100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologische Aspecten van de Voortplanting [E08L6a] $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologische Aspecten van de Voortplanting [E08L6a]

 74 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van de slides, notities en boek. Alle leerstof overzichtelijk op 66 pagina's gepresenteerd! Examen: 17/20

Preview 4 out of 66  pages

  • August 26, 2022
  • 66
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Biologische Aspecten van de Voortplanting
Deel I. Seks en de alternatieven
Hoofdstuk 1: Seksuele voorplanting

1.1 Meiose: schudden vd genetische kaarten

- Erfelijk materiaal is aanwezig in celkern in de vorm van chromosomen
o Chromosomen bestaan uit chromatine - complex van DNA en eiwitten
 Variëren in grootte, centromeerlocatie, lengte van armen, ...
o Karyotype: specifieke patroon van chromosomen van 1 individu
o Mens: 23 paar homologe chromosomen (46 chromosomen)
 Elk bestaande uit een vaderlijk en een moederlijk chromosoom
 Allelen= Varianten van een gen op de homologe chromosomen
- = deling tot gameten in de gonaden
o Chromosoom-duplicatie
o Meiose I en meiose II
 = opeenvolgende celdelingen zonder replicatie v genetisch materiaal tussen
 Resultaat: reductie van chromosoomaantal van 2n naar n
 Gameten (eicellen & zaadcellen) zijn Haploïd (n): bevatten helft vh
aantal chromosomen in een adulte somatische cel (=Diploïd of 2n)
 Terminologie
 Homologe chromosomen: maternale en paternale kopijen van
eenzelfde chromosoom
 Gerepliceerde chromosomen zijn verbonden door kinetochoren en
cohesine eiwitten
 Zusterchromatiden: 2 kopijen van het gerepliceerde chromosoom
o Meoise I
 Profase I: Associatie homologe chromosomen in synaptonemaal complex
 Genetische variatie door crossing-over
o = genetische recombinatie tussen niet-zusterchromatiden
o = uitwisseling van homologe stukken DNA
o = ontstaan van nieuwe allelencombinaties
 Metafase I (en II):
 Genetische variatie door independent assortment
o = willekeurige verdeling van chromosomen
o (Mogelijke combinaties: 2n (n = aantal haploïde
chromosomen))
 Resultaat: 2 dochtercellen met een haploïde aantal chromosomen
o Elk chromosoom bestaat uit twee aaneengehechte kopieën
o Meoise II
 Resultaat: vorming van 4 haploïde cellen




1

,1.2 De bevruchting: een genetische blind date

Vrouwelijke en mannelijke gameten samengebracht worden  Verschillende manieren:

- In- en uitwendige bevruchting
o Uitwendige bevruchting
 Enorme hoeveelheid + goede synchronisatie vrijgave gameten, omdat:
 Kleinere kans elkaar tegenkomen in grote watermassa
 Blootgesteld aan beschadiging en predatie
 Bij oa.
 Weinig beweeglijke aquatische dieren (Bv. Mosselen en koralen)
 Gewervelde dieren (Bv. Beenvissen en kikkers)
o Meer gecoördineerd: actief elkaar opzoeken
o Inwendige bevruchting
 Onrechtstreekse spermaoverdracht
 Gebruikgemaakt ve spermatofoor (=pakketje zaadcellen)
o Meeste dieren: ♂ vormt pas spermatofoor als ♀ ontmoet
o Voert het gepaste reeks gedragingen uit (Bv. Paringsdans)
om ervoor te zorgen dat ♀ spermatofoor opneemt in cloaca
 Bij andere dieren: gespecialiseerde structuren
o Bv. Spin:
 ♂ maakt spermaweb. Pedipalpen
(‘bokshandschoenen’) bevatten een bolvormig
spermareservoir van waaruit een ejaculatiekanaal
naar een penisachtig uitsteeksel loopt, hierin w
sperma opgezogen  Op zoek naar ♀  Tijdens
paring pedipalp proberen in ♀ geslachtsopening te
steken  Zaadcellen in haar lichaam spuiten
 Rechtstreekse spermaoverdracht
 Zaadcellen via copulatieorgaan (Bv. Penis) dat de ♂geslachtsopening
bevat, overgebracht naar de ♀geslachtsopening
 Bij oa: insecten, haaien, roggen, reptielen, vogels en zoogdieren
o Schildpadden en krokodillen: penisachtige structuur in cloaca
 Stulpen uit tijdens copulatie
 Sperma overgedragen via fijne groeve op oppervlak
penis
o Slangen en hagedissen: hemipenis
 Twee uiteenstulpingen aan de cloaca
 Slechts een gebruikt bij copulatie
o Vogels: geen echt copulatieorgaan
 ‘Cloacale kus’: ♂ drukt cloaca met sperma tegen cloaca

o Zoogdieren: penis uit 3 delen (wortel, schacht en
eikel)
 Zwellichaam of penisbeen


