Bedrijfsmanagement
Hoorcollege
Wat is management? Wat doen managers?
= de kunst om dingen gedaan te krijgen door mensen.
Management niveaus
× Top managers = neemt beslissingen en definieert doelstellingen die invloed hebben op hele organisatie.
× Middel managers = geven leiding aan werk van lagere managers en coördineren hiervan.
× Lagere managers = beheren het werk van uitvoerende medewerkers + verantwoordelijk voor het maken van het
bedrijfsproduct/dienst.
White collar = managers, blue collar = gewone werkmens
Def management = proces van leiding geven aan anderen, werk coördineren/organiseren van anderen zodat de
werkzaamheden op effectieve en efficiënte manier kunnen worden uitgevoerd en de organisatie doelstellingen worden
bereikt met beperkte middelen.
Effectiviteit = doeltreffendheid
Efficiënte = doelmatigheid (gering mogelijke inzet van middelen de gewenste output realiseren)
Wat is effectiviteit? Wat zijn doelstellingen van een organisatie?
Het concurrerend waardenmodel / competing values model
4 modellen
Flexibiliteit + interne focus
= Human Relations Model
In kleinere bedrijven. Teamwork, aandacht werknemer, samenzijn, goede moraal.
Interne focus + controle
= Internal Processes model (machine)
In productiebedrijven. Stabiliteit, orde, voorspelbaarheid, controle.
Controle + externe focus
= Rational Goal Model
Vb. P&G. Werken om zoveel mogelijk marktaandeel te hebben, bereiken doelstellingen, beste zijn.
Externe focus + flexibility
= Open Systems Model
Externe bedrijven vb. Google. Aanpassen, creativiteit, innovatie, decentralisatie, flexibiliteit.
Bepaalde bedrijven zullen bij meerdere horen. Vb. Apple
Wat doet de manager?
Normatieve benadering – de 4 Management functies
Plannen
= strategie
Organiseren
= zeggen wie wat moet doen en hoe alles georganiseerd kan worden
Leiden (motiveren)
Controleren
= opvolgen wat er is gebeurt of aanpassen
× Functies lopen door elkaar. Voortdurend beslissingen nemen i.v.m. plannen uitvoeren, leiding geven en
controleren. Sommige managers doen afhankelijk van hun niveau meer van het één of andere.
o Top managers : plannen, budgetteren
o Middel managers : van alles wat
o Lagere managers : leiding geven, problemen oplossen, motiveren
Beschrijvende bandering – studies wat managers doen
3 grote rollen van managers
Informatie rol
= ontvangen, verspreiden van informatie voor 75% van hun tijd
,Intermenselijke rol
= relaties aangaan met mensen, waarden overbrengen
Beslissingsrol
= beslissingen nemen
Skills van managers
Welke vaardigheden moeten managers hebben?
Alle niveaus human skills. Lagere managers & gewone werkmens technische skills. Top managers conceptuele skills. (=
Cijfers interpreteren, analyseren, strategie zoeken)
Welke vaardigheden moeten managers hebben?
× Doel- en planmatigheid × Communicatie × Teams inspireren
× Ambitie × Diagnosticeren × Spreken met feiten en
× Proactief × Conceptualisatie cijfers
× Vastberadenheid × Relationele vaardigheden
Moeten beschikken over emotionele intelligentie.
1. Monitoren van de eigen emoties, zichzelf kennen (goede en slechte kanten)
2. Monitoren van de emoties van anderen, anderen kunnen inschatten en gepast reageren
3. Sociale vaardigheden, goede relaties opbouwen
4. Zichzelf motiveren
Mannen en vrouwen zijn even veel emotioneel intelligent (mannen eerder kennis van eigen emoties en zichzelf
motiveren, vrouwen eerder empathie en sociale vaardigheden)
Wat is een organisatie?
= draait om mensen die samenwerken om een bepaalde doelstelling te bereiken met een bepaalde structuur
Bemin het verleden, maar ga voor de toekomst
De veranderende wereld van management (geschiedenis)
Historische achtergrond
Vroegere voorbeelden van management
= piramides, chinese muur
Planning, organisatie, leiderschap, motivatie, controle nodig bij bouw.
Adam smith
Eerste geschreven management in “The wealth of nations”.
