Samenvatting juridische basisvorming (leerkracht: F. Verhenne - hogent campus schoonmeersen) - examenuitslag 18/20 in eerste zit
De samenvatting bevat enorm veel informatie die niet in het boek terug te vinden is en zeer cruciaal is voor het examen.
Algemene inleiding recht (+notities bij powerpoint dia’s, zie groen bestekmapje)
Kenmerken en definitie van recht
Recht
= geheel van gedragsregels en normen
dienen voor ordenning van maatchappij en het maatschappelijk leven
niet-naleving = sanctioneren door rechter (scheiding der machten)
opgelegd door maatschappij via haar vertegenwoordigers (=parlement, wetgevende macht)
- Verbodsbepalingen (Het is verboden om iets te doen)
o verboden om een diefstal plegen
- Gebodsbepalingen (Je wordt tot iets verplicht)
o stoppen voor rood licht
Je hebt een Mogelijkheid om een handeling uit te voeren
o trouwen zonder huwelijkscontract
regels zijn afdwingbaar
Rechtssubject
= persoon of groep personen die juridische rechten en plichten hebben
Natuurlijke personen= normale mensen
Rechtspersonen= groepering
o Geen echte persoon,
o W vertegenwoordigt door zaakvoerder/bestuurder (bij rechter)
o Bv. Vennootschappen, vzw…
Rechtsobject
= voorwerp waarover rechtssubjecten hun subjectieve rechten kunnen uitoefenen
Voorwerpen en dieren
Onderverdeling van het recht Economisch recht
Naar inhoud
o Privaatrecht (= horizontale verhouding)
= regelt de verhoudingen tussen burgers onderling
Bv. Huurder-verhuurder, vader-dochter
(economisch recht+ vennootschapsrecht=
ondernemingsrecht)
o Burgerlijk recht
o Gerechtelijk privaatrecht
o Internationaal privaatrecht
o Publiekrecht (= verticale verhouding)
= regelt de verhoudingen tussen burgers en overheid & verhoudingen v
overheidsorganen
Bv. Belasting, omgevingsvergunning
o Staatrecht
o Administratief recht
o Strafrecht
o Strafprocesrecht
o Fiscaal recht
1|Pagina
, Naar territorium
o Nationaal recht (=> gemeenschappen en gewesten)
= rechtsregels uitgevaardigd door nationale politieke instellingen + van toepassing in
België
o Grensoverschrijdend recht (=> Europees recht)
= rechtsregels uitgevaardigd door supranationale politieke instellingen, verdragen tss
België en andere landen, rechtsregels die bepalen welk nationaal privaatrecht van
toepassing is
Andere indelingen (naast publiek-privaat)
Objectieve & subjectieve recht
o Objectief: geheel van normen die de menselijke activiteiten, de onderlinge
verhouding tussen mensen en hun verhouding tot de gemeenschap regelen
= bevat de rechtsregels op zich
o Subjectief: bevat aanspraken die een persoon tegenover een ander laat gelden, zijn
gebaseerd op het objectieve recht
Materieel en formeel recht
o Materieel: der regels die rechten toekennen en plichten opleggen
o Formeel: geeft aan hoe de naleving van materiële recht verzekerd kan worden (bv.
Gerechtelijk privaatrecht)
Rechtsfeiten vs rechtshandelingen
Rechtsfeit
= elk feit waaraan het objectief recht rechtsgevolgen koppelt. (Het “is” er gewoon)
o Deze rechtsgevolgen zijn het tot stand brengen, wijzigen, overdragen of laten
verdwijnen van subjectieve rechten
Bv. Overlijden: nalatenschap komt vrij
Bv. Geboorte: rechtsgevolgen komen vrij: afstammingsband tss kind en moeder
Rechtshandeling
= elke handeling die bewust wordt gesteld om de rechtsgevolgen te bereiken die het objectief recht
aan die handeling verbonden heeft.
