Epistemologie (wat is kennis) → Kennisleer
Ontologie (studie over hoe de wereld is) → Zijnsleer
Metafysica (studie naar de eerste oorzaken) → Uitstijgend boven natuur
-----
Sciëntisme (tijdperk van zekerheid) → Wetenschap is verreweg superieur aan alle andere
pogingen om kennis te borgen
Scepticisme (wetenschap is geloof) → Wetenschap geeft geen zekerheid, het is gelijk aan
andere vormen van kennis
,Rationalisme (deductie) → Ons denk-redeneervermogen is de bron van kennis
Empirisme (inductie) → Zintuiglijke waarneming is de bron van kennis
Nativisme → Alle ideeën hebben we al gezien in ons vorige leven (we moeten het ons alleen leren
herinneren)
Modern rationalisme/empirisme (vanaf de wetenschappelijke revolutie) → Voor de
revolutie keken ze alleen naar de vraag: wat is kennis? Na de revolutie keken ze naar de
vraag: wat is wetenschap? Het is dus een nieuwe tijd waar meer gefocust werd op
wetenschap en niet meer de traditionele filosofen
Positivisme (monoïsme) → Er is slechts één wetenschappelijke methode en het moet
gebruikt worden voor alle wetenschappen (onderzoek is gericht op het beschrijven en
verklaren van verschijnselen)
Hermeneutiek (dualisme) → Er zijn twee soorten wetenschappen, namelijk sociale
wetenschappen en natuurwetenschappen (onderzoek is gericht op begrijpen)
Logisch positivisten → Verificatie als demarcatie (weg met synthetisch a priori, maar
synthetisch a posteriori is de enige manier om tot kennis te komen)
Demarcatie → Criterium voor wat de scheidslijn is tussen wetenschap en
pseudowetenschap
Verificatie → Zoeken naar bevestiging
Falsificatie → weerlegging
Fysicalisme → De basis van wetenschap bestaat niet uit wat men ziet met het geestesoog
(mentale concepten), maar met het lichaamsoog (fysieke concepten). Fenomenalisme is het
tegenovergestelde
Kritisch rationalisme (falsificatie) → Je moet als wetenschapper er altijd vanuit gaan dat er
iets niet klopt aan je theorie. Je moet zo hard mogelijk tegen je theorie aanschoppen
Falsificationisme → Als een theorie er niet in slaagt om voorspellingen te doen die mogelijk
verkeerd blijken te zijn dan is het geen wetenschappelijke theorie
Historicisme → De geschiedenis ontwikkelt zich volgens vaste wetten. Het is het primaire
doel van de menswetenschap om die onveranderlijke wetten te formuleren om
veranderingen in de samenleving te kunnen voorspellen
Relativisme → Stelt dat de waarheid van een uitspraak niet op zichzelf staat, niet feitelijk is,
maar afhankelijk is van de persoon of groep die hem gebruikt
Methodologisch anarchisme → Stelt dat geen enkele wetenschappelijke methode
zaligmakend is
Constructivisme → Men ziet wat men ziet in het licht van de reeds opgedane
verwachtingen en vooronderstellingen (elk individu construeert zijn of haar eigen realiteit)
Pragmatisme → Wordt gekenmerkt door de focus op het verbinden van de praktijk met de
theorie, die volgens het pragmatisme niet los van elkaar staan. Het bekendst is wellicht hun
pragmatische theorie van de waarheid die stelt dat een opvatting waar is als het in de
praktijk werkt
, Idealisme → Er is geen fysieke realiteit (dingen bestaan alleen als iemand het daadwerkelijk
waarneemt)
Realisme → Er is wel een fysieke realiteit (dingen bestaan zonder dat je er over nadenkt en
niet waarneemt)
Naturalisme → De natuur is de enige realiteit en wetenschap de beste methode om dat te
onderzoeken. De menselijke geest is ook natuurlijk. Alleen feitelijke uitspraken zijn reëel en
waar
Dogmatisme → Geloven, je houdt vast aan autoriteit en eigen vasthoudendheid
Darwinisme → Genetica en sociobiologie (menselijk gedrag verklaren in biologische
termen)
Pluralisme → Elke methode kan kennis verschaffen (gebruik elke methode)
Unificatie → Traditioneel gezien opgevat als reductionisme (voor het verklaren van
problemen redeneer je steeds terug naar een lager niveau)
-----
● Filosofie is op te delen in 3 subdivisies die zich elk met hun eigen vraagstuk
bezighouden =
1. Metafysica (onderzoekt de eerste oorzaak van dingen) → richt zich op wat
de waarneming onttrekt
2. Ontologie (onderzoekt de essentie van dingen) → het gaat om de bepalende
eigenschappen van dingen en de wijze waarop deze ontstaan
3. Epistemologie (onderzoekt de aard van kennis) → de leer van de kennis
● 2 rivaliserende benaderingen van de filosofische vraagstukken die het debat
domineerden zijn =
1. Rationalisme → je krijgt kennis door middel van rede
2. Empirisme → je krijgt kennis door middel van je zintuiglijke ervaring
● Heraclites (600 – 540 BC) - empirist
- Door verandering kunnen mensen geen kennis krijgen → “niets is, alles wordt”
● Parmenides (510 – 440 BC) - rationalist
- De werkelijkheid is statisch, er is een onveranderlijke wereld → “alles is, niets wordt”
● Socrates (470 – 399 BC) - rationalist
- Omdat een object voor de een er anders uitziet dan voor de ander, kan men
via de empirie nooit zekerheid bereiken over de aard van de werkelijkheid. De
ultieme conclusie die Socrates daaruit trok, was dat hij maar een ding zeker
wist, namelijk dat hij niets wist. Dit idee, dat zekere kennis onbereikbaar is,
noemt men scepticisme.
● Plato (424 - 347 BC) - rationalist
- Volgens hem gaat het bij de waarheid en kennis over de wijze waarop dingen
daadwerkelijk zijn, en niet over hoe zij voor een persoon zijn. Kennis is geen
perceptie omdat dit zou leiden tot relativisme waarbij iedereen zijn eigen
werkelijkheid heeft
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CWstudent10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.