SAMENVATTING GYNAECOLOGIE 1
HS1: ANATOMIE EN EMBRYOLOGIE VROUWELIJKE GENITALIËN
1. Bekkenbodem: tussen pelvisch peritoneum en vulvaire huid
= peritoneum + organen + fascia + spieren + perineale membraan + externe
genitalia, verbonden met het beenderig bekken (os sacrum, coccygeum, ossa
coxae met os ileum-ischium-pubis)
- Voorste compartiment: urethra, blaashals, blaas
- Middelste compartiment: uterus, vagina
- Achterste compartiment: rectum, anaal kanaal, perineum
Foramen obturatorium: bedekt met membrana obturatoria en het canalis obturatorius
Lig sacrospinosum + sacrotuberosum: foramen ischiadicum majus en minus
BEKKENBODEMSPIEREN = m obturator internus + diaphragma pelvis
M OBTURATOR INTERNUS
! appendicitis: pij bij flexie in heup en externe rotatie -> obturator int aangespannen -
> appendix duwt tegen spier: pijn
DIAPHRAGMA PELVIS
- M coccygeus
- M levator ani:
o m iliococcygeus
o m pubovisceralis
m pubococcygeus
m puborectalis
hiatus levatorius = opening voor: urethra + vagina + anorectaal kanaal
wordt breder bij bevallingen -> verliest tonis -> desensus v uterus
begrenzing: fascia diafragmatis pelvis sup/inf
,perineale membraan: w doorboord door urethra en vagina, achterrand is vrij, aan de
voorkant vrij voor v + a dorsalis clitoridis
ontstaan: oppervlakkige/diep gelegen perineale ruimte
- oppervlakkige ruimte: erectiele elementen (2 crura + corpora cavernosa clitoridis =
corpus clitoridis, bulbus vestibuli) + skeletspieren (m ischiocavernosus, m
bulbospongiosus, m transversus perinei superficialis)
- diepe ruimte: n pudendus (S2-4) + skeletspieren (m transversus perinei profundus,
externe urethra sfincter)
perineum: regio analisen – centrum tendinei - regio urogenitalis
centrum tendinei: samenkomen verschillende structuren
innervatie: n iliohypogastricus, n ilioinguinalis, n obturatorius, n obturatorius accessorius,
plexus sacralis, n ischiadicus, n pudendus, autonome innervatie
Ruimten:
- retropubische ruimte
- vesicovaginale ruimte
- rectovaginale ruimte
Bindweefsel
- adventitia van vagina = paracolpium
- adventitia van uterus = parametrium: paracervicale band en sacro-uteriene band
1. Vrouwelijke genitalia
Lig cardinalia/transversal cervicale lig: tussen cervix en laterale bekkenwand
Sacro-uteriene banden: van cervix naar sacrum (ondersteuning cervix)
Pubocervicale fascia: tussen pubis en cervix (ondersteuning blaas)
Lig infundibulopelvicum/suspensorium ovarii: a + v ovarica naar ovaria
Lig latum: deel tussen oorsprong mesovarium en tuba uterine = mesosalpynx
Lig ovarii proprium
Lig rotundum/teres uteri -> door inguinaal kanaal: w bindweefsel v labium majus
Uterus: in anteflexie
Fornix (ant/post/lat) met os externum cervicis naar vagina toe en os internum cervicis naar
uterus toe
,Vagina: platgevallen in rust (voor- en achterwand tegen elkaar), G-spot is niet anatomisch
maar lijkt op pacemaker voor spiercontracties
Bloedvaten
A uterina <a iliaca interna -> lig latum richting cervix
- Gaat naar lateraal en superior: verbinding met a ovarica
- Inferior: cervix uteri
A ovarica <aorta abdominalis: door lig suspensorium ovariae
V ovarica: L in v renalis, R in v cava inf
Lymfevaten
Volgens venen: para-aortische nodi/iliacale nodi
Of vulva, perineum, onderste deel vagina: oppervlakkige lymfevaten -> mons pubis ->
inguinale vaten (opp naar diep)
Bezenuwing
Vulva + vagina: n perinealis S2-4 + n dorsalis clitoridis + n ilioinguinalis + n genitofemoralis
Vulva = clitoris + vestibulum + weefselplooien
Labia minora
- vooraan laterale (preputium clitoridis) + mediale plooi (frenulum clitoris)
- plooi achteraan: frenulum labia minora = fourchette
Hymen: thv ostium externum (na inscheuren bij coïtus + bevalling: kleine plooitjes =
carunculae hymenales)
Para-urethrale klieren/klieren v Skene: para-urethraal
Klieren van glandulae vestibulares majores/klieren van
Bartholin: post lat rand van vagina
2. Borst
= secretoire klieren + oppervlakkige fascia + huid
, Submammaire ruimte = losmazig bindweefsel tussen borst en diepe spierfascia
Areola = schijf gepigmenteerde huid rond tepel met talg- en zweetklieren (protectieve
functie tijdens lactatie) en tuberkels van Montgomery
Lymfedrainage: -> pectorale klieren (-> axilla) of parasternale klieren of cervicale klieren
Axillaire klieren (75%): level I (inferior van m pect minor)/II (dorsal v m pect minor)/III
(superior van m pect minor)
Klieren tussen m pect minor – major = klieren v Rotor
3. Embryologie
Uropoëtische en genitale stelsel in verband, ook verband met auditief systeem
Indifferente fase: ductus mesonephricus/kanaal v Wolff en ductus
paramesonephricus/kanaal v Müller
Differentiatie: SRY-gen (= seks determing region Y-chromosome) codeert voor TDF (testis
determining factor)
Man:
- sertolicellen produceren AMH/MIF
- Leydigcellen produceren testosteron: buizen van Wolf ontwikkelen zich tot vas
deferens, epididymis, zaadblaasjes
- Testosteron naar DHT via 5alfa-reductase: scrotum, prostaat, penis
Vrouw:
- Afwezigheid TDF/MIF/testosteron, aanwezigheid WNT4: paramesonefrische ductus
-> uterus, eileiders, cervix, bovenste deel vagina
- Sinus urogenitalis: labia, clitoris, onderste deel vagina, hymen
- Resten v ductus v Wolff: epiöophorum, paraöophorum, cycte van Gardner
! geen vergroeiing buizen van Müller: verdubbeling uterus/cervix/vagina = uterus
arcuatus/bicornis/bicornis bicollis
Uitwendige genitalia: o.i.v. oestrogenen <moeder + placenta
- Genitale wallen aan weerszijde v urethrale plooien: labia majora bij vrouw
- Tuberculum genitale: clitoris
- Uretrale plooien: labia minora
Gonade = coeloomepitheel van genitale plooi + mesoderm + kiemcellen
Heel veel kiemcellen -> vermindering -> omgevend epitheel vormt follikelcellen +
omringd door progranulosacellen (destructie v kiemcellen die niet worden omringd)
Kiemcellen komen uit embryonale dooierzak
Borst <ectoderm vormt melklijsten van oksel tot aan lies -> ontwikkeling melklijsten in
thoracale gedeelteverdwijning overige lijsten -> epitheel dringt mesenchym binnen: alveoli +
ductie
Bij geboorte: jongen en meisje gelijk ontwikkelde borst
! atelie = tepel ontwikkelt zich niet, amazie = tepel ontwikkelt zich maar geen
borstweefsel, polymastie, polytelie, amastie, hyperplasie bij geboorte (voorbijgaand,
door foetaal PRL en materneel oestrogeen -> secretie “heksenmelk”)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleur100. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.99. You're not tied to anything after your purchase.