100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderzoeksvaardigheden I - examenuitslag: 15/20 $8.02
Add to cart

Summary

Samenvatting Onderzoeksvaardigheden I - examenuitslag: 15/20

2 reviews
 98 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting Leerstof Onderzoeksvaardigheden I (eerste semester, leerkracht: C. Claessens) - examenuitslag: 15/20 in eerste zit

Preview 4 out of 34  pages

  • August 30, 2022
  • 34
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: lukalamberts • 1 year ago

review-writer-avatar

By: akereleraphael15 • 2 year ago

avatar-seller
Onderzoeksvaardigheden

Deel 1: Kritisch denken

2. Kritisch denken is belangrijk

3. Bedreigingen voor ons kritisch denken
3.1 Hoe denkt ons brein
 [onbewuste ezelsbruggetjes] Systeem 1: snel Systeem 2: traag
 Type 1: snel denken Onbewust Bewust
Emotioneel Rationeel
 Type 2: weloverwogen denken
Associatief Reflectief
o Expliciet & stap voor stap
Moeiteloos Moeizaam
o Regels en strategieën
Automatisch Snel op

3.2 Onbewust misleid door ons brein

Framing: de verzameling vooroordelen die mensen en groepen gebruiken voor hun beeldvorming en
communicatie
Selectieve waarneming: slechts een deel van de werkelijkheid opnemen doordat er zoveel prikkels op
ons afkomen, ons brein filtert de informatie, vult aan en maakt er hapklare en herkenbare stukken
van.
Essentialisme: de neiging hebben om bepaalde kenmerken toe te kennen aan dingen
bv. Een wc-borstel vinden we automatisch vies en niet geschikt om mee te koken (ook al komt hij net
uit de verpakking)
Tunnelvisie = Confirmation Bias: We zoeken steeds naar bevestiging voor onze meningen, keuzes en
ons gedrag en hebben bovendien enkel oog voor elementen en argumenten die onze keuzes,
meningen en ons gedrag ondersteunen en geen oog voor elementen die dat niet doen.
Groepsdruk: van nature de neiging hebben om je aan te passen aan de groep
bv. Brand en iedereen blijft zitten tijdens een test => jij ook
Cognitieve dissonantie: als je gedrag niet overeenstemt met je opvattingen dan zorgt dat voor een
onaangename spanning, in dat geval heb je de neiging om de spanning te verkleinen door onze
opvattingen aan te passen en zo ons gedrag te rechtvaardigen.
Kans en toeval: de neiging hebben om voor bizarre gebeurtenissen een reden of verklaring te zoeken
ook al weten we rationeel dat dit dom toeval is.
Aandachtsblindheid: we focussen ons zo hard op 1 element dat we blind zijn voor alles wat
daarbuiten gebeurt zelfs als we er met onze neus op zitten.
3.3 Misleid door anderen (zie filmpjes); bewust en onbewust
 reclame
 media
 politiek
 wetenschap
Creationisten: geloven niet in de evolutietheorie maar beweren dat God de wereld en de mens heeft
geschapen
 jonge aarde creationisten: denken dat de wereld en het hele universum jonger is dan 10.000
jaar
Wetenschapsfraude: onderzoekers die bewust fraude plegen, sjoemelen tijdens hun onderzoek om
tot hun resultaat te komen



1

, 4. Hoe zelf kritisch leren denken

4.1 Kritisch omgaan met bronnen

4.1.1 Verschillende soorten bronnen

Onderverdeling bronnen manier 1
3 verschillende soorten (welk type bron je nodig hebt, hangt af van de context van je zoekvraag)
Populaire literatuur: kranten, populaire en populair-wetenschappelijke tijdschriften & sociale
media; twitter, facebook, dagboek, brieven
Betrouwbaarder  Vakliteratuur die w gepubliceerd door vakorganisaties om hun kennis te delen met
dan vakgenoten: op websites, in vaktijdschriften of specifieke publicaties
 Wetenschappelijke literatuur: zijn peer reviewed= artikels zijn kritisch nagelezen
door collega wetenschappers uit hetzelfde expertisegebied
 kunnen alle 3 waardevol en bruikbaar zijn voor papers of bachelorproef
Onderverdeling bronnen manier 2
Primaire bronnen: bronnen die gemaakt zijn door mensen die rechtstreeks betrokken waren
bij een kwestie (bv. Ooggetuigenverslag, brief, autobiografie, een voorwerp, een schilderij,
een interview)
 Secundaire bronnen: bronnen die primaire bronnen interpreteren, becommentariëren,
analyseren, evalueren, synthetiseren of hertalen.
 gemaakt door mensen die niet rechtstreeks betrokken waren tot kwestie
 vaak later geproduceerd
 kunnen beide waardevol en bruikbaar zijn voor papers of bachelorproef
Het ene is niet waardevoller dan het andere
! primaire: verslag van een wetenschappelijke experiment (primaire bron) zal zonder deskundige
analyse van een expert misschien weinig bruikbaar zijn voor je paper
! secundaire: bv. Krantenartikel dat verwijst naar wetenschappelijk onderzoek kan het onderzoek
verkeerd hebben geïnterpreteerd (=> beter op zoek gaan naar het oorspronkelijk artikel om zelf te
oordelen)
 Kunnen beide soms onbewust of doelbewust gemanipuleerd worden
4.1.2 Feiten en meningen onderscheiden

