Doelstellingen thema 1
Bouw en functie van het zenuwstelsel
De student kan:
• de verschillende type neuronen benoemen en de bouw en functie
van het neuron als bouwstenen van het zenuwstelsel beschrijven
Een neuron is een zenuwcel die informatie overbrengt naar andere zenuwcellen,
spiercellen of kliercellen. Neuronen zijn in te delen op functie of structuur.
Functioneel:
- Sensorische neuronen: sensorische informatie doorgeven
aan de hersenen (bewust wording)
- Motorische neuronen: motorische informatie doorgeven
aan spieren (beweging)
- Interneuronen (overbrengen signaal tussen verschillende
neuronen)
Structureel:
- Anaxonic neurons (zonder axon, niet op afbeelding)
- Bipolar
- Unipolar
- Multipolar
• een synaps tekenen en de verschillende onderdelen van de synaps
benoemen en uitleggen hoe de impulsoverdracht in een synaps
plaatsvindt
Een synaps is een overgang van een axon naar een andere cel. De overdracht
van het signaal kan elektrisch of chemisch verlopen. Neurotransmitters brengen
het signaal over in chemische synapsen. Er zijn verschillende soorten
neurotransmitters:
- Aminozuren (GABA en glutamaat): verbinding tussen 2 neuronen.
- Monoaminen (dopamine en serotonine)
- Peptiden (substance P): pijn
- Overige (acetylcholine): spieren
Belangrijkste stimulerende/exciterende neurotransmitter is glutamaat
Belangrijkste remmende/inhiberende neutotransmitter is GABA
, • aangeven welke structuren van het zenuwstelsel betrokken zijn bij
de motoriek
In het centrale zenuwstelsel de hersenschors, de basale ganglia, de hersenstam,
het ruggenmerg en het cerebellum. Daarnaast ook het perifeer motorisch neuron
(motorische voorhoorncel met zijn axon en alle bijbehorende spiervezels).
• aangeven waar de cellichamen van het centraal motorisch neuron
(CMN) en van het perifeer motorisch neuron (PMN) zijn gelegen
Centraal motorisch neuron: gyrus precentralis
Perifeer motorisch neuron: motorische voorhoorn
• het verloop van de piramidebaan beschrijven
De piramidebaan (tractus corticospinalis) is de belangrijkste motorische baan van
de hersenen. Primair motorische cortex - > capsula interna -> hersenstam ->
90% kruist in de medulla oblongata -> tractus corticospinalis lateralis ->
motorische voorhoorncel
10% kruist niet -> tractus corticospinalis anterior
• aangeven hoe de motorische impuls vanuit de gyrus precentralis de
spier bereikt (welke structuren, waar kruising, waar synaps) en dit
in een schematische tekening weergeven
Gyrus precentralis -> centraal motorisch neuron -> kruising in de medulla
oblongata -> motorische voorhoorn -> perifeer motorische neuron -> radix
ventralis -> n. spinalis -> spier
• aangeven welke structuren betrokken zijn bij de sturing van de
motoriek en uitleggen hoe de sturing van de motoriek plaatsvindt
Basale ganglia: opstarten en stoppen motore programma’s.
Frontale kwab: planning en anticipatie
Pyramidebaan: fijne motoriek
Cerebellum: corrector van beweging
Nodig om te kunnen bewegen:
,- Een initiatief/intentie
- Een globaal bewegingsplan (prefrontale cortex)
- Een uitgewerkt bewegingsplan (basale kernen)
- Een startsein (primair motorische cortex)
- Controlerende systemen (sensibele systemen + cerebellum)
- Uitvoerende baansystemen en motor units
• uitleggen wat verstaan wordt onder het extrapiramidale systeem
Alle systemen buiten de piramidebaan.
Basale ganglia, subthalamus, pons en het cerebellum.
• een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg tekenen en de
verschillende structuren benoemen
• een reflex tekenen in een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg
, • uitleggen hoe een reflex op ruggenmergniveau verloopt en
aangeven welke structuren daarbij betrokken zijn.
Zie afbeelding hierboven
• aangeven welke structuren betrokken zijn bij de sensibiliteit
Zie afbeelding schrift.
• aangeven wat verstaan wordt onder gnostische sensibiliteit en wat
onder vitale sensibiliteit
Gnostische sensibiliteit: fijne tast-, vibratie-, bewegingszin en propriocepsis.
Vitale sensibiliteit: pijn-, temperatuurs- en grove tastzin.
• aangeven hoe de sensibele impuls vanuit een receptor de gyrus
postcentralis bereikt (welke structuren, waar kruising, waar synaps),
zowel voor de gnostische als voor de vitale sensibiliteit . De student
kan dit ook in een schematische tekening weergeven
Zie schrift.
• aangeven waar het cellichaam van het 1e, 2e en 3e sensibele neuron
gelegen is
1e sensibele neuron: spinale ganglia
2e sensibele neuron: thalamus (?)
3e sensibele neuron: gyrus postcentralis
• de 12 paar hersenzenuwen benoemen en bij iedere hersenzenuw de
functie aangeven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saschavanos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.