Schreef dat als we taken verdelen onder arbeiders, er een grotere productiehoeveelheid is.
× Specialisatie
Industriële revolutie
Machines vervangen menselijke arbeid.
Er ontstonden grote organisaties met nood aan formeel management.
Management wordt rond 1940 een wetenschappelijke discipline met komst van Big V consultancies.
Klassieke benadering
Eind 19e eeuw begin 20e eeuw, groot verschil tussen rijk en arm op vlak van opvoeding.
Scientific management (Taylorisme)
- Doel : efficiëntie in productie.
Werkmensen werken niet graag, werken op hun manier (=soldiering). Management moet bekijken wat er moet
gebeuren zodat mensen efficiënter en sneller kunnen werken. Beste manier op taken uit te voeren.
Dit leidde tot specialisatie en standaardisatie van processen (nauwkeurig bijhouden).
- Principes : scheiden van denken en doen.
Managers denken, werkmensen moeten uitvoeren. Veel investering in onderzoek, motion studies. Taak van managers is
op wetenschappelijke manier de werkers selecteren, trainen en controleren. Gedetailleerde instructies en supervisie zijn
belangrijk. Er bestond een heel grote hiërarchie voor controle, centralisatie bij denkers, standaardisatie en specialisatie.
Mensen die hard werken verdienen rust & bonus voor hogere output.
× Veel toegepast door andere managers behalve de rust & bonus.
,Bekende toepassingen
Ford-fabriek in VS, stachonovisme in Rusland.
Frank & Lilian Gilberth
Lilian was psychologe. Maakte gebruik van films om bewegingen te bestuderen, vb. metsewerkstudies. Dachten om
werkt ergonomisch, makkelijker te maken.
Algemeen administratief (Fayolisme)
- Doel : orde en efficiëntie in de administratie.
Scheiden van denken en doen. Eenheid van commando, mensen luisteren naar één baas. Specialisatie. Unity of
direction, plan voor de organisatie. Centralisatie. Discipline & orde. Het belang van het individu moet ondergeschikt zijn
aan dat van de onderneming. Wie hard werkt mag meer verdienen & rechtvaardigheid. Belang om goed personeel te
behouden (stabiliteit). Bedrijf moet zorgen voor een aangename sfeer, esprit de corps. Managers moeten autoriteit en
verantwoordelijkheid hebben.
Bureaucratie (Weber)
- Doel : stop corruptie en nepotisme (= eigen familie voortrekken).
Dit kan door alles heel nauwkeurig te regelen en op te schrijven om te kunnen controleren. Deze papieren werden
bewaard in het bureau (bureaucratie), macht aan het bureau.
- Principes
Specialisatie, verdeling arbeid. Hiërarchie, striktere controle. Autoriteit & verantwoordelijkheid. Formele selectie,
mensen worden gekozen omdat ze het kunnen vb. diploma. Duidelijke, formele, geschreven regels. Onpersoonlijkheid,
iedereen zelfde manier behandelt. Oriëntatie van carrière, motivatie om hoger te geraken.
Nadelen van de klassieke benadering?
× Te weinig aandacht voor mens als sociaal wezen
× Command & control : demotivatie voor werkmens
× Onderbenutting van het menselijk potentieel, beschouwing van onwetendheid
× Bermudadriehoek, mensen doen enkel wat hun opgedragen is
× Satisficing => moeilijk leren, regels worden gevolgd
× Paraplu politiek, als er iets fout loopt is het niemands schuld
× Top management is overbelast, niemands neemt initiatief, bevoegdheden worden allemaal naar top managers
geschoven
× Niet klant vriendelijk, iedereen is gelijk ook klanten
× Perrow paradox, er komen meer om meer uitzonderingen op regels, onduidelijkheid
Klassieke benadering voorbij?
Nee, vandaag nog veel toepassingen in bedrijven op een modernere manier. Vb. McDonalds
Te zien in overheid, veiligheidsindustrie, multinationals, productiebedrijven, motion studies (vb. chirurgie).
Gedragsbenadering
Vroege voorstanders
Hugo Münsterberg
Ontwikkelde de industrïele/organisatie psychologie.
Onderzocht hoe mensen zich gedragen op het werk, welke job past bij wie, hoe motiveren?
