Alle theorie van het hoofdstuk formuleren van het leerwerkboek Nieuw Nederlands 4-5-6 vwo wordt behandeld. Niet alleen handig voor middelbaar scholieren, maar ook voor voorbereiding op een taaltoets in het hoger onderwijs.
< Dubbelop > 3) Pleonasme
① Een deel van de betekenis van een woord/woordgroep wordt nog
Als iets op de een of andere manier twee keer wordt gezegd. eens door een ander woordt uitgedrukt, meestal van een andere
Er zijn vijf verschillende ‘dubbelop’-fouten: woordsoort.
- Onjuist
1) Onjuiste herhaling • … minderjarige kinderen.
Als een vast voorzetsel twee keer wordt gebruikt. • … naar beneden gekelderd …
- Onjuist - Juist
Voor een toename van het aantal orgaandonoren zijn de • … kinderen.
afgelopen jaren al heel wat campagnes voor gehouden. • … gekelderd …
- Juist
Tweede voor weglaten. ② (Het pleonasme komt ook voor als stijlfiguur en is in dat geval dus
correct).
2) Tautologie
① Als hetzelfde twee keer wordt gezegd, meestal met verschillende
woorden van dezelfde woordsoort (synoniemen). 4) Contaminatie
Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en gemixt.
- Onjuist
De president kreeg van de pers veel kritiek op zijn uitspraken, - Onjuist
maar steeds kon hij echter rekenen op waardering van de • Door de war halen
bevolking. • Nachecken
• Zich irriteren aan
- Juist • … behoort tot een van de …
Echter weglaten.
Of: … uitspraken; hij kon echter steeds rekenen … - Juist
• Door elkaar halen; in de war raken
② (Het tautologie komt ook voor als stijlfiguur en is in dat geval dus
• Nakijken; checken
correct). • Zich ergeren aan; irriteren
• Behoort tot de; is een van de
, Nieuw Nederlands Formuleren
5) Dubbele ontkenning
In zinnen met een werkwoord dat al een ontkennend karakter heeft
(voorkomen, misbruiken, verbieden, weerhouden, nalaten) wordt soms
een tweede ontkenning toegevoegd.
- Onjuist
Hoe kun je bij zoveel stembiljetten voorkomen dat er bij het
tellen geen fouten worden gemaakt?
- Juist
Geen weglaten.
Of: Hoe kun je bij zoveel stembiljetten ervoor zorgen dat er bij
het tellen geen fouten worden gemaakt?
, Nieuw Nederlands Formuleren
< Onjuist verwijzen> 2) Hij, zij (ze) of het; hem of haar; zijn of haar?
① Onzijdige woorden zijn het-woorden.
Vewijswoorden wijzen meestal terug naar een eerder- of vooruitgenoemd ➢ Verwijs met het en zijn.
woord. Het woord/woordgroep waarnaar een verwijswoord wijst = - Namen van landen, provincies, steden, clubs en ook
antecedent. verkleinwoorden zijn het-woorden.
② Mannelijke woorden zijn de-woorden.
1) Hoe correct verwijzen? ➢ Verwijs met hij, hem en zijn.
1. Om te bepalen welk verwijswoord je moet gebruiken, moet je eerst
het antecedent zoeken.
2. Kies daarna met behulp van het schema een correct verwijswoord. ③ Vrouwelijke woorden zijn de-woorden.
→ Als het antecedent niet één woord is, maar een woordgroep ➢ Verwijs met zij, ze en haar.
(bijvoorbeeld een zinsdeel), zoek dan de kern van die woordgroep. - Aan sommige woorden kun je zien dat ze vrouwelijk zijn
(personen en dieren).
- De onderzoekscommissie voor fiscale constructies presenteerde - Veel vrouwelijke woorden mogen ook mannelijk gebruikt worden.
in juni haar rapport over belastingontwijking door - De volgende uitgangen:
multinationals.
• -heid (minderheid) • -ij (tovenarij)
∟ De kern van de woordgroep De onderzoekscommissie voor • -nis (geschiedenis) • -iek (politiek)
fiscale constructies is het woord onderzoekscommissie. Omdat • -ing (beweging) • -theek (bibliotheek)
het woord vrouwelijk is, gebruik je haar rapport.
• -schap (vriendschap) • -teit (universiteit)
• -uur (natuur)
• -te (gewoonte)
• -st (komst, opbrengst, vangst
• -de (waarde)
[persoonsvorm + st])
• -ie (politie)
3) Deze of die; dit of dat?
① Verwijs naar de-woorden: die en deze.
② Verwijs naar het-woorden: dat en dit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahlee4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.10. You're not tied to anything after your purchase.