn hand zetten. Overheid probeert om via interventies de samenleving zo te
beïnvloeden dat de doelen van overheidssturing ook daadwerkelijk gehaald worden.
2. Markt: publieke waarde via vraag en aanbod:
Via het marktmechanisme van vraag en aanbod kunnen veel samenlevingsvraagstukken
worden opgelost. Het marktmechanisme werkt in het bijzonder goed als er sprake is van
voldoende concurrentie tussen aanbieders van goederen en diensten = optimaal evenwicht
tussen vraag en aanbod.
De markt stuurt niet doelgericht, zoals overheidssturing dat wel doet, maar biedt een
ontmoetingsplaats waarin burgers en bedrijven hun activiteiten spontaan op elkaar
afstemmen  creëren samen sociale orde
De markt werkt niet via politieke afweging, maar via het mechanisme van vraag en aanbod
3. Maatschappelijke zelfsturing: publieke waarde vanuit eigen motieven en eigen inzet van
mensen (sturing via de gemeenschap)  maatschappelijke zelfsturing houdt in dat
particuliere organisaties of individuen zonder tussenkomst van de overheid proberen
problemen oplossen of kansen benutten. De essentie van maatschappelijke zelfsturing is dat
partijen in de samenleving een publieke kwestie signaleren, daar uit eigen beweging en op
eigen manier mee aan de slag gaan en daarmee publieke waarde voor de samenleving
genereren.  bij veel vormen van maatschappelijke zelfsturing: samenspraak tussen
overheid (kan belastinggeld beschikbaar stellen en algemene regels uitvaardigen) en
maatschappelijke organisaties (weten wat speelt)

2.6 Argumenten VOOR publieke waardecreatie door de overheid
 Geweldsmonopolie van de overheid (overheid heeft alleenrecht op het gebruik van dwang)
 Marktimperfecties: zonder overheid is er geen vrije markt -> markten kunnen alleen goed
functioneren als er een goed werkend rechtssysteem is -> daarvoor is een goed werkende
overheid nodig, die een toegankelijke, efficiënte en onpartijdige rechtsspraak garandeert.
In de welvaartseconomie onderscheiden we 5 vormen van marktimperfecties die
overheidssturing logisch maken:
1. Preventie van monopolies en kartelvorming (beschermen van de markt)  Als een van
beide optreedt tast de consumentensoevereiniteit aan en is er een reden voor
overheidsoptreden.
Probleem: tweeslachtige houding: bescherming nationale economie versus stimulering
vrije markt
2. Productie van publieke goederen (aanvullen van de markt), zoals defensie
Probleem: inefficiënte overheidsmonopolies
3. Regulering van externe effecten (beschermen tegen de markt)  externe effecten van
de markt: het bedrijf en de consument wentelen effecten van hun onderlinge transactie
af op partijen die daarbuiten staan  overheidsoptreden kan negatieve externe effecten
reguleren.
Probleem: beperking concurrerend vermogen bedrijfsleven
4. Omgaan met bemoeigoederen (corrigeren van de markt) 
- als de markt perfect werkt, komen bepaalde goederen op bepaalde plekken niet tot
stand (koopkrachtige vraag schiet tekort -> er is geen verdienmodel mogelijk). De

, overheid wil dat deze goeden juist wel overal beschikbaarheid (aanbod van cultuur
bijvoorbeeld)
- Het zelfde geldt voor goederen waarvoor juist een hele krachtige markt bestaat, maar
waarvan de overheid liever heeft dat mensen ze niet gebruiken  overheid wil gebruik
afremmen (tabak en alcohol)
Bemoeigoederen bevatten altijd een normatieve component: het verbieden of stimuleren is
een politieke keuze, bemoeigoederen impliceren politieke keuzes
Probleem: selectiviteit, onvoorspelbaarheid, onbedoelde effecten overheidsregulering
5. Compenseren van verdelingseffecten (compenseren van de markt)  de markt
produceert ongelijk -> het compenseren van de scheve verdelingseffecten van de markt
kan reden zijn voor overheidsinterventie. De overheid wil dan voorkomen dat er
onaanvaardbaar geachte welvaartsverschillen in de samenleving ontstaan. Het
compenseren van verdelingseffecten kan bijvoorbeeld via inkomstenbelasting,
subsidiëring van basisvoorzieningen of concrete inkomensondersteuning voor bepaalde
groepen.
Probleem: bureaucratisering en nieuwe ongelijkheden

2.7 Mengvormen: hybride sturingsvormen
Veranderende verhoudingen tussen overheid, markt en gemeenschap:




De dynamiek van boven naar beneden: privatisering, marktwerking en participatiesamenleving:
- Bij privatisering en marktwerking gaat een taak of dienst vanuit het mechanisme van
overheidsproductie naar het marktmechanisme
- Participatiesamenleving gaat om het bewegen van activiteiten vanuit het mechanisme
van activiteiten vanuit het mechanisme van overheidsproductie naar het mechanisme
van productie door de overheid.
De dynamiek van beneden naar boven: burgerkracht, zelforganisatie, sociaal ondernemerschap en
MVO:
- Burgerkracht en zelforganisatie gaat om mensen die zelf initiatief nemen om iets in hun
omgeving op te pakken: het initiatief ligt bij de burgers in de samenleving (ongevraagd en
op eigen voorwaarden)
- Sociaal ondernemerschap en MVO gaan om een vergelijkbaar soort van inactieven maar
dan met een (Bescheiden) winstoogmerk en ondernemerschap als kenmerk. Sociale

, ondernemers bouwen hun organisatie op een verdienmodel.  sociale ondernemingen
kunnen zo uitgroeien tot volwaardige bedrijven die vanuit de sociale ambitie en
doelstellingen van de ondernemers wel degelijk volop in de markt meedoen en
concurreren met overheidsvoorzieningen (buurtzorg)
- Coöperatief organiseren = het fenomeen dat gemeenschap en markt zich gaan
vermengen (Broodfondsen voor zzp’ers)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ctvanderlinden. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67418 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.94  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added