100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Voedingsadviezen (K09I7a) $10.70
Add to cart

Summary

Samenvatting Voedingsadviezen (K09I7a)

2 reviews
 153 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Farmaceutische wetenschappen De powerpoint, samen met goede lesnotities (!) van alle verschillende onderdelen/proffen worden samengevat tot een soort van cursus/samenvatting. Het volgt dus de structuur van de powerpoints! Prof: Matthys Christophe | Devlieger Roland | Koppo Katrien | Van De...

[Show more]

Preview 4 out of 96  pages

  • August 30, 2022
  • 96
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: rafaelamakrigianni • 1 year ago

review-writer-avatar

By: gittedehaes • 1 year ago

avatar-seller
VOEDINGSADVIEZEN: Basisinformatie tot voeding (Prof Matthys)

1. Relatie tussen voeding en gezondheid

• Nutritional situation => health consequences, outcomes
o Optimum nutrition: food-secure individuals with adequate, balanced & prudent diets
▪ => health, well being, normal development, high quality of life
o Undernutrition: hunger: food-insecure individuals living in poverty, ignorance, politically unstable
environments, disrupted societies, war
▪ = te weinig eten (energetisch (te weinig kcal) of vanuit eiwitten (genoeg kcal, te weinig
micronutrienten (vit A, vit C etc)
▪ => decreased physical & mental development, compromised immune system, increased
infectious diseases, vicious circle of undernutrition, underdevelopment, poverty
o Overnutrition: overconsumption of food, especially macronutrients, plus: low physical activity,
smoking, stress, alcohol abuse
▪ = te veel eten (energetisch (te veel kcal), teveel eenzijdig consumeren (te weinig
micronutrienten))
▪ => obesitas, metabolic syndrome, cardiovasculaire aandoeningen, type 2 diabetes etc.
o Malnutrition : nutrition transition : individuals and communities previously food insecure ->
confronted with abundance of palatable foods -> some undernourished, others too many
macronutrients and too few micronutrients
▪ => double burden of infectious diseases plus NCDs (makkelijk vatbaar voor ziekten) = often
characterized by this overnutrition of macronutrients and undernutrition of micronutrients
• Wat doet voeding: link between diet & health outcomes (belangrijk)
o 1) Je hebt exposure aan voeding: vb ontbijt
o 2) Indicator of exposure (statusmarker): belangrijk als er link is tussen exposure & clinical outcome
▪ Vb: studie dames die niet ontbeten hebben hogere kans op osteoporosis
▪ Vb: groeimelken innemen, dan krijg je hogere Fe & Vit D status => dit toont aan dat
statusmarker verbetert, maar betere status is niet direct gerelateerd aan clinical outcome
o 3) Link tussen clinical outcome ifv voeding bewijzen is moeilijk & vaak arbeidsintensief
▪ Vb: osteoporose treedt op vanaf 50j, maar kind volgen voor 50j is arbeidsintensief
▪ Oplossing: (Valid) Surrogate Outcomes & (Non-validated) Intermediate Outcomes
• SO = predictors of clinical outcomes: vb bone mineral density voor osteoporose)
• IO = possible predictors of clinical outcomes: vb bij cardiovasculaire aandoeningen
werken met lipide profielen (hdl, ldl)
o => verhoogd lipide, verhoogd cardiovasculaire aandoening, maar niet per
definitie dat je bij verhoogd ldl een cardiovasculair event hebt!
• Wat doet voeding: inspelen op intermediare/onderliggende biologische mechanismen
o => via voedingspatroon (diet) kunnen we
o 1) sterk effect hebben op lipide levels die zullen veranderen
▪ Low density lipoprotein cholesterol (LDL), High density lipoprotein cholesterol (HLD),
triglyceriden, lipoproteinen
o 2) naar homocysteine levels gaan: via 1C metabolism, homocysteine omzetten in methionine,
waarbij trigger vitB12 is dat beinvloed w door riboflavine & foliumzuur opgenomen via voeding
o 3) inspelen op bloeddruk, insuline sensitiviteit, oxidatieve stress, cardiac rhytm,…
o Gevolg: risico van coronary heart disease
• Wat je wel of niet kan met voeding kan aanpakken: nutrition-responsive diseases => to nutrition
unresponsive (genetic) diseases
o 1) direct aanpakken met voeding: deficiencies (vitamine, mineralen), laag geboortegewicht
bijvoeden, toxicities, anemie (via voedingssuplementen eerder), poor resistance to disease
o 2) secundaire preventierol van voeding/vanuit voeding inspelen op therapie/behandeling: arthritis,
diabetes, hypertension, hartaandoening
1

