Hoofdstuk 5
Mechanische, niet verspanende scheidende bewerking:
-deformatieproces vindt plaats in een smalle zone langs de omtrek van snijder en
snijdplaat. In deze zone vindt eerst elastische, daarna plastische vervorming
plaats. Vervolgens treedt er eenplotselinge breuk op; de plaatdelen zijn nu
gescheiden. Het deel van de ponskracht, dat door dit afschuifproces wordt
beplaad volgt uit: (formule)
Behalve door de materiaaleigenschappen wordt de vorm van het kracht-
wegdiagram beïnvloed door de scheurvorming, de wrijving, de ponssnelheid en
de breedte van de snijspleet.
Het gesneden oppervlak bestaat voor een deel uit een glad gesneden oppervlak
en voor een deel uit een breukvlak. Op het gesneden oppervlak kunnen de
volgende gebieden worden onderscheiden:
- Afronding van plaat en dop
- Afschuif- of snijzone
- Breukzone
- Braam
De belangrijkste factor die de vorm en de kwaliteit van de gesneden rand bepaalt
is de snijspleet. De gebruikelijke snijspleet varieert tussen 2 en 10 procent van de
plaatdikte, afhankelijk van het werkstukmateriaal. Als de grootte van de
snijspleet toeneemt, worden de randen ruwer en de deformatiezone groter. Het
materiaal wordt in de snijspleet gedrukt en de randen van de gesneden zone
worden steeds meer afgerond. Als de snijspleet te groot is wordt het
plaatmateriaal gebogen en onderworpen aan trek- in plaats van aan
schuifspanningen. Met toenemende snijspleet wordt de hoogte van de gevormde
braam groter. Dit is ook het geval bij toenemende ductiliteit van het materiaal en
bij stomp gereedschap. Een te kleine snijspleet leidt tot te grote sponskracten,
sterke gereedschapslijtage en kans op gereedschapbreuk doordat snijder en
snijplaat elkaar raken.
De verhouding tussen het gladde oppervlak en het breukvlak op het gesneden
oppervlak neemt toe met toenemende ductiliteit van het werkstukmateriaal.
Deze verhouding neemt af met toenemende materiaaldikte en snijspleet. De weg
die de snijder af moet leggen om het afschuifproces te completeren, neemt toe
naarme de (schuif)rek, die het materiaal kan ondergaan voordat er breuk
optreedt, groter is. Bij brosse materialen kunnen bij knippen en ponsen kleine
scheurtjes ontstaan. Bij wisselende belastingen op het product kunnen deze
aanleiding geven tot het optreden van vermoeiingsscheuren. Deze processen
mogen dan alleen als voorbewerking gebruikt worden.
Knippen is een spaanloos snijdende bewerking, waarbij het snijvlak van één van
de beide gereedschapsdelen (messen) een hoek y maakt met het vlak van de
plaat. Deze hoe is de snijhoek. Bij het knippen is er nooit sprake van
productiegebonden gereedschap. Aan de messen is een vrijloophoek van 1 á 3
graden aangebracht. Dit dient om wrijving tussen het plaatmateriaal en de
messen te verminderen. De snijhoek y dient om de snijkrachten te verkleinen en
om het tijdens knipproces optredende buigend moment op de plaat te beperken.
Om toch een redelijke standtijd (levensduur tussen het herslijpen) van de messen
te kunnen realiseren, wordt een wighoek van 70 á 80 graden aangehouden:
hiermee verkrijgt het mes een zekere vormstabiliteit. De speling (snijspleet)
tussen de messen is afhankelijk van de plaatdikte. De vorm van het gescheurde
snedeoppervlak wordt, evenals bij ponsen, bepaald door de grootte van de
snijspleet en de ductiliteit, de (schuif) rek alsmede de dikte van het
werstukmateriaal. Men kiest een zodanige speling tussen de messen dat de
scheuren, die van beide snijkanten uit optreden, in elkaars verlengde liggen.
