Middeleeuwen (500 - 1500)
Bestuur
Na de 5e eeuw werd de Franken stam steeds machtiger. Het Frankische Rijk strekte zich uit
over een groot deel van Europa en werd bestuurd door Karel de Grote
Dit gebied werd bestuurd door middel van het feodale stelsel of leenstelsel.
De koning/leenheer leende zijn land uit aan verschillende
leenmannen. Zij mochten dit stukje land besturen en de
opbrengsten houden. De koning kreeg in ruil hiervoor
vertrouwen en soldaten van de leenmannen.
Het frankische rijk was dus een verzameling van
verschillende staatjes.
Na de 9e eeuw splitste het rijk zich in 2 delen: Westelijk
deel en Oostelijk deel.
Het westelijk deel ontwikkelde na de 13e eeuw tot centraal regeerde koninkrijk Frankrijk.
Het oostelijk deel ontwikkelde zich in de 19e eeuw tot Het Duitse rijk.
Nederland en belgië bestonden in de middeleeuwen uit graafschappen en hertogdommen,
waarvan de meeste tot het duitse rijk behoorde. Aan het einde van de middeleeuwen
werden de nederlanden meer een eenheid.
C/ultu roege Middeleeuwen (500 - 1000) waren de priesters de
enige die konden lezen en schrijven. Het
geloof had dus een erg grote rol in de
samenleving. Iedereen geloofde in god en
de gehele maatschappij draaide ook om
god, theocentrisme.
2 hoofdkenmerken v.d middeleeuwen: Het ridderlijke
karakter van de beschaving en het theocentrisme.
In de Hoge Middeleeuwen (1000-1300) ontstonden
de eerste steden. In de steden ontstond een nieuwe 3e
, stand, de burgerij. Zij hielden zich bezig met handel en nijverheid.
In deze tijd werden ook de in1drukwekkende gotische kathedralen, de eerste universiteiten
en de literatuur geschiedenis begon.
In de Late Middeleeuwen (1300 - 1500) werd de burgerij steeds machtiger en kreeg de
cultuur een 3e hoofdkenmerk: het burgerlijke. Brabant kwam in de nederlanden naar voor
als centrum van economie en cultuur.
De 3 standen waren eigenlijk maar weinig mensen, de meeste mensen waren arbeiders of
boeren en zij stonden buiten de wereld van kunst, cultuur en onderwijs.
Literatuur
Tot 11e eeuw schreef men in West-Europa in het Latijn. Daarnaast bestond er een
literatuur in de volkstalen, die mondeling werd overgedragen.
Vanaf het einde van de 11e eeuw begon men deze teksten ook op te schrijven. De
West-Europese literatuur begon dus rond 1100.
De literatuur van 12e en 13e eeuw is ridderlijk en theocentrisch. Beoefende genre zijn de
ridderroman en heiligen schrift. Vanaf het einde van de 13e eeuw komt er steeds meer de
didactische literatuur, gericht op de adel en weetgierige burgerij.
Middeleeuwse letterkunde was bedoeld om te beluisteren.
Troubadours: De schrijvers/componisten. Hun teksten werden ten gehore gebracht door
rondtrekkende jongleurs of minstrelen. Daarom was bijna alle literatuur rijmende poëzie
(het is gemakkelijk te leren)
(Uitvinder van de boekdrukkunst is Johannes Gutenberg) Voor de uitvinding van de
boekdrukkunst moest men elk boek met de hand overschrijven. Zo’n handschrift of codex
werd door kloosters monniken geschreven. Het werd geschreven op perkament en versierd
met miniaturen vooral de 1e letter (initialen) van elk hoofdstuk was mooi versierd.
Dankzij de boekdrukkunst konden boeken goedkoop verkocht worden.
Omdat men nu alles zelf kon lezen was de poëzievorm niet meer nodig en werden de oude
verhalen in proza omgezet.
Boekdruk in 1450 tot 1500 worden wiegendrukken of incunabelen genoemd. Ze lijken nog
erg op de handschriften omdat de drukletter een nabootsing van de schrijfletter was en de
initialen er nog met de hand bij getekend. Na 1500 leken de boeken op de huidige boeken.
Er werd nu ook meer op papier gedrukt. (Gutenberg bijbel is het oudste gedrukte boek)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliadouw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.91. You're not tied to anything after your purchase.