100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Korte samenvatting Specialistische Farmacotherapie $3.21
Add to cart

Summary

Korte samenvatting Specialistische Farmacotherapie

1 review
 88 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Korte samenvatting van de belangrijkste punten van de belangrijkste colleges van specialistische farmacotherapie. College's 2 & 3 (herhaling PTV, 7 (herhaling klinische chemie en 21 (nieuwe geneesmiddelen & immunotherapie) zijn in deze samenvatting niet meegenomen (NB: wel in de volledige samenvatt...

[Show more]

Preview 4 out of 69  pages

  • August 28, 2022
  • 69
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lienejager • 1 year ago

avatar-seller
College 1: Schildklierstoornissen
Schildklier: regulatie door hormonen.
Hypothalamus: aansturing hypofyse via TRH → afgifte TSH door hypofyse → productie T3&T4 door
schildklier.
Werkzame variant is T3. T4 in de bloedbaan (langere hwt): gebruikt voor labbepalingen.
Periferie: omzetting T4 → T3. T3 stuurt via receptoren allerlei processen aan.
Negatieve terugkoppeling via T3: → remming hypothalamus & hypofyse.

Hypothyreoidie: TSH hoog, T4 laag. → laag T4 → negatieve terugkoppeling hypofyse & hypothalamus
→ meer productie TRH & TSH.
Oorzaak: meestal auto-immuun (Hashimoto) → destructie schildklier door antilichamen.
Klachten: vermoeidheid, slechte concentratie, overgewicht.

Behandeling: levothyroxine = t4. Duurt lang voordat de therapeutische dosis wordt gevonden i.v.m.
lange hwt → duurt lang voordat steady state bereikt is.
Smalle therapeutische breedte → vaste innametijdstippen + therapietrouw = belangrijk.
Juiste dosis: geen bw. Te hoge dosis: klachten hyperthyreoidie, te lage dosis: klachten hypo blijven
bestaan.
IA: calcium, antacida, magnesium → levothyroxine 2 uur voor of 4 uur erna innemen.
IA: ijzer, sucralfaat → levothyroxine 2 uur voor innemen.

Hyperthyreoïdie: TSH laag, T4 hoog. → hoog T4 → negatieve terugkoppeling → remming productie
TRH & TSH.
Oorzaak: meestal auto-immuun (Graves) → productie antistoffen die schildklier stimuleren.
Klachten: veel energie, zweten, honger, ondergewicht, afvallen.

Behandeling: Thiamizol = syntheseblokker.
Competitieve remmer peroxidase in de schildklier → remming jodering thyreoglobuline →
vermindering vorming T3&T4.
Geen effect op reeds gevormde T3/T4 → enkele weken tot effect.
Hoog doseren: schildklierfunctie stopt → suppletie levothyroxine.
CI bij zwangeren → titratiemethode → langzaam opdoseren.
Bw: gevreest is granulocytose.

Na verloop van tijd → stoppen met behandeling, Graves komt met verloop van tijd tot rust.
Relaps → weer medicamenteus behandelen.
Andere opties: verwijderen schildkier of bestraling met radioactief jodium.
Radioactief jodium: doel is om schildklier gedeeltelijk te beschadigen, niet volledig. Lukt vaak niet,
dan suppletie met levothyroxine.

Lithium & amiodaron → schildklierstoornissen. Monitoren op schildklierfunctie.
Lithium = bipolaire stoornis, amiodaron = hartritme stoornissen → stoppen vaak niet mogelijk →
suppletie.




1

,College 4: Neurologie & psychiatrie (herhaling)
Anti-epileptica:
Epilepsie: Verstoring excitatie door glutamaat & inhibitie door GABA i.d. hersenen. → exciterende
systeem krijgt bij een aanval de overhand.
Anti-epileptica: versterken inhibitie.
Vormen: focaal, gegeneraliseerd (motorisch (tonisch-klonisch +/- myoklonieen) & niet-motorisch
(absences)) & status epilepticus.