Een feit is
- Geaccepteerd door de meerderheid
- Geverifieerd door experten
- Aantoonbaar bewijs
heeft de auteur extreme standpunten?
> elke statement dat persoonlijke gevoelens uit is een opinie
> als een statement aangetoond is als correct is het een feit
o statements die niet geverifieerd kunnen worden en de emoties of vooroordelen
(=bias) bevatten zijn meningen




2

,Zwakke & sterke feiten en meningen
Meningen van zwak naar sterk:
- Persoonlijke mening van een individu
- Persoonlijke mening van een groep
- Mening van een expert
- Mening van een groep experten

Voorwaarden bij een expert
- Moet objectief zijn
- Moet competent zijn in vakgebied waarover hij uitspraken doet7
- Bewering van expert moet correct geïnterpreteerd worden
- Bewering voldoende onderbouwen met argumentatie
Feit Mening
objectief subjectief
Niet weerlegbaar Voor interpretatie vatbaar
Aanvaard door de meerderheid Minder bruikbaar in paper
Geverifieerd door experten Emotioneel
Aantoonbaar bewijs Niet bewijsbaar

4.1.3 De CRAAP-test (kunnen toepassen op bronnen)
 Onderzoekt de kwaliteit van (online) informatie/website/ bronnen a.d.h.v. 5 criteria
o Currency = actualiteit
o Authority = autoriteit
o Accuracy = volledigheid
o Purpose = bedoeling
o Relevance = relevantie

1) Currency = actualiteit
 Hoe recent?
 Wanneer laatste update?, actueel genoeg voor onderwerp?

2) Relevance = relevantie
 Informatie gerelateerd aan onderwerp?
 Biedt het antwoorden?
 Doelpubliek?
 Informatie op gewenst niveau
 Meerdere bronnen geraadpleegd (voor maken v keuze)

3) Authority = autoriteit
 Wie is auteur?
o Is die een autoriteit ter zake
o Goede reputatie?
 Kan je iets afleiden over de website
o .edu & .ac = educatief
o .gov = overheid
o .org = non-profit
o .com & .net = commerciële activiteiten




3

, 4) Accuracy = volledigheid
 Bron?
o Ondersteund door bewijzen?
o Bevestigen o.b.v. andere bronnen/ eigen kennis
o Taalgebruik & toon vrij van vooringenomenheid & emotie
o Zijn er spellings-/ grammaticale- en/of typografische fouten 7

5) Purpose = bedoeling
 Bedoeling van de website?
o Informeren, opleiden, verkopen, entertainen, beïnvloeden
 Feiten/ meningen?
 Sprake van vooringenomenheid?
 Sprake van verkoop/reclame
 Vormen van politieke, ideologische, culturele, religieuze, institutionele of
persoonlijke vooroordelen/beïnvloeding

4.1.4 omgaan met tegenstrijdige informatie (zie extra info chamilo)
Hoe komt het dat experten elkaar tegenspreken
1. Voortschrijdend inzicht
 Wetenschap is steeds in evolutie & wetenschappers hebben vaak ≠ meningen
 Wetenschap objectief???
 Afhankelijk van verschillende hypotheses komen ze tot ≠ bevindingen
2. Complexiteit van problemen
 Problemen: moeten vanuit heel veel ≠ hoeken benaderd worden => leiden tot
(nog) meer ≠ conclusies

Hoe ermee omgaan
 Vertrouwen op wetenschap & kritisch blijven
 Niet altijd duidelijk welke informatie klopt => motiveren waarom de ene
geloofwaardiger is dan andere…

4.1.5 Omgaan met fake foto’s en video’s
4 manieren van beeldmanipulatie
 Foto’s of video’s in een andere context plaatsen
o Achterhalen of foto origineel is: Reverse image search : zoeken via google
images
 Foto bewerken
o Vb. met fotoshop
o Achterhalen of foto bewerkt is:
 Google image Search
 Bekijk metadata (informatie over een bestand) van foto
 Fouten zoeken in foto’s (weerspiegelingen)
 Andere kenmerken v bewerkte beelden
 Onscherpe foto
 Verschil in scherpte tussen verschillende onderdelen
 Verschil in belichting
 Gedupliceerde stukken (extra bommen)
 Hulpprogramma’s om te detecteren
 Photoshop
 Forensically
 Video’s via Montage manipuleren
o Anders monteren zodat ze een andere boodschap uitstralen



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dinabanckaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02  5x  sold
  • (2)
Add to cart
Added