Les 1: Doofblindheid
1. benoemt wat de term doofblindheid inhoud (definitie).
In Nederland zijn ongeveer 4.000 mensen met doofblindheid. Je bent doofblind als je het
verlies aan gehoor niet kunt compenseren met je gezichtsvermogen en het verlies aan je
zicht niet kunt compenseren met je gehoor.
Doofblindheid is een gecombineerde handicap auditief (doof/slechthorend) en visuele
beperking (blind /slechtziend). Ondanks hulpmiddelen zijn aanpassingen nodig van en door
de omgeving om aan maatschappelijk verkeer deel te nemen (wat betreft informatie,
communicatie, mobiliteit)
2. geeft een opsomming van de diverse groepen doofblindheid en kan de verschillen
tussen die groepen aan geven.
Je kunt mensen met doofblindheid onderverdelen in 3 groepen.
1:Congenitale doofblindheid
5 % van de doelgroep heeft congenitale doofblindheid. Dit geldt voor kinderen die tijdens of
na de geboorte doofblind zijn geworden. Het komt vaak in combinatie met andere
aandoeningen zoals een syndroom etc. Oorzaken van congenitale doofblindheid zijn:
Rubella syndroom (Rode Hond) tijdens zwangerschap, CHARGE-syndroom, Syndroom van
Zellweger, Prematuren (vroeggeboorten), hersenvliesontsteking
https://www.youtube.com/watch?v=uvg1KlNQfXQ
2:Verworven doofblindheid
Verworven doofblindheid manifesteert na de start van taalontwikkeling of rond/na de
pubertijd. 95% van de doofblindheid groep heeft verworden doofblindheid. Je hebt 2
vormen: vroeg-verworven vorm en laat verworven vorm. Bij vroeg verworven moet je nog
een hele ontwikkeling doormaken, hierin wordt je door je vroeg verworven doofblindheid
beperkt. Oorzaken van verworven doofblindheid zijn: Usher-syndroom, overige oorzaken:
zoals trauma’s, hersentumor, medicijngebruik, bestraling,enz.
De grootste groep mensen bij verworden doofblindheid zijn mensen met het usher
syndroom.
Indeling naar combinatie:
▪ A: doof of slechthorend en blind of slechtziend geboren of in de eerste levensjaren
▪ B: blind of slechtziend geboren, later doof of slechthorend geworden
▪ C: doof of slechthorend geboren, later blind slechtziend geworden
▪ D: op latere leeftijd doof of slechthorend en blind of slechtziend geworden
(ouderdomsdoofblinden)
Indeling naar behandeling
Als je iemand gaat behandelen is het van belang om te weten hoe je iemand moet
benaderen.
▪ De ernst van de auditieve handicap
▪ De ernst van de visuele handicap (als iemand je niet ziet, moet je tactiel contact
maken)
▪ Het moment waarop beide zijn ontstaan
, 3: Ouderdomsdoofblindheid (grootste groep)
De grootste groep van doofblindheid is na je 55ste levensjaar. 80.000 mensen zijn ongeveer
doofblind. Zij zijn niet volledig doof of blind maar hebben een beperking. 75% is 65 jaar
ouder. Ouderdomsdoofblindheid heeft verschillende oorzaken maar de combinatie is altijd
auditief of visueel
3. benoemt dat de verschillen die er zijn afhankelijk zijn van de handicap (oorzaak en
het moment van ontstaan), deels ook van de persoonlijkheid, omgevingsfactoren,
cognitief niveau, opleiding en ervaring.
De verschillen tussen de diverse mensen met doofblindheid zijn afhankelijk van:
- de handicap
- het moment dat de beperking is ontstaan (heeft iemand de taalontwikkeling al
verworven? Wat weet een persoon al?)
- de persoonlijkheid, (iemand die temperamentvol, iemand die timide is maakt
misschien wat moeilijker contact)
- omgevingsfactoren, (iemand die in een 3de wereld land doofblind is maakt ook
verschil, hoe zijn de voorzieningen geregeld? Heb je steun vanuit je omgeving?)
- opleiding en ervaring.
4. beschrijft de gevolgen van de beperking voor het leven van de persoon met
doofblindheid.
Er zijn grote beperkingen op het gebied van verkrijgen van informatie, communicatie en
mobiliteit (gehoor en visus zijn de zogenaamde afstandszintuigen, d.w.z. zintuigen die de
prikkels van ‘ver’ opvangen). Je mist bijvoorbeeld wat voor weer het buiten is, je mist
geluiden om je heen, je kunt niet naar het journaal kijken. Je moet leren met een stok te
lopen.
Je mist veel informatie waardoor je een situatie anders opvat dan een gesprekspartner
Er vindt een verscherping van restzintuigen plaats: non-verbale informatie via reukzin,
tastzin, of zesde zintuig (intuïtie)
Alles kost extra tijd en energie
Je hebt minder zelfstandigheid en meer afhankelijkheid
Doofblindheid les 2:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sj10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.