100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociologische stromingen $9.04   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociologische stromingen

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Sociologische stromingen howest

Preview 4 out of 59  pages

  • August 28, 2022
  • 59
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Sociologische stromingen
1. Paradigmatisch pluralisme
• Wat is een paradigma?
• Welke drie filosofische vragen liggen aan de basis van een sociologisch paradigma?
• Welke antwoorden kunnen er worden gegeven op deze vragen, positie van wetens.?
• Welke sociologische paradigma's zijn er? 4
• Welke antwoorden geven de verschillende paradigma’s op de onderliggende
filosofische vragen?
• Welke verschillen en overeenkomsten bestaan er tussen de vier paradigma’s?
• De student verstaat en gebruikt het oriëntatiemodel van paradigma’s!


1.1 Een veelheid aan paradigma’s
Paradigma:
= verschillende manieren om systematisch en wetenschappelijk naar het sociale te kijken.
à Niet 1 manier is de beste en kan op verschillende manieren (interview, enquête…).

= Een geheel van filosofische uitgangspunten waar mensen een bepaald antwoord kunnen
geven. Door de combinatie van antwoorden die ze geven ten aanzien van die filosofische
uitgangspunten gaan ze bepalen welk voor soort vragen interessant zijn, welke soort vragen
dienen beantwoord te worden en welk voor soort methoden dienen gebruikt te worden om
die vragen te beantwoorden.

Kuhn -> lanceerde het begrip paradigma
‘Hoe komen wetenschappers tot hun inzichten. Hoe bouwen ze kennis op?’




PARADIGMA --> 3 ELEMENTEN

1. Filosofische uitgangspunten/vragen
a. Nog nooit bewezen en zijn niet te bewijzen (zie verder, drie vragen)
2. Theoretische opvattingen
a. Welke vragen zijn interessant om te beantwoorden?
b. Wat is interessant om te bestuderen?
c. = soorten vragen die je kan stellen. Wat is interessant om te bevragen en wat
zijn goede vragen.
3. Methodologische keuze
a. Welke methoden zijn er geschikt om het sociale te bestuderen?
= HOE die vragen beantwoorden

Vooruitgangsoptimisme: er zal altijd meer en meer kennis zijn.
à Kuhn onderzocht dit en zegt dat er altijd in alle wetenschappen verschillende paradigma’s
bestaan.


1

,Vb. Natuurkunde: aristoriaanse fysica (oudste paradigma) = alles uit onze omgeving bestaat
uit water, lucht materie en vuur à Newton: er zijn ook krachten à Einstein:
relativiteitstheorie à strenght theorie
Vb. Psychologie: behaviorisme à psychoanalyse à …

Paradigmastrijd:
Op een bepaald moment is een of ander paradigma dominant dus veel mensen werken
volgens dat paradigma. Dominant dus spreekt veel mensen aan dus kunnen aan veel
middelen (zoals geld, medewerkers aanstellen…) komen.
à Enkel kennisopbouw in dit paradigma, andere worden verdrongen.
à Andere gaan dan in de tegenaanval en nemen de leiding -> soort opvolging

DOMINANT: Vb. Conflictsociologie Karl Marx à Marxisme, niet in vraag stellen à mensen
die het in vraag stellen worden gedood = dictatuur (communisme)
DOMINANT: Vb. Darwinisme Spencer (Survival of the fittest) à als maatschappijen sterker
zijn dan andere maatschappijen is dat teken dat ze beter zijn à Hitler die blond en blauwe
ogen als superieur ziet = dictatuur
Vb. Strikte lockdown à mensen willen versoepelingen à luisteren naar overheidseconoom
en niet naar epidemiologen

à Te weinig dominantie van een paradigma is niet goed (te weinig kennisbouw) maar te
veel ook niet.
à Kuhn: ideeën van denkers en auteurs moet je in context zien waarin ze ontstaan zijn.

= In zo goed als alle wetenschappen zijn er
meerdere paradigma’s.


= Strijd tussen paradigma’s om dominant te
zijn en zo middelen te verkrijgen om verder
aan kennisopbouw te kunnen doen.

= Is een paradigma te dominant dan komt
er een dictatuur waarbij je het paradigma
niet in vraag mag stellen.


