Na WOII wouden mensen nooit meer oorlog, dit kwam tot uitdrukking is
een supranationale samenwerking om zo oorlog te voorkomen. In het
begin van de jaren 50 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
(EGKS) opgericht om de voorziening van kolen en staal te garanderen. De
EGKS mondde uiteindelijk uit tot de Europese Unie (EU) zoals wij die nu
kennen met 28 lidstaten.
De Europese Unie kent geen binnengrens, alleen 1 grote buitengrens. De
Unieburgers kunnen vrij reizen, wonen en werken binnen de Europese
Unie. Bovendien is er sprake van een Eurozone, waar 19 lidstaten lid van
zijn, zij hebben dus allen de euro als wettig betaalmiddel.
Eurozone
Niet alle landen van de EU (28 totaal) zijn lid van de Eurozone (19 totaal),
dit komt omdat landen aan bepaalde criteria moeten voldoen om toe te
kunnen treden tot de Eurozone. Deze criteria wordt convergentiecriteria
genoemd:
1. Het begrotingstekort mag niet hoger zijn dan 3% BNP;
2. De overheidsschuld moet lager zijn dan 60% BNP;
3. De inflatie mag niet hoger zijn dan 1,5% boven de gemiddelde
inflatie van de 3 lidstaten met de hoogste inflatie;
4. Een gemiddelde nominale lange termijn rente die niet meer dan 2%
hoger ligt dan de 3 lidstaten met de laagste inflatie;
5. Een wisselkoers zonder grote spanningen (t/m 2 jaar terug)
Bovendien moeten de lidstaten de wisselkoersen onherroepelijk
vastleggen en de ECB is exclusief bevoegd voor het monetair beleid. Het
economische beleid ligt wel bij de lidstaten zelf.
Noodfondsconstructie, 9 mei 2010
In 2008 werd de Europese Unie getroffen door een bankencrisis die
uiteindelijk in 2009 uitmondde in een schuldencrisis. Dit is een samenloop
van omstandigheden geweest, waaronder het feit dat lidstaten dachten als
zij eenmaal aan de convergentiecriteria voldeden zij konden toetreden tot
de Eurozone; echter is het de bedoeling dat zij de gehele periode blijven
voldoen aan die criteria. Dit is een van de omstandigheden waardoor er
uiteindelijk een crisis is ontstaan die het duidelijkst te zien is in
Griekenland. Griekenland was niet langer in staat om aan de
betalingsverplichtingen te voldoen. In art. 25 lid 1 VWEU is neergelegd dat
de EU en de EU-lidstaten niet aansprakelijk zijn voor de schulden van
andere lidstaten. Hier is een uitzondering voor, m.b.t. bijzondere
gebeurtenissen die de lidstaten niet kunnen beheersen.
In de eerste instantie waren de lidstaten het er over eens dat Griekenland
er zelf voor stond en zijn eigen boontjes moest doppen. Uiteindelijk kwam
de gedachte dat Griekenland het begin van het domino-effect kon zijn en
dat het verstandig is om te helpen. Er werd dus een noodfonds opgericht
, om de crisis in bedwang te houden. Het noodfonds was buiten de formele
verdragsstructuur van art. 125 VWEU.
Er werd een verordening, met een tijdelijk karakter, opgesteld om leningen
te kunnen verstrekken. Uiteindelijk heeft er een verdragswijziging
plaatsgevonden die dit noodfonds een permanent karakter gaf: art. 136 lid
3 VWEU.
ESM: Europees Stabiliteitsmechanisme
Het ESM geeft obligaties uit op de markt, het is een permanent financieel
noodfonds dat leningen verstrekt aan EU-lidstaten. Het ESM bewaakt de
economische en financiële stabiliteit van de EU en binnen de Eurozone.
Bovendien bewaken zij de stabiliteit van de koopkracht en het beheersen
van de inflatie.
EFSF: Europese faciliteit voor financiële stabiliteit
Deze faciliteit is er voor de 19 landen van de Eurozone, het is een tijdelijk
noodfonds opgericht in 2010 om de financiële stabiliteit van de Eurozone
te bewaken. Sinds 01-07-2013 kan er geen aanspraak meer gemaakt
worden op EFSF, zij wikkelen nu alleen nog bestaande leningen af met
Ierland, Portugal en Griekenland.
EFSM: Europees financieel stabilisatiemechanisme
Een fond voor de 28 lidstaten in de EU, het is in 2011 in werking getreden
om de lidstaten te helpen die in financiële moeilijkheden verkeren.
Week 2: Interne markt I: vrij verkeer van goederen
Er zijn verschillende stadia van economische integratie:
1. Vrijhandelszone: geen binnengrenzen, enkel 1 gezamenlijke
buitengrens;
2. Douane-unie: intern worden de douanetarieven tussen landen van
de EU afgeschaft en extern rekenen de landen een uniform
douanetarief voor de landen buiten de EU;
3. Gemeenschappelijke markt: vrij verkeer van personen, diensten, en
kapitaal;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.