o Deze rechtsgevolgen zijn het tot stand brengen, wijzigen, overdragen of laten
verdwijnen van subjectieve rechten
Bv. Erkenning v/e kind (je doet een bewuste handeling)
Bv. Koopovereenkomst ondertekenen: doel=eigenaar worden
Bronnen van het recht
Regels vind je terug in de wetgeving (=wet)
Niet in de wet = geen regel
Wetgeving in ruime zin = wetgeving sensu lato
Internationale verdragen en beslissingen van supranationale instellingen
o Belangrijk!: recht van de EU (Europese unie)
Richtlijnen: naar iets gelijk streven, nog verwerken naar eigen wet in België
Verordeningen: een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks
van toepassing is in alle lidstaten
Beschikkingen
2|Pagina
, o Internationale verdragen tussen 2 staten
Grondwet
o Meest fundamentele Belgische wet
o Omvat fundamentele rechten en vrijheden (recht van meningsuiting, niet-
discriminatie, beginsel van gelijkheid…)
o Inrichting van
Wetgevende macht: wetten maken + controle uitvoerende
Uitvoerende macht: past wetten toe
Rechterlijke macht: beslecht geschillen
o Bijzonder procedure tot wijziging => heel strikt, kan niet zomaar gewijzigd worden
Wet in strikte zin = wet sensu stricto
o Komt tot stand door parlement= kamer v volksvertegenwoordigers + senaat
o Federaal: over gans België = Wetten
o Publicatie in Belgische staatsblad
o In werking 10 dagen na publicatie/ op vastgestelde datum
Decreten WETTEN: federaal
o Rechtsregels op regionaal niveau DECRETEN: regionaal
o Door parlementen v gemeenschappen en (gemeenschappen en gewesten)
gewesten ORDONNANTIES: Brussels hoofdstedelijk gewest
Koninklijk Besluit
o Besluiten door koning
o Praktijk: ministers
o Nodig voor de uitvoering van wetten
o = federaal niv.
Concreet uitgewerkte wetten komen in koninklijk besluit
Besluiten van gemeenschaps- en gewestregeringen (“regionale koninklijke besluiten”)
o Besl. Genomen door hen
o Nodig voor uitvoering van decreten/ ordonnanties
o = regionaal niv.
Zie vraag fluo !
Rechtspraak
= geheel van beslissingen van rechtbanken en hoven
o Toepassen en interpreteren van wetten
o Enkel bindend tussen partijen
o ! geldt enkel binnen concrete zaak => w geen algemene regel !µ
Rechtsleer
= artikel
o Geheel van wetenschappelijk juridische publicaties; boeken en artikels uit juridische
tijdschriften
(Gewoonte: bestaat bijna niet meer)
3|Pagina
, De Belgische staatstructuur
Kenmerken van de Belgische staat
1.1 Rechtsstaat
Ontstaan rechtsstaat
- 17e eeuw tijdens de absolute vorst
- Absolute vorst met onbeperkte macht: Lodewijk de 14 e
o Was zowel wetgever, minister, rechter7
= alle macht zat in 1 persoon
- Revolutie door de verlichting
o Mensen wouden geen absolute macht meer, wouden rechten
Ontstaan rechtstaat
Scheiding der machten
o Wetgevende, uitvoerende, rechterlijke
Kenmerken (zie pp)
- Evolutie naar wetsstaat?
Wat zijn de 2 fundamentele principes in de rechtstaat (vraag examen !!!)
1) Regels mogen niet zomaar gewijzigd worden
(= burgers kunnen niet ontworpen worden aan willekeurige regels)
2) Iedereen is gelijk voor de wet (we gaan niet discrimineren op vlak van geslacht, huidskleur…)
1.2 Democratie
Democratie= wij als burger nemen deel aan het staatsbestuur
- Representatieve democratie: wij worden vertegenwoordigt, zij gaan in naam van ons regels
en normen opstellen (In België)
- Directe democratie : burgers k zelf direct invloed uitoefenen op wetgevingsproces, heel veel
referenda (referendum): burgers gaan kiezen of dat ze in een bepaalde regio meegaan of niet
(In Zwitserland)
Opkomstplicht: verplicht om naar het stemlokaal te gaan, maar geen stemplicht: effectief stemmen
stemrecht en opkomstplicht in België
(Vrouwen: vanaf 1947 stemmen, Mannen: 1893)
België = monarchie = Koning w door erfelijkheid aangewezen en niet verkozen
Scheiding der machten
Ontstaan: Montesquieu
Wetgevende macht: vertegenwoordigt de senaat en de kamer = parlement
Uitvoerende macht: ministers= regering (=> koning)
Rechterlijke macht: de rechtbank
Oefeningen bij filmpje
Welke machten kennen we?
- wetgevende macht
- uitvoerende macht
- rechterlijke macht
4|Pagina
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dinabanckaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.