Marie Parker Follet
Reageerde op Scientific Management. Misbruik van Taylorisme mag niet, ook kijken naar sociale deel van management.
Pleitte voor empowerment/zelfsturing. Hechtte belang aan informele processen in de organisatie, organisatiecultuur ook
aanwezig.
Chester Barnard
Voorstander voor informele organisatie zodat mensen kunnen samenwerken. Aandacht aan motivatie van mensen bij
hun job.
Human relations movement & human resources perspective
Human relations
= nadruk op sociale aspecten, organisatie is en gemeenschap van mensen met relaties.
Mensen zijn meer dan machines, indien je hun goed behandelt krijg je meer output.
× Dairy farm approach
, Human resources perspective (revisionisme van dairy farm)
= mensen moeten gezien worden als resources/bronnen, ze hebben veel potentieel
Proberen alles uit de mensen te halen door hun te motiveren.
Vb. behoeftenpiramide van Maslow, McGregor theorie X & Y
Hawthornestudies (Mayo)
Een vernieuwende kijk op management onderzoek en moti vati e
Fabriek die Taylorisme toepasten deed beroep op Mayo (professor die experimenten en onderzoek deed).
Mannen en vrouwen werkten apart, eerst experiment bij dames op kleinere schaal in minifabriek. Gaf hen meer en
minder licht, voedsel, rust, geld … en de dames werkten hierdoor harder.
× Dames wouden aandacht van Mayo en zijn assistenten en deden hierdoor beter hun best.
Hawthorne-effect : als mensen weten dat ze geobserveerd worden zullen ze hun gedrag hieraan aanpassen.
× Tonen belang van motivatie aan, mensen hebben erkenning nodig, het gevoel dat ze erbij horen.
Mayo paste het experiment ook toe op de heren, maar hier kwam er geen effect. Ze wouden voorkomen dat wanneer
hun voordelen ingehouden werden ze toch harder moesten werken dus deden ze dit helemaal niet.
× Binnen grote groepen kunnen kleinere groepen/cliques gevormd worden met een eigen cultuur. Deze cultuur
kan ook afgedwongen worden aan de anderen.
Organisatie gedrag en management
Organisatie gedrag
= psychologische aanpak waarbij het gedrag van werknemers op individueel, team en organisatie niveau bekeken wordt.
Job satisfaction, job performance, communicatie, leiderschap.
Zachte kant van management.
Management
= aansturen
Organisatie theorie : structuur, planning …
Harde kant van management.
Gedragsbenadering – de vroege motivatie theorieën (p. 240-241)
Maslow
= behoeftenpiramide
Mensen hebben eerst fysiologische behoeften nodig maar wanneer deze vervuld zijn zullen ze hun behoefte aan
veiligheid (jobszekerheid) willen vervullen, later sociale behoeften (vriendschap, familie), eigenwaarde (erkenning,
waardering, zelfrespect) en tenslotte zelfontplooiing (eigen potentieel kunnen bereiken).
Als behoeften van mensen vervuld worden zijn ze gemotiveerd tot ze naar een hogere behoefte gaan.
Theory X & Y
= je kan op 2 manieren naar mensen kijken
Theory X
= Taylorisme
Mensen willen werk vermijden. Werknemers moeten gecommandeerd en gecontroleerd worden. Werknemers hebben
geen ambitie en willen geen verantwoordelijkheid.
Theory Y
Werknemers kunnen creatief zijn, hard werken indien ze gemotiveerd zijn. Werknemers willen verantwoordelijkheid
wanneer bepaalde voorwaarden (motivatie) vervuld zijn.
× Mensen handelen eigenlijk volgens theorie Y en niet X zoals vroeger gedacht.
Er moet een omgeving gecreëerd worden waar mensen kunnen evolueren en hun potentieel groeien.
Nadelen van de gedragsbenadering
× Te positief en optimistisch mensbeeld, niet iedereen gedraagt zich volgens theorie Y
× Te veel nadruk op intrinsieke motivatie, geld is een belangrijke stimulans
× Te weinig aandacht voor verschillen tussen mensen, evenveel theorie X als Y mensen, manager moet hiermee
rekening houden
Kwantitatieve benadering
= Management Science Perspectief
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenthandelswetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.