, o 3) voeding weinig rol in: kanker, osteoporosis (adult bone loss)
▪ => voeding gaan deze niet genezen, maar door ondervoeding van kankerpatient kan vb.
chemotherapie minder effectief zijn of beperkte botmassa onderhouden via voeding
o 4) voeding weinig rol in: sickle-cell-anemia
o Conclusie: voeding belangrijk sturende rol, maar genezen niet (deficiency wel)
• Chronic disease risk & voeding relatie:
o altijd gezond voedingspatroon: timely intervention produces substantial risk reduction (stippellijn)
o op latere leeftijd pas voedingspatroon gezond aanpassen: impact of adult intervention is small (risk
reduces a little bit, but not like 1)) (groene lijn)
• Underlying drivers of improved nutrition status (
o Nutritionele status: positive nutrition outcomes = are prevention of undernutrition, overweight,
obesity, high blood pressure, high blood sugar, high cholesterol
o NS wordt beinvloedt door immediate processes: health behavior/gezondheid (vb dieet, hygiene,
physical activity) & biologische factoren (vb disease status, genetics)
o IP wordt beinvloedt door:
▪ 1) food environment (omgeving vb affordability and access to foods that promote nutrition)
▪ 2) social environment (sociale omgeving bepaalt onze voeding vb norms on infant and young
child feeding, hygiene, education, work conditions)
▪ 3) health environment (vb access to preventative and curative services
▪ 4) living environment (hoe alles georganiseerd is om vb makkelijk fysieke activiteiten te doen
vb built space, water and sanitation services)
o Zie ppt 3 niet besproken dingen

2. De basis: macronutrienten (lipiden, eiwitten, koolhydraten)

• Humane voeding = vanuit het moleculaire alles te maken met landbouw, politiek & antropologie
• Nutrients: de basis
o People eat food NOT nutrients
o The combination and amount of nutrients determine health
o Nutritional goals:
▪ Quality intake that allows you to function at your best and promotes health - Intake that
provides adequate levels of each nutrient
• Kwaliteit = ENbehoefte (man vs vrouw) kan op versch manieren vervuld worden
• => Voeding gaat lichaamssamenstelling (body composition)/nutritionele status
beinvloeden: vrouw 2000, man 2500 kcal: mannen hebben hoger spierpercentage
en vrouwen hoger vetpercentage
▪ Quantity of intake that promotes a healthy body weight
• Kwantiteit = alles te maken met hoeveelheid EN
• Classifying nutrients
o Essential nutrients = nutrients the body either cant make or cant make enough of to meet its needs
▪ => These nutrients must be obtained from foods (ingested in some manner)
▪ => Examples: 1) Vitamins (also vitD lil bit) 2) Ca, Fe, other minerals 3) Some amino acids
o Nonessential nutrients = body can make from other nutrients ingested
▪ => Examples: 1) Cholesterol 2) Some amino acids
• Energy metabolism: introduction
o Energiebalans
▪ = 1ste wet thermodynamica = wet van behoud van energie = EN kan niet verloren gaan, of
kan niet uit het niets ontstaan
▪ Components of energy balans: EN intake, EN storage, EN expenditure
o ΔE = 0 homeostasis - stable BW
o ΔE > 0 increase BW