, Afhankelijk van de vrom en de afmeting van snijlijnen kunnen verschillende
schaarconstructies worden toegepast:
Slagscharen= scharen met langs elkaar bewegende rechte messen, waarvan de
beweging zowel rechtlijnig als scharnierend kan zijn.
- Plaatschaar: slagschaar met korte, scharnierende messen, geschikt
knippen kleine plaatdelen
- Guillotineschaar: slagschaar met lange messen, die rechtlijnige beweging
maken, geschikt rechthoekige stukken knippen van grote platen
- Knuppelschaar: slagschaar met korte messen, de snijkantsvorm is
aangepast aan de dwarsdoorsnede van het aangevoerde (staf)materiaal
- Knibbelschaar: slagschaar met zeer korte messen. Geschikt voor knippen
(knibbelen) volgens gebogen snijlijnen. Bij deze bewerking wordt de
gebogen snijlijn gerealiseerd door besturing van de gereedschapbaan en
niet door de vorm van het gereedschap.
Draaischaren= scharen met draaiende cirkelvormige messen
- Strokenschaar: draaischaar met messen gemonteerd op assen evenwijdig
aan het vlak van de te knippen plaat. Snijdt brede plaat in smalle stroken
- Figuurschaar: draaischaar met messen gemonteerd op assen die een hoek
maken met het vlak van de plaatt Deze schaar kan men (met
handbesturing) willekeurige contouren snijden
Rolscharen: scharen, voorzien van één of meer gebogen of rechte vaste messen
waarlangs één of meer cirkelvormige messen rollen.
Ponsen is een snijdende bewerking met een gesloten snijlijn voor het maken van
een inwendige werkstuk begrenzing. Bij uitsnijden (stansen) gaat het om de
uitwendige werkstukbegrenzing. Als de oppervlakken van de snijder en de
snijplaat vlak zijn, bereikt de ponskracht zeer snel een hoge waarde. Om dit te
voorkomen worden deze oppervlakken vaan afgeschuind. Als er producten uit
een plaat worden gesneden is het zaak dat het overblijvende deel voldoende
stevigheid bezit: de overblijvende verbindingsdammen moeten een bepaalde
minimale breedte hebben, dit is belangerijk omdat:
- De dammen niet mogen breken als de snijplaat er op drukt
- Het overblijvende materiaal niet in het gat van snijplaat mag gaan zitten
- Het overblijvende materiaal geen bramen mag veroorzaken
- Het materiaal de handen van de bediener niet mag verwonden
Een bijzondere vorm van uitsnijden is fijnstansen, hierbij word het
werkstukmateriaal op de snijplaat gedrukt door een neerhouder met een V-
vormige ril. Deze maakt een indrukking in de plaat, zodat deze niet, zoals bij het
ponsen, buigt en in de snijspleet gedrukt wordt. Door deze fijnstansen kunnen
producten met zeer gladde en zuiver haakse wanden verkregen worden.
Hetzelfde proces kan ook worden uitgevoerd voor binnencontouren: fijnponsen.
De bewerking wordt over het algemeen uitgevoerd op een drievoudig werkende
hydraulische pers, waarbij de krachten, uitgeoefend door de neerhouder, het
tegendrukstempel en de beweging van de snijder, onafhankelijk van elkaar
worden geregeld.
Een productgebonden compleetstempel, voert ponsen en uitsnijden van een
product met gaten in één beweging uit. De methode is geschikt voor betrekkelijk
eenvoudige producten die in middelgrote of grote aantallen gemaakt worden.
Voor betrekkelijke kleine aantallen bestaat het uitgangsmateriaal meestal uit
losse, rechthoekig geknipte blenks, die met de hand in het stempel worden
gelegd.
Een volgstempel voert een aantal bewerkingen na elkaar uit, zowel scheidende
als omvormende bewerkingen. Alleen geschikt voor complexe producten, in grote
series worden vervaardigd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Doju. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.28. You're not tied to anything after your purchase.