Middelen:
- Benzodiazepinen: m.n. diazepam, clobazam, clonazepam, midazolam
- Zeer oud: fenobarbital, fenytoïne, ethosuximide.
- Oude middelen (1e keus): carbamazepine, valproaat.
- Nieuwe middelen: gabapentine, lamotrigine, levetiracetam, pregabaline, topiramaat,
brivaracetam, (felbamaat), lacosamide, perampenel, oxcarbazepine, retigabine, (rufinamide),
(stiripentol). → vaak ook andere indicatie
Bijwerkingen antiepileptica (!):
- Carbamazepine: huid, sedatie, bloedbeeld.
- Clonazepam: vallen.
- Fenytoine: bindweefsel (woekering m.n. in de kaak), sedatie, bloedbeeld.
- Lamotrigine: huid, sedatie.
- Valproaat: sedatie, bloedingsneiging.

Focale epilepsie: 1e keus: carbamazepine, valproaat, lamotrigine, levetiracetam, oxcarbazepine,
lacosamine.
Eerst monotherapie. Falen: voeg 2e middel toe. Bij effect → uitsluipen 1e middel. Streef naar
monotherapie!
2e keus: brivaracetam, clobazam, gabapentine, perampanel, pregabaline, topiramaat, zonisamide.

Gegeneraliseerde epilepsie:
1. Levetiracetam, valproaat, lamotrigine
Lamotrigine: langzaam insluipen → verkleint kans op huiduitslag.
Valproaat: CI meisjes/jonge vrouwen met kinderwens.
2. Clobazam, perampanel, topiramaat.
3. Clonazepam, zonisamide.
Streven naar monotherapie.

Absences:
1. Ethosuximide.
Alternatief: Valproaat (verhoogde kans op ontwikkelen gegeneraliseerd tonisch/klonisch
of niet verdagen ethosuximide).
Lamotrigine (niet verdragen ethosuximide & valproaat).

Status epilepticus = aanval > 5 minuten.
Behandeling: benzodiazepine (midazolam, diazepam, lorazepam) → toedieningsvorm geschikt voor
patiënten die niet kunnen slikken (neusspray, klsyma)

Antiparkinsonmiddelen:
Neurodegeneratieve aandoening; verlies dopaminerge neuronen in substantia nigra.
Symptomen: >50% neuronen verloren.
Versterking cholinerge transmissie → tremor.
Behandeling: herstellen balans neurotransmitters door versterken dopaminerge transmissie.


2

,Antiparkinsonmiddelen:
- Levodopa (+decarboxylaseremmer (benserazide/cardidopa): = hoeksteen behandeling.
Decarboxylaseremmer: voorkomt perifere afbraak levodopa.
- Dopamine agonisten: pramipexol, ropinirol, rotigotine, (apomorfine), bromocriptine,
pergolide. Eigen effect op postsynaptische dopaminereceptoren.
- Afbraakremmer (MAO-B/COMT): rasagiline, selegiline, entacapon, tolcapone.
MAO-B & COMT breken dopamine af. Remmen → meer dopamine beschikbaar.
- Amantadine = NMDA-antagonist.
→ stimuleert presynaptische afgifte dopamine, vertraagt heropname & vermindert excitatoir
effect glutamaat. (glutamaat = negatief effect bij Parkinson)
- Behandeling tremor: β-blokkers.
- Behandeling rigiditeit: anticholinergica (biperideen, (orfenadrine), trihexyfenidyl).
Cave: bijwerkingen! Verminderde cognitie! Terughoudend bij ouderen.

Behandelplan:
1. Levodopa + decarboxylaseremmer.
< 40 jr: evt dopamine agonist (terughoudend bij ouderen i.v.m. bw)
Alternatief: MAO-B-remmer.
2. Levodopa (+remmer) + dopamine agonist
3. Toevoegen ander middel.
Ernstige, therapieresistente tremor (<65 – 70 jr): biperideen/trihexyfenidyl.

Problemen bij behandeling:
- Wearing-off: steeds hogere dosis nodig, levodopa korter werkzaam
- On-off-fenomenen: relatie tussen moment van inname & effectiviteit. Lage dosis → klachten.
Levodopa-induced dyskinesieën (m.n. romp & ledematen) door wisselende spiegels.
Ook: depressie, delirium, dementie, slaapstoornissen.

Slaapmiddelen:
Beïnvloeden van slapen & waken met farmacologie.
GABA-mimetica: bevorderen slaap (GABA = remmende neurotransmitter): benzo + Z-drugs.
Benzo’s & Z-drugs → maken GABA-receptor gevoeliger voor GABA.
Antagonist benzo’s: flumazenil.
Kinetisch profiel: inslaapmiddel of anxiolyticum. Ideaal slaapmiddel: werkt snel & niet te lang.
Meest geschikt: temazepam, zolpidem, zopiclon.
Niet geschikt: midazolam (geheugenverlies).
Angst: oxazepam & diazepam.
5-HT2-antagonisten: verbeteren slaaparchitectuur/sederend; AD: pipamperon, quetiapine. AP:
trazodon, mirtazepine.
Melatonine: jetlag of ploegendienst.

