In dit document worden oefenvragen met een gelijke moeilijkheidsgraad als het tentamen van dit vak bekeken. Onderaan het document staat de antwoordsleutel voor alle vragen. Succes met het tentamen!
Summary Criminality, Cognition And Personality
Summary Personality, Personality Disorder and Violence, ISBN: 9780470059494 Criminality, Cognition And Personality (500187-B-6)
All for this textbook (5)
Written for
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Criminaliteit, Cognitie En Persoonlijkheid
All documents for this subject (27)
1
review
By: sinemerdogan1 • 1 year ago
Seller
Follow
morrisverholt
Reviews received
Content preview
Tilburg University – Bachelor Psychologie
Criminaliteit, Cognitie & Persoonlijkheid 2022-2023
Oefenvragen H 1, 2, 7 t/m 11
Hoofdstuk 1 Introductie
1. Agressie en geweld zijn twee verschillende concepten, welk van de onderstaande
statements beschrijft de relatie tussen agressie en geweld juist?
a) Agressief gedrag is altijd gewelddadig, maar gewelddadige handelingen zijn niet
altijd agressief
b) Agressief gedrag is niet per definitie fysieke agressie, geweld is de combinatie van
agressief gedrag in combinatie met een fysieke component.
c) Gewelddadig gedrag is niet per definitie fysiek, agressie is de combinatie van
gewelddadig gedrag met een fysieke component.
d) Agressief gedrag brengt nooit fysieke schade aan maar kijkt juist naar mentale en
cognitieve concepten als bedreigen en negeren, geweld brengt altijd fysieke schade.
2. Eva wordt gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis haar vriendin Anke
heeft geen persoonlijkheidsstoornis maar wordt wel gezien als geesteszieke. Welk
van de volgende statements kan juist gesteld worden bij deze vriendinnen?
a) Eva heeft net zoveel kans om opnieuw te worden veroordeeld voor ernstige
overtreding als Anke
b) Anke zal meer agressie en geweld gebruiken dan Eva
c) Eva heeft meer kans op een recidive na ontslag uit het ziekenhuis dan Anke zal
hebben
d) Eva heeft tot wel 4 keer meer kans op een ernstige recidive
3. Onderzoek naar de behandeling van misdadigers met een PSn is schaars, op dit
moment wordt er vooral gekeken naar (geef aan welk van de volgende stellingen juist
is):
a) Algemene mogelijkheden voor de behandeling van ASPD
b) Cognitieve gedragstherapie met een oog op de toepassing voor Cluster A
c) Behandelingen voor individuen met psychopathie met een focus voor de theorie
achter de PSn
d) Psychodynamische therapie, deze wordt op dit moment nog vooral gebruikt voor
Borderline
Hoofdstuk 2 Voorspellers en verklaringen
4. In de beoordeling van causale verbanden tussen PSn en geweld willen Liam en
Laure gaan kijken naar mogelijke moeilijkheden die zij kunnen verwachten om
causaliteit te onderzoeken. Welke statement om van een causaal verband te mogen
spreken is niet juist?
a) Liam zegt dat de ene component de ander moet voorafgaan
b) Laure geeft aan dat er geen logisch verband mag bestaan, anders zijn de twee
componenten misschien gecorreleerd
c) Liam zegt dat er een uitsluiting moet zijn van confounds
d) Laure geeft aan dat er covariatie aanwezig moet zijn in het verband.
, 5. Als kinderen wordt groep 5 van basisschool De Lekkerbek gevolgd in longitudinaal
onderzoek. Over de jaren blijkt gedrag van de gevolgde kinderen een voorspellende
waarde te hebben voor PSn die zij later ontwikkelen. Welke statement met betrekking
tot gedrag en een latere PSn is juist?
a) Het plegen van inbraak en bedreigend gedrag zal worden geobserveerd bij
individuen die mogelijk gediagnosticeerd worden met een paranoïde PSn
b) Betrokkenheid bij brandstichting en fysieke gevechten zijn tekenend voor
psychopathie
c) Voor Borderline PSn zullen dezelfde vormen van gedrag worden vertoond als bij
een narcistische PSn, enkel als er wordt gecontroleerd voor middelenmisbruik
d) Middelenmisbruik is de grootste voorspeller van alle PSn
6. De cirkelredenatie die we zien in causale modellen heeft verschillende gevolgen.
Welk van de onderstaande statements is niet juist?
a) Deze redenering zorgt voor het overschrijden van de gedachte van
unidirectionaliteit, gedrag verklaart ook de PSn en andersom
b) Causale modellen geven tegenstrijdige uitkomsten en er zijn verschillende niveaus
nodig om bijvoorbeeld geweld te verklaren.
c) Er ontstaat tegen verwachting bidirectionaliteit van verklaringen waar de PSn
gedrag verklaart, maar niet andersom
d) De bestaande causale modellen worden verdacht van volledige stabiliteit en
correctheid waardoor er weinig ruimte is voor nieuwe uitkomsten.
7. Onderzoek naar impulsiviteit van menig PSn geeft verschillende conclusies, welk van
de volgende statements is onjuist?
a) De mate van impulsiviteit komt enkel direct tot stand door de persoon-omgeving
interactie
b) Impulsiviteit kan samen getrokken worden met een lage zelfbeheersing en daarmee
tot een onmiddellijke behoeftebevrediging.
c) De lage zelfbeheersing blijkt uit onderzoek te leiden tot hogere maten van
criminaliteit
d) Impulsiviteit en geweld worden samen gecorreleerd uit longitudinaal onderzoek
waarbij het nemen van risico’s een groter effect lijkt te hebben dan hyperactiviteit.
Hoofdstuk 7 Affect, cognitie en psychopathie
8. Welk van der onderstaande statements over spiegelneuronen is waar?
a) Spiegelneuronen worden gelokaliseerd in de posterior parietal cortex en geven een
verklaring voor emotioneel inlevingsvermogen
b) Spiegelneuronen worden gelokaliseerd in de superior pariatal cortex en onderzoek
is goed repliceerbaar
c) Spiegelneuronen worden gelokaliseerd in de inferior frontal cortex en onderzoek is
moeilijk te bevestigen
d) Spiegelneuronen worden gelokaliseerd in de orbitofrontal cortex en onderzoek en
geven geen verklaring voor inlevingsvermogen
9. Welk van de onderstaande hersenstructuren wordt geactiveerd voor zowel het ervaren
van pijn als het waarnemen bij anderen?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller morrisverholt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.