2

, Algemene functie: combineren van 2 haploïde gameten tot een
zygote met het normale, diploïde aantal chromosomen
 Penisbeen correleert met
intromissietijd

Verloop vd bevruchting

- Bevruchting verloopt willekeurig
o  Genetische variatie in populatie
o 3de manier waarmee genetische variabiliteit tot stand komt
 (naast crossing-over en willekeurige verdeling homologe chromosomen)
- Te voorkomen
o Polyspermie: versmelten van eicel met meerdere zaadcellen)
o Kruisbevruchting
- Eerst moet zaadcel tot eicel geraken Capacitatie:
 Biochemische veranderingen
o Bv. Cholesterol uit celmembraan
 Hyperactieve beweeglijkheid
o Adhv staart/flagellum
o Energie afkomstig mitochondriën
- Bevruchting start bij het binden van zaadcel aan zona pellucida:
o Beschermende laag: zorgt voor soortspecifieke interactie
o Bevat chemische stoffen: ‘sperm attractants’
 Positieve chemotaxie= gerichte beweging naar chemische stof
 Progesteron, geproduceerd door cumuluscellen, en prostaglandines
 activeert specifieke kationenkanalen (CatSper) in zaadcellen
 Calcium-concentratie  in zaadcel
o Ca moduleert de golfbeweging vd staart en bijgevolg dus ook het
zwemtraject vd zaadcel
o  Beinvloeden capacitatie, attractie en acrosoomreactie
 Positieve thermotaxie (=beweging naar warmtebron toe)
 Positieve rheotaxie (=beweging tegen stroom in)
o Bevat receptormoleculen voor bepaalde moleculen van zaadcel
 Eenmaal gebonden  penetreren van zona pellucida
 Adhv acrosoom: bevat enzymen
 Door receptoren kan acrosoom enzymen vrijlaten (=acrosoomreactie)

 Hyperactieve bewegelijkheid + afbraak zona door acrosomale enzymen: bereiken eicel

- Binden van zaadcel aan eicel zorgt voor ei-activatie
 enkele snelle metabole en fysische veranderingen
o Voltooien meoise II
 Versmelten cytoplasma
o Corticale reactie
 Massale uitstorting v corticale granulen (=zakjes met enzymen, ovastacine)
 Wijziging structuur zona pellucida (=Zonareactie)




3

, o Verharden  Andere zaadcellen niet meer door barrière
geraken & kunnen binden
o Versmelten pronucleï
o Voornaamste beveiliging tegen polyspermie

1.3 Ovi- en vivipariteit

Ovipariteit:

- = Eierleggend
o Ontwikkeling gebeurt al dan niet in een omschaald ei
o Meeste dieren zijn ovipaar: zowel met uitwendige als inwendige bevruchting
 Bij oa. ongewervelde dieren zoals insecten, slakken en wormen, maar ook bij
de meeste vissen, amfibieën, reptielen (inclusief vogels) en zelfs bij
primitieve zoogdieren, de eierleggende zoogdieren.
- Na ovipositie (leggen ei) haalt ontwikkelend embryo voedingsstoffen uit dooier
- Amniota:
o Reptielen, vogels en zoogdieren met Amniote eieren ( Anamniota, vissen en amfibieën)
o = eieren met gespecialiseerde vliezen die embryo beschermen
 Extraembryonale vliezen (4): maken geen deel uit vh lichaam vh embryo
 Amnion
 Allantoïs
 Chorion
 Dooierzak
  Maken Bevruchting op het land mogelijk
 Eieren met schaal = cleidoïsch ei
o Reptielen en eierleggende zoogdieren: lederachtige schaal
o Vogels: kalkachtige schaal
 Eischaal verdwenen bij meeste zoogdieren
o Embryo ontwikkelt in moederdier
 Bescherming tegen predatie en uitdroging
 Voorplanting minder afh van water

Vivipariteit:

- = Levendbarendheid  Embryonale ontwikkeling in baarmoeder
o Inwendige bevruchting
- Ontstaan onder invloed van vrij algemeen voorkomende selectiedrukken
o Aanpassingen doorheen evolutie:
 Graduele toename duur v eieren in het oviduct
 Reductie van dikte van eischaal om zuurstofopname toe te laten
 Bv.  v dikte van geleilagen (amfibieën) of schalen
(slangen/hagedissen)
 Toename van bloedvaten in oviduct en
ademhalingsstructuren van embryo



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ellennnn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  6x  sold
  • (0)
Add to cart
Added