Anxiolytica/antipanica:
Anxiolytica: sederend, geven snelle vermindering van angst. → hypnosedativa (benzo’s),
neurovegatatief actieve sedativa.
Anxiolytica onderdrukken alleen de angst!!
Antipanica: geven na toename van angst verbetering. → antidepressiva, MAO-remmers.
Vaak combi antipanica + anxiolytica: periode van toename van angst overbruggen.
Vormen angst: paniekstoornis, sociale fobie, dwangstoornis, gegeneraliseerde angststoornis.
Angststoornissen gaan niet vanzelf over. → ook cognitieve gedragstherapie.
Stappenplan NHG:
1. Voorlichting
2. Cognitieve gedragstherapie

3

, 3. Gnm: SSRIs (sertraline, paroxetine, citalopram), TCAs (clomipramine, imipramine), β-blokker
(propranolol), benzodiazepines (diazepam, oxazepam).
Richtlijn GGZ: erstigere patiënten, eerder behandelen + ook venlafaxine & β-blokkers.

Antidepressiva:
Depressie: moet voldoen aan voorwaarden volgens DSM-V voor langere tijd.
Antidepressiva:
- TCA (klassiek): amirtiptyline, imipramine, nortriptyline, clomipramine, maprotiline.
- SSRI (modern/2e generatie): (es)citalopram, paroxetine, sertraline, fluoxetine.
SNRI: venlafaxine, duloxetine. (ook noradrenerge receptoren)
- Overige moderne: mirtazapine, trazodon.
- MAO-remmers:
Irreversibel (bijna obsoleet): fenelzine, trancylcypromine.
Reversibel: moclobemide (klinisch vergelijkbaar aan SSRI).
- Overige AD: lithium = stemmingsstabilisator. Geen monotherapie maar toevoeging.
1e keuze NHG: TCA & SSRI. Lichte voorkeur SSRI ivm iets gunstiger bw profiel.
Bw profiel = anders, niet per se lichter.

SSRI: vaker interacties!
Bw: afhankelijk van receptoren waarop wordt aangegrepen.
H1 → sederend.
M → anticholinerg.
Niet-anticholinerg: sertraline, citalopram (SSRI) & nortriptyline (TCA)
SSRI: sertraline & citalopram minste interacties+ onthoudingsverschijnselen beperkt.
CYP2D6: m.n. fluoxetine & paroxetine.
Fluoxetine: niet afbouwen i.v.m. zeer lange hwt & bw gewichtsverlies.

Mirtazepine: effectiviteit vergelijkbaar met SSRI. Verbeterd slaap.
Nadeel: sedatie, gewichtstoename.
Voordeel: minder misselijkheid, onrust & seksuele stoornissen.

TCA: sterker anticholinerg, nadeel bij ouderen.
Amitriptyline: sterk anticholinerg. Vaak andere indicaties → neuropathische pijn, profylaxe migraine.
Nortriptyline: 1e keuze bij ouderen i.v.m. minder anticholinerg.
Clomipramine: alleen bij ook angst (maar SSRI kan dan ook).

Bipolaire stoornis:
Manie & depressieve perioden.
Behandeling → stabiliseren stemming:
1. Lithiumcarbonaat.
= toxisch, smalle therapeutische breedte.
Toevoegen diureticum/NSAID: stijging lithiumspiegel → tox.
Bw: dorst, tremor, concentratiestoornissen, gewichtstoename, acne, psoriasis.
Blijvend tox: nier & schildklier → nefrotox + hypothyreoïdie → monitoren!
Teratogeen: bij voorkeur vermijden bij zwangerschap.
2. Anticonvulsiva: valproaat, carbamazepine, lamotrigine.

Acute fase:
Manie: antipsychotica. M.n. atypisch (olanzapine, quetiapine).
Agitatie: benzo/sedativum toevoegen.
Depressie: SSRI/quetiapine.
Quetiapine = antipsychoticum, ook positief effect bij depressieve episodes.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquekoopman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added