Strategisch management (bekijk opmerkingen in word !)
1. Inleiding strategisch management
Complacency = overmoedig (te zelfzeker)
Grootste fout in kmo
Basis van strategie
Weten wat er in de buitenwereld gebeurd + proberen binnenbrengen in binnenwereld
o a.d.h.v. data-analyse
als je strategie wilt bewandelen moet je weten wat het inhoud
Twee Belangrijke zaken voor strategie
1) TW proberen realiseren voor klanten TW op klantenbehoeften
2) Voorblijven op concurrent
1.1 Wat is management?
Sturingsbenadering = ‘klassieke’ benadering van management
Managen is besturen, ervoor zorgen dat een groep mensen, een organisatie een vooraf
bepaald doel bereikt (=> oude benadering)
Belangrijk hiervoor: doelgerichtheid & opvolging van doelen
Cruciale fase
Realisatie ervan
Stap 1: Welke richting; de juiste dingen doen
1) Competentie
2) Autonomie
3) Behoeftes (belongings)
Stap 2: effectief managen: de juiste dingen effectief doen, op een goeie manier = de beste manier
Stap 3: uitbouwen van competentie, structuren inbrengen in bedrijf
Stap 4: controleren of je op de goede weg bent, eventuele bijsturing waar nodig
fI: key performance indicator
BV. In de auto: je snelheidsmeter => in het oog houden en bijsturen waar nodig
Gelijk aan 5stappenplan:
1. Develop strategy
2. Translate strategy (pas toe in eigen onderneming
3. Plan operations
4. Monitor and learn
5. Test and adapt the strategy
Alliance van strategie = breng de strategie op 1 lijn (alliantie = bondgenootschap, verbintenis)
1
,1.2 Wat is strategisch management
!!Strategisch management= geheel van processen gericht op ontdekken en ontwikkelen van
mogelijkheden om op herhaalbare wijze waarde te creëren voor de klant & waarde te distribueren
naar de stakeholders (= uiteindelijk waarde eraan overhouden; winst)
Mogelijkheid op foute afloop
Slechte analyse Strategische
Foute keuzes analyse
Implementatie
Gedragsverandering WN: moeilijk
Worden gebald & simultaan uitvoeren + heel nauw
in contact met stakeholders
o Belangrijkste stakeholders binnen een
Strategische Strategie-
bedrijf = klant (daarna aandeelhouders) keuze implementatie
Manier van keuzes maken
Ze maken CAUSAAL keuzes
o ‘klassiek management’
Kijken naar de buitenwereld
Nadenken van het doel naar de strategie
Succesvolle ondernemers denken tegendraads = EFFECTUEEL
o Nadenken + keuzes maken over eigen competenties
= Wie ben ik?, welke mogelijkheden heb ik?, wat kunnen we realiseren?
Daarna kijken naar de buitenwereld
Krijgen nieuwe doelen, middelen van stakeholders
Worden bijgestuurd door klanten en mensen in buitenwereld
Verandering van omgeving (door allerlei nieuwe reglementeringen) = verandering van
(basis)behoeften
Problemen met gedrag van personeel
Nood aan GEDRAGSWIJZIGING
o Bepalen de loop van de onderneming want
Proberen strategie werkelijkheid te maken
Strategie implementeren naar klant toe (mens nog zeer belangrijk)
o Zorgen dat strategie duidelijk is voor mensen (en klanten)
Conclusie
2
, 1) Strategisch management gaat over beslissingen nemen,
o Type 1 denken: op automatische piloot: biases = denkfouten (voorkeuren, bewuste
keuzes maken, op emotionele basis)
o causaal denken: starten met doelen
o Type 2 denken: je kijkt eerst wat je middelen zijn en daaruit vertrek je;
o effectual reasoning => effectueel denken
2) Strategisch management betekent rationele keuzes maken
3) Strategisch management gaat over een businessmodel: klantwaarde creëren + voorblijven op
de concurrent
2. Human decision-making in not rational
2.1 Hoe nemen we beslissingen? => gedragseconomie
Type 1: snel denken
Type 2: traag denken
Verschil type 1 & 2
Type 1: komt vooral voor bij een symptoommanager (er is brand, gewoon blussen)
Type 2: komt vooral voor bij root cause manager (er is brand (zowel let. als fig., blussen + achteraf
reflectie over ontstaan)
Root cause analyse (root = wortel, de wortel analyseren)
o Doel: betere keuzes maken in de toekomst
Waste (verspilling): geld op een of andere manier verliezen aan zaken die je core business kunnen
beschadigen
=> bv. 2 sterren zaak: door corona is je interne kwaliteit vermindert, sterren zijn gebleven maar je
kan die kwaliteit niet meer leveren naar je klanten toe
Biases = denkfouten (minder nadruk op leggen, zal niet gevraagd worden op examen maar wel te
kennen)
1) Sunk cost fallacy= verzonken kosten
Verbeteringsproject (in ond.):
€300 000 ingevoerd, maar 15% evolutie => nog 100 000, 5% xtra evolutie
Uiteindelijk nutteloos
Vakken meenemen als student (3 jaar nadien nog steeds die eerstejaarsvakken,
“maar we hebben nu al 3 jaar)
2) Status quo fallacy= mensen houden niet veel van verandering, mensen verkiezen gelijkheid,
dingen moeten blijven zoals ze zijn
Veranderen van winkelinrichting: zorgen dat klanten hun merken nog terugvinden!
3) Conformation bias= we zoeken gelijke gedachten
4) Optimism bias= geneigd zijn om projecten, opleidingen… veel te optimistisch op te vatten
Studenten die te optimistisch zijn en denken dat ze alles zullen halen door in de blok
te beginnen
5) Loss aversion= we zijn als mens gevoeliger om iets te verliezen dan om iets te winnen
6) Risk aversion= risicogedrag vertonen
3. De continuïteitskring
3
, Wat bepaalt de mate van (klanten)waardecreatie = De mate waarin klanten ervaren dat producten
en diensten beantwoorden aan hun behoeften en voorkeuren
Winst: het doel van (klant)waardecreatie en een middel tot (ondernemings)waardedistributie
Continuïteitskring: Grootste doel van een onderneming = blijven bestaan
Zwarte: belangrijke activiteiten, processen
o Elk proces heeft een input en output
& elke input is een output en elke output is een input
Vb. Product is de output van het proces competentiebenutting
Vb. product is de input van het proces waardecreatie
Iteraties= herhaling
Missie, visie en doelen
= Collectieve ambitie (synoniem)
Staat in hart v/d onderneming & beïnvloedt alles (gaat over wat er door leeft)
o Vb. we willen de wereld maken (nieuwe startup: jonge mensen die samenhangen
door algemene collectieve ambitie)
1) Waardecreatie
= de kikstart, de kerosine i/h bedrijf
o Als je geen waarde creëert voor de klant, blijft het niet duren + geld zal opbranden
! waarde komt op verschillende niveau
Vaak afhankelijk van status: klanten kunnen kiezen voor duurdere producten
om hun status te verhogen
o Waardecreatie zorgt voor klantenwaarde
2) Waardetoe-eigening (creatie van klantenwaarden kan leiden tot ondernemingswaarde
= je gaat waarde toe-eigenen
Zorgt voor ondernemingswaarde
! KMO moet oog op MARGES houden (zie competentiebenutting)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dinabanckaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.