roosmarijn – Parlementaire democratie – H1: One-issuepartijen (1 specifieke doelgroep/1 aspect
Democratie= bestuursvorm waarbij bevolking direct samenleving). - Populistische partijen (voor
of indirect invloed uitoefent op de politieke belangen ‘gewone mensen’. Niet-democratische
besluitvorming. Referendum= kiesgerechtigde partijen (standpunten in strijd met rechtsstaat, roept
burgers rechtstreeks mogen stemmen over politiek op geweld). Wat doen politieke partijen?: -
vraagstuk/wetsvoorstel. Parlementaire democratie= samenbundeling ideeën, informeren kiezers,
indirecte democratie, gekozen vertegenwoordigers participatie van burgers, selectie kandidaten.
vormen samen parlement. Kenmerken parlementaire Ledenverlies. H4: 18+: actief kiesrecht & passief
democratie: - Burgers hebben politieke grondrechten kiesrecht (verkiesbaar stellen). Lijsttrekker=
- Over politieke besluitvorming belangrijke regels bekendste kandidaat van elke partij, hij/zij verwoordt
in grondwet: (regering & parlement maken samen tijdens verkiezingscampagne in debatten de
wetten, wetten gelden als meerderheid parlement standpunten. spindoctors =
daartoe besluit). - Ondanks meerderheidsprincipe communicatiedeskundigen die kandidaten adviseren
wordt ook rekening gehouden met rechten van over een zo positief mogelijk imago. Via sociale
minderheden. Hierdoor kunnen grondrechten niet media proberen partijen stemmen te winnen van
zomaar worden afgeschaft, ook niet als meerderheid zwervende kiezers (kiezers die niet bij elke
dat wil. – Persvrijheid. Dictatuur= alle macht in verkiezing op dezelfde partij stemmen). Voornaamste
handen van 1 persoon of kleine groep mensen. redenen om op partij te stemmen: standpunten
Religieuze dictatuur= machtsuitoefening volledig komen overeen met jouw ideeën, partij let goed op
gebaseerd op die religieuze wetgeving. Militaire jouw belangen, je stemt strategisch of persoon van
dictatuur= leger heeft macht. Kenmerken dictatuur: lijsttrekker spreekt je aan. Zetel= een stoel in bijv.
- machten-scheiding ontbreekt. - grondrechten niet tweede kamer of gemeenteraad. In NL geldt
gerespecteerd. - geen vrije pers - oppositiepartijen evenredige vertegenwoordiging (alle uitgebrachte
vaak verboden - grote politieke rol voor militairen stemmen worden verdeeld totaal aantal zetels).
(verzet volk onderdrukken) - (meestal) Kiesdeler= hoeveelheid stemmen nodig zijn voor 1
verkiezingsfraude - regering kan snel & efficiënt zetel. H5: Direct na 2e Kamerverkiezingen begint
besluiten nemen over zaken. H2: Ideologie= kabinetsformatie (kabinet vormen van ministers &
samenhangend geheel ideeën over gewenste staatssecretarissen die samen steun hebben van
inrichting samenleving. 1. Welke waarden en normen meerderheid 2e kamer & samen in grote lijnen eens
staan centraal? 2. Wat is de gewenste rol van de zijn over beleid dat ze willen voeren). Vorming
overheid op sociaaleconomisch gebied? (links= kabinet: 1. Welke partijen willen/kunnen
overheid is actief in economie)(rechts= zo weinig samenwerken?: Informateur= onderzoekt welke
mogelijk bemoeienis overheid sociaaleconomisch partijen samen kabinet kunnen vormen en steun
gebied). Liberalisme toen: krijgt van meerderheid in kamer. Coalitie= een
persoonlijke/economische vrijheid, tegen hoge samenwerkingsverband van 2 of meer partijen. 2.
belastingen, kleine rol op sociaaleconomisch gebied Formateur= zoekt geschikte ministers &
(rechts). Socialisme: eind aan armoede & staatssecretarissen bij elkaar. Constituele
ongelijkheid, verschilden onderling over vraag doel monarchie= een staatsvorm waarin taken en
van gelijkheid bereiken: Communisten: arbeiders bevoegdheden van staatshoofd in grondwet zijn
door revolutie macht overnemen. Sociaaldemocraten: vastgelegd. (taken koning: handtekening, troonrede
via verkiezingen in regering komen, hervormingen voorlezen Prinsjesdag, ministers &
doorvoeren. (links). Confessionalisme: baseert op staatsecretarissen benoemen en zich regelmatig
geloof. Streven naar samenleving gebaseerd op laten informeren over beleid.) Leider regering=
waarden uit Bijbel. Christendemocraten nu: premier/minister president. (taken: opstellen
naastenliefde belangrijk, gespreide wetsvoorstellen, uitvoeren eenmaal aangenomen
verantwoordelijkheid (midden). Populisme: (niet wetten, leidinggeven aan ambtenaren van hun
persé links/rechts) nationalistische standpunten (: ministerie, jaarlijks opstellen rijksbegroting).
tegen immigratie etc.) Progressief= veel vrijheid, Staatssecretaris is verantwoordelijk voor deel van
weinig regels. Conservatief= veel regels, weinig beleidsterrein. Kabinet ontslag vervroegde
vrijheid. H3: Actie-/belangengroepen: - hebben verkiezingen oude ministers in functie tot nieuw
ideeën op 1 specifiek terrein. - komen op voor kabinet demissionair kabinet. H6: Staten-
deelbelangen. - willen politieke invloed, maar geen Generaal= 1e en 2e kamer. Senaat beoordeelt
bestuurlijke verantwoordelijkheid. - doen niet mee wetvoorstellen goedkeuring 1e kamer. Fractie=
aan verkiezingen. Zijn hooguit vertegenwoordigd groep vertegenwoordigers van een politieke partij in
adviesorganen, maar lobbyen wel bij politieke een gekozen orgaan. Oppositiepartijen= alle partijen
partijen. Politieke partij= groep mensen met die niet in regering zitten. Budgetrecht= rijksbegroting
dezelfde ideeën over manier waarop onze samen- wel of niet goedkeuren. Recht van initiatief= 2 e
leving het best bestuurd kan worden. Soorten partijen: Kamerleden zelf wetvoorstel indienen. Recht van
- voortgekomen uit een van 3 ideologieën (h2). - amendement= 2e kamer kan wetsvoorstel wijzigen.
Motie= verzoek aan minister om iets te doen of niet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosmarijnhelena. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.