100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting ontwikkelingspsychologie, toegepaste psychologie $7.45
Add to cart

Summary

samenvatting ontwikkelingspsychologie, toegepaste psychologie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

dit is een uitgebreide samenvatting voor het vak ontwikkelingspsychologie van de opleiding toegepaste psychologie. hier is het boek en colleges samengevat. Er zitten ook aantekeningen in en uitleg van begrippen. het is een overzichtelijke samenvatting omdat het per week gaat en bepaalde aspec...

[Show more]

Preview 4 out of 42  pages

  • August 23, 2022
  • 42
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
Week 1


COGNITIEVE BABYTIJD
COGNITIEVE ONTWIKKELING VOLGENS JEAN PIAGET (1896-1980)
Babys maken na hun geboorte een grote cognitieve groei. Jean Piaget heeft hier veel onderzoek na gedaan. Eén van zijn
uitgangspunten is: dat het denken gebeurt aan de hand van schema’s. Dat zijn bepaalde mentale structuren waarop wij de
wereld zien.

Babys zijn erg flexibel van het aanpassen van deze schema’s. Het aanpassen van deze schema’s wordt adaptatie genoemd.

Adaptatie kent twee verschillende vormen:
- Assimilatie: wanneer we iets nieuws plaatsen binnen iets wat we al kennen.
- Accommodatie: wanneer het bestaande schema wordt uitgebreid.
Hierdoor gaat een baby de wereld om zich geen beter begrijpen.

Piaget verdeelde de cognitieve ontwikkeling in 4 verschillende fases:
- Sensomotorische fasen: hier leert een baby door dingen te doen en te ervaren. Deze fase loopt tot het tweede
levensjaar.
- Preoperationele fasen: hier leren kinderen te redeneren. Dit loopt van de 2 e tot de 7e levensjaar.
- Concreet operationele fase: ontwikkelt het concrete denken en het redeneren zich verder. Hier leren kinderen
bijvoorbeeld om te rekenen. 7e tot 11e levensjaar.
- Formeel operationele fase: hier ontwikkelt zich het abstracte denken. Adolescentie tot volwassenen.

PIAGET DEELT DE SENSOMOTORISCHE FASE TOE IN 6 SUB STADIA :
- Substadium 1: eenvoudige/aangeboren reflexen, zoals zuigreflex en grijpreflex (0-1 maand)
- Substadium 2: eerste gewoonten en primaire circulaire reacties, activiteiten die een baby steeds opneiuw doet, omdat
die prettig voor zijn. Zoals een knuffel steeds pakken. (1-4 maanden)
- Substadium 3: secundaire circulaire reacties, meer gericht naar de buitenwereld. Wordt er meer in de omgeving
ingespeeld. Ze gaan bijvoorbeeld hun stem gebruiken. (4-8 maanden)
- Substadium 4: coördinatie van secundaire circulaire reacties, hier gaan baby’s gebeurtenissen op een gecoordinaire
manier uitlokken, hij wil iets gebruiken door handelingen te verrichten. Bijvoorbeeld iets wegduwen om erachter te
pakken. -> objectpermanentie: baby gaat beseffen dat iets wat niet zichtbaar is, niet ophoudt te bestaan. (8-12
maanden)
- Substadium 5: Tertiaire circulatie reactie: Een kind wordt nieuwsgierig en kijkt welke gevolgen zijn daden hebben. Dit
uit interesse naar de wereld. Zoals hard en zacht met een bal gooien. (12-18 maanden)
- Substadium 6: Het begin van denken, in deze fasen kunnen kinderen een mentale representatie van iemand maken,
waarvoor ze bijvoorbeeld op zoek gaan naar iets wat niet in zicht is. (18-24 maanden)
Piaget kreeg veel kritiek. Zijn idee werd verworpen dat ze cognitieve ontwikkeling de basis heeft van de motorische activiteiten.
Dit omdat is gebleken dat kinderen met een fysieke handicapt zich op dezelfde manieren ontwikkelen als kinderen zonder
fysieke handicap.


GEHEUGEN BABYTIJD
Infantiele amnesie: de afwezigheid van herinneringen voor het derde levensjaar
- De rol van taal: doordat baby’s geen tot weinig taal kennen, worden herinneringen niet in een taal opgeslagen.
- Impliciete en expliciete herinneringen:
o Impliciete herinneringen: het onbewuste geheugen, waarin bijvoorbeeld hoe je moet lopen wordt opgeslagen.
o Expliciete herinneringen: bevat de bewuste herinneringen die doelbewust kunnen worden opgehaald. Zoals
namen van familieleden.
De vroegste herinneringen zijn impliciet. Vanaf de tweede helft van het eerste levensjaar worden expliciete herinneringen
opgeslagen.

,Taalontwikkeling bij baby’s
- Pre linguïstische communicatie: de communicatie die baby’s gebruiken voor ze taal gebruiken.
- Brabbelen
- Eerste woordje van een baby komt rond het eerste jaar
- Babytaal: de taal die gericht is naar kleine kinderen. De taal wordt gebruikt door volwassene om tegen baby’s te praten.
Zoals korte eenvoudige woordjes, hoge tonen.


FYSIEKE ONTWIKKELING BABYTIJD
PRÉNATALE ONTWIKKELING
De prenatale ontwikkeling ontstaan in de buik van de moeder. Het eerste wat zich gaat ontwikkelen is de neurale buis. Dit is de
ruggenmerg en de hersenen Het kind krijgt voeding via de placenta en alles wat de moeder eet heeft invloed op het kind. Ook
stress van een moeder heeft effect op het kind. Dit maakt een kind kwetsbaar in de buik.