BASIS: 3 niet te bewijzen filosofische vragen
à Die vragen worden niet altijd uitdrukkelijk gezegd in de theorie, je moet die achterhalen.
Paradigma is dus een geheel van theorieën die op een of andere manier met elkaar
samenhangen.

1. Mensbeeld
a. Waarom gaan mensen relaties met elkaar aan? / Hoe verhouden mensen zich
onderling?
à Hoe verhouden mensen zich onderling



2

, 2. Maatschappijbeeld
a. In welke mate is individuele vrijheid mogelijk? / Hoe verhouden mens en
maatschappij zich?
à Hoe verhouden de maatschappij en het individu zich onderling?

3. Wetenschapsbeeld
a. Hoe kunnen we tot kennis komen?




! Woorden zeker kennen! Materialisme = objectivisme = empirisme…
Blauwe woorden zijn tegenovergestelde van rode.

Behoren pas tot eenzelfde paradigma als ze hetzelfde denken over de drie vragen.
Objectivisten (niet gelijk aan objectief zijn) volgen dus niet per se hetzelfde paradigma.

Materialisme <-> idealisme à Geschiedkundigen
Objectivisme <-> subjectivisme à Filosofie
Positivisme <-> rationalisme à Sociologie

Agency: mensen hebben handelingsbekwaamheid en kunnen zelf hun leven inrichten
Structure: ons leven wordt altijd bepaald door de maatschappij waarin je geboren w

Deze tegenstellingen hebben dezelfde standpunten, zelfde houdingen, maar worden anders
genoemd in verschillende wetenschappen.
Drie elementen/vragen bepalen welk voor theoretische uitganspunten mensen zullen kiezen
en welke methodologische keuzes ze gaan maken.




3

, A. Hoe komen we tot kennis? (1 van de 3 vragen)
Filmpje The Cave – allegorie van de grot: hoe komen we tot kennis, kunnen wij de wereld
buiten ons ooit wel kennen. Kunnen we ooit wel weten wat rechtvaardigheid is?
Die buitenwereld, die rechtvaardigheid, wij zien schimmen op een grot maar dat is niet de
echte wereld die we zien. Zijn wij ooit in staat om die buitenwereld te kennen?
à Voor wetenschappers een probleem want zij baseren zich op waarnemingen en deze
allegorie zegt dat wij niet alles kunnen waarnemen.

Optische illusie: vlakken zijn even groot en zelfde kleur.
à Misschien zijn wij ook gevangenen die vastgeketend zijn en schaduwen zien want onze
waarnemingen bedriegen ons.

KUNNEN WIJ DE BUITENWERELD WEL KENNEN?
2 posities t.a.v. die vraag:

A. Objectivisme (= materialisme…):
→ Er is een werkelijkheid los van de menselijke geest
→ Door observeren kan je de werkelijkheid kennen
→ ‘Meten is weten’
→ Ja, we kunnen de buitenwereld kennen door instrumenten te gebruiken. We
kunnen alles observeren ook al laten onze functies ons in de steek (gehoor,
tast, geur...).

B. Subjectivisme (= idealisme…):
→ Nee want onze observaties zijn steeds afhankelijk van de manier waarop we
waarnemen
→ Waarnemingen zijn een vervorming van de werkelijkheid
→ Waarnemingen zijn daarom interpretaties van waarnemingen
→ Door logisch te redeneren kan je een vat krijgen op de werkelijkheid
→ Ook al hebben we speciale instrumenten, je bent niet 100 procent zeker
→ Je kan wel aan wetenschap doen door logisch te redeneren, met mensen
praten en zo interpretaties krijgen van de waarneming

Je kijk zal je methodes bepalen:
- Objectivisme
o Kwantitatieve methodes: enquêtes, experimenten, cijfermateriaal verzamelen
- Subjectivisme
o Kwalitatieve methodes: methodes & logisch redeneren (diepte-interview,
focusgroep). Niet meten hoe mensen denken maar vragen.

B. In welke mate is individuele vrijheid mogelijk (in een slv)?
à Maakt de mens de maatschappij of wordt de mens bepaald/gemaakt door de
maatschappij?
à In welke mate kan je individueel leven als je samenleeft.

Zoals traditionele kip ei discussie. Wat was er eerst, het individu, de maatschappij of de
groep waarin de mens leefde?


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavandierendonck. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.04
  • (0)
  Add to cart