Samenvatting Basisboek Methoden en Technieken
Hoofdstuk 1
1.1Fasen van onderzoek:
- Probleemanalyse, Onderzoeksvragen, Informatie zoeken
- Onderzoeksopzet
- Verzamelen van Data
- Data-analyse
- Conclusie
- Rapportage
Het nut van gebruiken van bestaande informatie geeft antwoord op:
- Waar baseren andere onderzoekers hun theorieën op
- Wat voor opzet gebruiken andere onderzoekers bij vergelijkbaar onderzoek
- Hoe meten en definiëren onderzoekers vergelijkbare kenmerken
Kwantitatief onderzoek is vooral om zaken vast te stellen. Kwalitatief onderzoek
vooral om dingen te ontdekken. Mixed method is een combinatie van beide.
Eenheden: Op wie of wat de vraag betrekking heeft
Kenmerken: de eigenschappen van de eenheden
Populatie: de verzameling van alle eenheden waar je uitspraken over wilt doen.
Respondenten: De mensen van wie je de gegevens vraagt/krijgt.
Externe validiteit: In welke mate kun je de onderzoeksresultaten generaliseren
naar de beoogde populatie.
Interne validiteit: Is het resultaat wel de juiste weergave van de werkelijkheid
of zijn er storende factoren?
Splitsingstechniek: Om een populatie te verkleinen kun je hem splitsen: bijv
patiënten patiënten in NL volwassen patiënten in NL.
Construct: Kennen vaak verschillende dimensies, zoals de variabele
“aantrekkelijkheid.”
Concept: kennen vaak geen verschillende dimensies, zoals de variabele
“geslacht”
Directe onafhankelijke kenmerken: hebben meestal directe gevolgen en zijn
niet het gevolg van andere kenmerken.
Directe afhankelijke kenmerken: is een gevolg van een ander kenmerk. In de
tijd vindt deze plaats na een onafhankelijk kenmerk
Indirecte controlekenmerken (moderatorkenmerk): mogelijke
beïnvloedende kenmerken.
Vier factoren van haalbaarheid waar je bij je onderzoek rekening mee moet
houden:
- Tijd
- Geld
- Bereidheid en bereikbaarheid van respondenten of proefpersonen
incentives: om respondenten te stimuleren kun je een ipad verloten bijv.
, - Risico- analyse
- Onvoorziene tijd, activiteiten, kosten
- niet beschikbaarheid van middelen
- onvoldoende respondenten
- onvoldoende steun van opdrachtgever
- problemen tussen onderzoekers.
Hoofdstuk 2. Hoe kies je het onderzoeksontwerp?
2.1. Er zijn drie soorten onderzoeksvragen onderscheiden:
Frequentieonderzoeksvragen: Hoe vaak komt een fenomeen voor?
Verschilonderzoeksvraag: vergelijking van onderzoekseenheden
Samenhangonderzoeksvraag: de samenhang van twee kenmerken.
- Positief verband: Hogere score op het ene kenmerk (X) gaat gepaard met een
hogere score op het andere kenmerk (Y)
-Negatief verband: Een hogere score op het ene kenmerk (X) gaat gepaard met
lagere score op het andere kenmerk (Y)
2.2.Drie voorwaarden van een causale relatie:
- 2 variabelen moeten met elkaar samenhangen
- Onafhankelijke (oorzakelijke) variabele moet voorafgaan in de tijd aan
afhankelijke variabele.
- er mag geen derde variabele in jet spel zijn.
2.3. Er zijn verschillende soorten “derde variabelen”
- Mediërende variabele: de derde variabele hangt samen met zowel de
onafhankelijke als de afhankelijke variabele. Een deel van de relatie loopt via de
derde variabele: de moderator.
- Confounding variabele: deze geeft een vertekend beeld van het verband
tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele, maar is geen tussenschakel.
- moderatorvariabele: De derde variabelen verandert het verband tussen de
onafhankelijke en afhankelijke variabele. De relatie tussen de twee variabelen is
anders voor iedere waarde van de moderator.
2.4. Drie typen onderzoek:
Beschrijvend onderzoek: Beschrijven van een bepaald soort fenomeen, bijv.
hoe veel, hoe vaak iets voorkomt.
Expoloratief onderzoek: Je wilt nagaan waarom je bepaalde gegevens of
verschillen vindt. (zonder hypothese)
Toetsend onderzoek: Je toetst een bepaalde theorie (hypothese)
Een hypothese is een stelling die je in je onderzoek toetst. Verifiëren:
bevestigen van je hypothese. Falsifiëren: verwerpen van je hypothese.
Summatief/product/effect evaluatieonderzoek: Toetst de effectiviteit van
een interventie.
Formatief/procesevaluatie onderzoek: ga je na welke factoren de interventie
wel of niet succesvol maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jankereitsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.