MHS4503 Persoonlijkheidsstoornissen/ personality d
All documents for this subject (14)
3
reviews
By: Supriya • 6 year ago
By: michellenypels9 • 6 year ago
By: tineraskin • 8 year ago
Seller
Follow
EveC
Reviews received
Content preview
Taak 1: Persoonljkheidsstoornissen (PS) in het algemeen
1.) Wat zijn persoonlijkheidsstoornissen?
=> duurzame, rigide gedragspatronen die een optimaal functioneren in sociale
relaties en werk ernstig belemmeren. (Davey, G. 2008)
PS Worden gekenmerkt door 3 P’s (Lobbestael en Cane):
1. Pathological omdat de traits verschillen van wat normaal is gezien de
verwachtingen die men in onze cultuur heeft.
2. Persisent vanwege hun langdurige aanwezigheid en omdat ze meestal al ontstaan in
de adolescentie of vroege volwassenheid
3. Pervasive omdat PDs zich in een breed scala van persoonlijke en sociale situaties,
grote impact.
“Egosyntoon” = iemand met een PD ziet de PD als een deel van zijn eigen ik, en hebben
weinig inzicht in het feit dat hun PD stress en problemen veroorzaakt voor zichzelf en
anderen. Mensen met persoonlijkheidsstoornissen beschouwen zichzelf dus niet als ziek
of gestoord.
De diagnose is gebaseerd op polythetically classification.
= er kan alleen een diagnose gesteld worden met alleen een deel van de items die de
stoornis kenmerken. Daardoor kan het klinisch beeld van 2 personen met dezelfde PD
heel verschillend zijn.
Risicofactoren PS: lage SES, wonen in een stad, jonge leeftijd, scheiding, weduwe of
nooit getrouwd, fysiek, verbaal en seksueel misbruik.
Persoonlijkheidsstoornissen verhogen de kwetsbaarheid voor andere psychische
stoornissen zoals angststoornissen en depressies.
2.) Hoe verschillen PS van as 1 stoornissen? (Krueger 2005)
Verschillen
Persoonlijkheidsstoornissen zijn:
- meer stabiel zijn in de tijd
- enkel zichtbaar in volwassenheid.
- minder vatbaar voor behandeling
- egosyntoon, gebrek aan zelf-ziekteinzicht
- PS en KS zijn verschillende stoornissen
- In theorie hebben PS en KS verschillende etiologie.
-> PS zou primair door omgeving worden beïnvloed / ontstaan.
Overeenkomsten
- De onderliggende factoren die ervoor zorgen dat PS symptomatologie ontstaat zijn
consistent in de tijd. Dit lijkt ook zo bij KS te zijn.
- Beide stoornissen verschijnen in adolescenten
- Vatbaarheid voor behandeling is niet een overtuigende maat om PS en KS te
onderscheiden. Beide reageren op interventie. Aanwezigheid van PS bij een KS
vermindert het behandelresultaat niet perse. + Interventies gericht op KS
beïnvloeden ook de PS (zoals farmacologische interventies).
- Empirische studies over inzicht ontbreken (o.a. vanwege gebrek aan kennis om
inzicht te meten).
- Er bestaan overlap in symptomen en er is co-morbiditeit kan bestaan
- PS en KS zijn niet goed te onderscheiden in termen van de invloed van genetische
factoren in de etiologie. PS is ook beïnvloedbaar door genetische factoren
1
, 6 gebieden waarop onderscheid gemaakt kan worden
1. Stabiliteit => geen onderscheidende factor. Macglashen heeft 2 jaar lang PS
gevolgd en concludeert dat de criteria van de traits stabiel waren maar dat de
gedragscriteria wel veranderbaar waren. Er is dus een verschil tussen ‘trait-like’ en
‘states-like’. Bijvoorbeeld bij borderline is zelfbeschadigend gedrag is
symptomatisch state en komt voort uit instabiliteit wat een trait is. Trait is stabiel.
Gedrag/state is veranderlijk.
2. Age of onset => geen onderscheidende factor. As I stoornissen hebben
verschillende leeftijden van ontstaan, PD’s een vroege leeftijd van ontstaan. As I
stoornissen hebben een brede range van ontstaan (15- 54 jaar). Uit onderzoek
blijkt dat het vaak om jong volwassenen gaat.
Volgens de DSM moeten kenmerken van PD aanwezig zijn voor de vroege
volwassenheid. Vroege age of onset is een fundamentele basis voor een
onderscheiding tussen as I stoornissen en PD’s. Er mist kennis over de kindertijd
antecedenten van volwassen persoonlijkheidsstoornissen. Uitzondering:
antisociale Pd met conduct disorder. MAAR de conduct disorder aspecten laten
etiologische contributies van de familie omgeving zien, terwijl de volwassen
aspecten deze contributies niet laten zien -> verschillende ethologiën.
3. Behandelingsrespons => geen onderscheidende factor. DSM diagnoses inclusief
Pd’s kunnen baat hebben bij verschillende interventies. De aanwezigheid van PD
co-morbiditeit bij het behandelen van een As I stoornis hoeft niet te resulteren in
een verminderd behandelingsresultaat. Interventies gericht op As I stoornissen
kunnen ook PD’s beïnvloeden. Farmacologische interventies beïnvloeden systemen
van As I, Pd’s en normal-range; aldus persoonlijkheid overstijgend.
4. Inzicht => Mogelijk maar onbekend. Het ontbreekt aan empirische onderzoeken
over de rol van inzicht bij PD’s. PD zou beperkter inzicht hebben.
5. Comorbiditeit en symptoom specificiteit => geen onderscheidende factor. As I
stoornissen en PD’s zouden erg verschillende symptomen hebben, MAAR uit
onderzoeken blijkt dat er echt veel co-morbiditeit is en sommige PD’s hebben ook
symptomen die veel op de symptomen van As I stoornissen lijken.
6. Etiologie => geen onderscheidende factor. As I stoornissen zouden meer
genetisch bepaald zijn (farmacologische interventies) en PD’s zouden meer door
de omgeving worden beïnvloed (psychologische interventies). Er is echt een
wisselwerking tussen het genetische aspect en de omgevingsfactoren bij zowel As
I als As II stoornissen.
Macglash: De causale assumptie bij as I en as II zijn verschillend.
as I stoornissen PD
De causaliteit wordt verondersteld te Persoonlijkheid is het patroon van
kunnen worden gelokaliseerd. De oorzaak karaktertrekken doorheen de gehele matrix
beïnvloedt de andere facetten. van de persoon. Het wordt niet beperkt tot
één trait / kenmerk; het is interpersoonlijk,
cognitief, psychodynamisch en biologisch.
Elk kenmerk bekrachtigt de andere
kenmerken in de totale
persoonlijkheidsstructuur. Causaliteit is
overal.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EveC. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.