ALLE INVLOEDEN VAN BUITENAF DIE INVLOED HEBBEN OP HET KIND NOEMT MEN HET TERATOGENE EFFECTEN:
- Voedingspatroon van de moeder;
- Leeftijd van de moeder;
- Prenatale begeleiding van de moeder;
- Gezondheid van de moeder;
- Drugsgebruik;
- Alcohol, tabak, cafeïne,
- Stress
- Ziekte.

APGAR-score: dit is een score van 1-10 die aan het kind wordt gegeven om te bepalen hoe goed het kind functioneert. Er wordt
op 5 facetten gekeken:

- Huidskleur
- Hartslag
- Reactievermogen
- Activiteiten level
- Ademhaling

Er wordt per facet 0,1 of punten gegeven en afhankelijk per facet wordt er een behandeling ingezet.

Baby’s hebben al een aantal zintuigen, denk aan rook en horen. Sommige zintuigen moeten verder ontwikkeld worden, zoals
zien. Een baby ziet wazig maar kan wel al contrast zien.

Reflexen zijn ook aangeboren. Reflexen zijn aangeboren fysieke vaardigheden. Deze zijn niet aangeleerd, gestructureerde
onvrijwillige respons die automatisch optreedt. Dit in aanwezigheid van bepaalde stimuli. Dit zorgt voor een grotere
overlevingskans.

Reflexen:

,MOTORISCHE ONTWIKKELING
Grove motoriek: bijvoorbeeld staan, zitten

Fijne motoriek: kleuren, knippen

Motorische problemen: wanneer een kind bijvoorbeeld achterloopt met lopen vergeleken met zijn leeftijdsgenoten. Dit hangt
meestal samen met andere ontwikkelingsproblemen. Bijvoorbeeld leerproblemen.

Grove motorische motoriek: per welke maand een kind het beheerst




4 PRINCIPES VAN GROEI
Er liggen 4 principes van groei ten grondslag aan de menselijke groei:

- Cefalocaudale principe
- Proximodistale principe
- Principe van hiërarchische integratie
- Principe van de onafhankelijkheid van systemen

Deze 4 principes vormen een verklaring van de patronen aan de hand waarin onze groei zich voltrekt.

Kinderen groeien snel. Ledematen groeien niet op dezelfde snelheid.

Zelfbeeld, zelfconcept

Baby’s zien zichzelf niet als een los individu. De eerste 5 maanden geen onderscheid tussen zichzelf en omgeving. Ze zien
bijvoorbeeld de moeder als een bestaan.

, DE EERSTE TEKENEN VAN ZELFBEELD:
- Besef van lichamelijke toestand, zoals pijn.
- Beinvloeden omgeving
- Egocentrisme, vooral in de peutertijd.
- Visuele zelfherkenning: kinderen herkennen zichzelf in de spiegel.
- Autobiografische geheugen: het kind kan iets over zichzelf vertellen.

Temperament: de vroegste aangeboren verschillen in karakter/ persoonlijkheid. Dit is de voorloper van de persoonlijkheid. De
volgende punten zegt iets over het temperament van het kind:




KINDEREN KUNNEN WORDEN ONDERVERDEELD IN 3 SOORTEN KINDEREN:
- Het gemakkelijke kind;
- Het moeilijke kind;
- Kinderen die langzaam op gang komen.

Goodnes of fit: hoe ouders zich afstemmen op het kind. Dit heeft gevolgen over hoe het kind zich op sociaal en emotioneel
gebied ontwikkelt.

EMOTIE:
Emotie zijn bij alle kinderen in alle culturen hetzelfde.

Differentiële emotie theorie: het switchen van emoties. Kinderen hebben vreemdst of scheidingsacht. De glimlach is een sociale
ontwikkeling. In het begin is een glimlach een spiertrekking.

HECHTING :
 Veilig hechtingspatroon: een kind leert te vertrouwen op de omgeving.
Hechting en vertrouwen heeft te maken dat de ouders sensitief reageren. Sensitief reageren is als een kind valt, dat je
het kind troost en verzorgt. Als het kind bang is, dat je het licht aandoet om te laten zien dat er niks aan de hand is. Dit
heeft niks te maken met affectie. Affectie heeft te maken liefde.

 Angstig-vermijdend hechtingspatroon: ouders emotioneel niet daar. Kind leert niet te vertrouwen op de ouders. Ouders
zijn er niet voor het kind. Het kind huilt bijvoorbeeld of valt, en ouders geven geen aandacht. In de toekomst mogen
partners niet te dichtbij komen.

 Angst-ambivalent hechtingspatroon: de ene keer krijgen ze veel liefde, dan weer niet. Kinderen leren dat ze niet kunnen
vertrouwen op de omgeving. Ouders zijn er som wel soms niet. Het kind leert op jonge leeftijd hoe hij aandacht moet
trekken van de ouders. Op volwassen leeftijd klampen deze mensen zich vast aan de ouders. Hebben weinig
zelfvertrouwen en willen veel aandacht van de partner.

 Gedesorganiseerd hechtingspatroon: hebben angst voor ouders. Worden vaak mishandeld door ouders.


Over extensie: de gewoonte om woorden algemeen te gebruiken, waardoor de betekenis ervan gegeneraliseerd wordt.
Bijvoorbeeld: alles met wielen is een auto.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sadafazimi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.45
  • (0)
Add to cart
Added