2

, ▪ Positieve ENbalans bij groeispurt in 1ste jaren of puberfase ; willen toenemen in spiermassa
o ΔE < 0 decrease BW
▪ Negatieve ENbalans bij gewichtsverlies, pathogieën, ouder worden
• Energieverbruik van de mens
o Energiebehoefte – aanbevelingen
o Energieverbruik = Basaal metabolism x Physical activity level (+ 10% Diet induced thermogenese)
▪ TEE = PAL x BMR (+10%DIT)
o PAL = ongeveer 1,75 om obesitas & overgewicht te vermijden; sedentaire dag 1,2
o BMR = EN dat lichaam nodig heeft om in bed stil te liggen (niet bewegen, niet nadenken)
o DIT = EN dat lichaam verbruikt om voedsel te gaan verteren (tot 3h na consumptie voedsel)
• Energiebalans van de mens: cyclus
o 1) Beginning to get hungry => growing hunger
o 2) Lets eat = hunger signals you to begin eat => eating
o 3) Im full = satiation signals you to stop eating => between meals: satiety is the satisfaction between
eals
• Energiebalans van de mens: samenspel tussen
o 1) Honger (hunger) en verzadiging (satiety)
▪ Geinduceerd door biosensoren in maag-darm kanaal (stretch & nutrient receptoren)
▪ 1) Op moment van honger: ghreline productie => naar hersenen: zeggen dat je honger hebt
▪ 2) Op moment van verzadiging: leptine productie vanuit vetweefsel => naar hersenen:
zeggen dat je voldoende hebt
▪ Drang tot energieopname
▪ Inhibitie verdere voedselopname na stop eten
▪ Voorbeeld: Big Mac vs Slaatje van allebei zelfde kilocalorien
• Big mac: je gaat voldoende hebben, maar satiety daalt na termijn, krijgt terug
honger => terug consumeren (weer Big Mac)
o Reden: snel verteerd/absorbeert in duodenum al, dus biosensoren in maag-
darm stelsel wachten eigenlijk op voedsel dat niet gaat komen => gevolg:
sensoren sturen ghreline signalen/hongersignalen naar hersenen
• Slaatje: je gaat voldoende hebben, en satiety tussen 2 maaltijden duurt langer
o Reden: vezel in sla zorgt dat niet alles direct geabsorbeerd w in duodenum
maar ook naar rest van maag-darm stelsel gaat => geen ghreline
• Conclusie: met zelfde kilocalorien ga je gelijkaardige periode overbruggen (tekening)
o 2)  goesting (appetite) en voldoening (satation= verzadiging = voldaan)
▪ Goesting = zin om iets te gaan consumeren vb door bepaalde geur van vb cake
▪ Drang voor specifiek voedsel
▪ Krachtige maar weinig geregelde stimulans tot eten
▪ Processen die leiden tot beëindigen van maaltijd
• Energiebalans van de mens
o Vanuit 1ste wet van thermodynamica etc. gaan we ervanuit dat 1 kcal = 1 kcal
▪ Maar 1 kcal = afhankelijk van welke voeding het afkomstig is heeft het een ander effect
▪ Conclusie: ENinname w bepaald door 1ste wet van thermodynamica, maar ook via samenspel
satiety & satation dat gereguleerd wordt vanuit hormoonproductie
o Energiebalans = dus een volledig proces, niet enkel 1ste wet van thermodynamica:
o 1) Meal quality: geeft sensatie => te maken met reward & pleasure (belongingssysteem) => hersenen
▪ Beloningsyssteem: te maken met perfecte verhouding koolhydraten/lipiden/zout waardoor
je graag meer er van eet door positieve smaakervaring
o 2) Meal quantity: zorgt voor in maag & darmen => hormoon productie (ghreline) => hersenen
o 3) Nutrientstatus: zorgt voor in lever => metaboliet productie (AZ, glucose, insulin etc) => hersenen
o 4) Energy balance: afh van body (fat) mass => leptin, insulin productie => hersenen

