WEEK 1
Verbintenissenrecht
- Gehoudenheidsrecht
- Verschaft mogelijkheid om via rechter verbintenissen af te dwingen of sancties aan te
dwingen aan mensen die hen niet aan hun verbintenis houden. Met inzet van
staatsmacht sancties te initiëren. Inzet van staatsmacht door personen zelf
Soorten verbintenissen
- Verbintenissen uit rechtshandelingen (overeenkomsten)
- Verbintenissen uit andere handelingen (waar wetgever verbintenis aan heeft
gekoppeld)
Normatieve basis verbintenissenrecht in beginselen
- Sturing aan invulling wetsregels, normatieve wervingskracht hiervoor
Maatschappelijke veranderingen grote invloed op verbintenissenrecht
Basis (beginselen) contractenrecht
1. Autonomiebeginsel: eenieder zonder tussenkomst van andere kan een invulling geen
aan zijn of haar eigen leven. Ieder kan zich ontplooien zoals zij dat wil, door met een
rechtsgerichte wil verbintenissen aan te gaan.
a. Rechtshandeling vormvrij geschieden 3:37 (mondeling, schriftelijk, digitaal)
i. Consensualisme (uitleg van de tekst) belangrijk
b. Basis aangaan rechtshandelingen en basis van contracten
c. Overeenkomst is resultaat van wederzijdse inspanning: soms belangen van
ander aantrekken
i. Soms bij overeenkomst misverstand over betekenis van overeenkomst
gevolg: kan er een overeenkomst tot stand komen?
1. Ontstaan wilsvertrouwensleer 3:35 BW
2. Pacta sund servanta beginsel
a. Art. 1374 OUD BW lid 1: alle wettiglijk gemaakte overeenkomsten strekken
dengenen die dezelve hebben aangegaan tot wet
b. Tegenwoordig art. 6:248 BW lid 1: een overeenkomst heeft niet alleen de
door de partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar
de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van
redelijkheid en billijkheid voortvloeien
3. Contractsvrijheid: vrij om te bepalen met wie, wanneer en onder welke voorwaarden
je een contract wilt aangaan.
Totstandkoming van obligatoire overeenkomsten
- Uitgangspunten totstandkoming rechtshandelingen
o Basis totstandkoming rechtshandeling
Autonomiebeginsel (maar bijv. 3:40)
Consensualisme (3:33 3:37)
Wilsvertrouwensleer (3:33 3:35)
o Totstandkoming (wederkerige) overeenkomst
Aanbod en aanvaarding 6:217 e.v. onderhandelingsproces
Contractsvrijheid
,Afgebroken onderhandelingen
1. Is er al een overeenkomst tot stand gekomen? (is er al een contractuele fase?)
2. Wanneer is een relatie tussen onderhandelende partijen van dien aard dat de
partijen over en weer afdwingbare rechten en plichten hebben? (wat is gelden in de
precontractuele fase?)
- Vraag ontstaat: wanneer mag men niet meer weglopen van de overeenkomst?
o Zie bijvoorbeeld Arrest Baris/Riezenkamp
Context bij afbreken onderhandeling
- Belang economie en faciliteren van concurrentie
- Wat zijn de empirische effecten op de onderhandelingsbereidheid?
- Mogelijk nieuwe en meer procedures en dus meer (transactie)kosten?
- Arrest Pas/Valburg: biedt te veel ruimte bij afbreken onderhandeling,
onduidelijkheid, gevolg arrest CBB/JPO
- Arrest CBB/JPO
o Onderhandeling over verwerven en ontwikkeling grond gemeente Arnhem
o JPO zou grond verwerven en doorverkopen aan CBB, tijdens onderhandeling
gaat JPO al aan het werk en maakt veel onkosten. Het duurt bij JPO lang om
de grond aan te schaffen, CBB eindigt de onderhandeling.
o JPO stapt naar rechter. CBB aansprakelijk voor positief contract belang en
weglopen tijdens onderhandeling
Er kunnen 2 dingen gevorderd worden: verder onderhandelen of
schadevergoeding
o Maatstaven van HR
Strenge tot terughoudendheid nopende maatstaf
Vrijheid om af te breken staat voorop tenzij onaanvaardbaar
Onaanvaardbaar bij: gerechtvaardigd totstandkomingsvertrouwen bij
wederpartij en evt. andere omstandigheden
Gerechtvaardigd vertrouwen kan fluctueren, lengte en duur
onderhandelingen niet bepalend
Vertegenwoordiging
- Persoon die rechtshandeling verricht voor bijv. een bedrijf
- Partijen: achterman, tussenpersoon en wederpartij
- In privaatrecht
o Procesvertegenwoordiging
o Vertegenwoordiging in familierecht, van rechtspersonen, in faillissement, bij
zaakwaarneming
o Vertegenwoordiging bij volmacht art. 3:60 BW (met schakelbepaling art. 3:78
en 3:79)
, Uitgangspunten volmacht
- 3:60 lid 1: volmacht is de bevoegdheid die de volmachtgever verleent aan een ander,
de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten
- Art. 3:66 lid 1: een door de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid
in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen van
de volmachtgever
- Problemen:
o ‘in naam van’ (zie kennisclip en arrest kribbebijter week 1)
Handelt gevolmachtigde op eigen naam of in naam van achterman
Wilsvertrouwensleer
o Onbevoegde vertegenwoordiging
Geen bevoegdheid tussenpersoon of overschrijding van de grenzen
bevoegdheid door tussenpersoon
3:66 lid 1: uitgangspunt geen rechtshandeling bij
onbevoegdheid tussenpersoon
Maar 3:61 lid 2: als er gerechtvaardigd vertrouwen is bij de
wederpartij als voldaan is aan de vereisten van 3:61 lid 1 en 2,
komt er wel een rechtshandeling tot stand tussen de
achterman en de wederpartij
o Welke gerechtvaardigde verwachtingen had
wederpartij mogen hebben over de volmacht
o Gerechtvaardigd vertrouwen wordt gewekt door een
toedoen van de achterman
Art. 3:69: rechtshandeling kan tot stand komen door
bekrachtigen van de rechtshandeling
Arrest ING/Bera: relativering van het toedoen vereiste
o Hoge Raad: ondanks dat er geen sprake is van toedoen
(geen volmacht, 3:66 lid 1 en 3:61 lid 2), zijn er toch
omstandigheden wat ertoe mocht leiden dat ING
gerechtvaardigd vertrouwen had (risicobeginsel)
Rechtsontwikkeling na ING/Bera
o Niet wanneer het vertrouwen uitsluitend is gebaseerd
op verklaringen of gedragingen van de onbevoegd
handelende (tussen)persoon
o Voorkomen van uitholling 3:61 lid 2 en het te
gemakkelijk halen van bevoegdheid
Relatie tussen achterman en wederpartij Art. 3:70: hij die als
gevolmachtigde handelt, staat jegens de wederpartij in voor
het bestaan en de omvang van de volmacht, tenzij de
wederpartij weet of behoort te begrijpen dat een toereikende
volmacht ontbreekt of de gevolmachtigde de inhoud van de
volmacht volledig aan de wederpartij heeft medegedeeld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samhoogendoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.