3

, ▪ Obese personen groter vetweefselgehalte => meer leptine produceren maar in niet actieve
vorm, waardoor toch verzadiging niet gaat optreden
o Conclusie: meal quality, quantity, nutrient status, energy balance = speelt rol in hoe voeding ervaren
o Opm: postingestieve & postabsorptieve effecten: vezels in colon geen vertering, maar fermentatie
• Energiebalans van de mens: verzadiging wordt beinvloed door:
o 1) Energiedichtheid
o 2) 50% middelmatige dichtheid (KH)
▪ 37% lage dichtheid (groenten-fruit-drank)
▪ 13% hoge dichtheid (cake, chocolade, room,..)
o 3) Vezelgehalte => hoog = sneller verzadigd
o 4) Alcohol => hoog = tragere verzadiging
o 5) Hoogte en inspanning => sneller verzadigd!!
o 6) Extreme temperaturen
• Energy density
o = Measure of the kcal per gram of food = hoeveelheid EN aangeboden wordt per gram voeding
o Lipids = have the highest energy density of the 3 energy-yielding nutrients
o Foods with a high energy density provide more kcal per gram than low density foods
o Voorbeeld: ENdensiteit van blad sla = lager dan van latte macchiato: met latte neem je 400 kcal in
(=1/5de van totale ENbehoefte (2000kcal)) & minder verzadigd
o Voorbeeld: idem kcal
▪ Higher ENdensity + weinig verzadiging = Donut, thee = 500kcal in 144 gram ontbijt
▪ Lower ENdensity + lange verzadiging = egg, fruit, thee, flakes = 500 kcal in 450 gram ontbijt
(grotere massa & meer vezel & meer eiwitten voor meer verzadiging)
• Macronutrienten: koolhydraten, lipiden & eiwitten
• Koolhydraten: What exactly are sugars/carbohydrates/koolhydraten?
o = algemene naam voor ketens gebaseerd op fructose, glucose & galactose
o 1) Monosacchariden (Degree of Polymerisation = 1 = 1 molecule): glucose, fructose, galactose
o 2) Dissachariden (DP = 2): sucrose (druivensuiker), lactose (melk), maltose (fermentatie graan)
o 3) Oligosacchariden (DP = 3-9) : good digestion (raffinose), not digested (FOS, GOS)
▪ FOS = fructo-oligosacchariden, GOS = galacto-oligosacchariden
▪ Not digested: niet verteerd, wel gefermenteerd in colon!
o 4) Polysacchariden (DP >= 9): complete (freshly cooked starch), not digested (cellulose, inulin)
▪ Not digested: niet verteerd, wel gefermenteerd in colon!
o HFCS: high fructose corn syrup: very high fructose content
▪ Relatieve proportie fructose tov glucose in:
• HFCS 55 (55% fructose, 45% glucose; used in most soft drinks)
• HFSC 42 (42% fructose; mostly used in non-beverage applications
▪ Sucrose (50:50 %): reageert dus niet veel anders in lichaam als HFCS
• Koolhydraten: voedingsvezels belang
o 1) Niet-wateroplosbare voedingsvezels (vb granen)
▪ 1) Verhoogt door waterbinding het volume van de maaginhoud => verhoogt verzadiging ↑
• Waterbinding: vezels gaan in maag-darm systeem darm mucosa aantasten waardoor
mucogeen vrijkomt => hierdoor een groter watervolume bindend effect optreden
▪ 2) Gaat daling van de passagetijd door het maag - darmkanaal krijgen
▪ 3) NIET FERMENTEERBAAR
• Waardoor Stoelgang hoeveelheid ↑ : “bulking effect”
o 2) Wateroplosbare voedingsvezels (vb appel)
▪ = Oplosbaar in water
▪ 1) Passage door maag en dunne darm
▪ 2) Geen invloed → komen ongewijzigd in het colon terecht (dus fermenteerbaar)
▪ 3) Indien erg kleverig of taai: vertraagde vertering
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller feline2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.70  11x  sold
  • (2)
Add to cart
Added