100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Handboek: Methodologie van de sociale wetenschappen $7.51
Add to cart

Summary

Samenvatting Handboek: Methodologie van de sociale wetenschappen

8 reviews
 970 views  24 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is zeer volledige samenvatting van het handboek van Methoden en technieken van sociaalwetenschappelijk onderzoek. Het is in de eerste plaats een samenvatting van het handboek, aangevuld met gegevens uit mijn eigen lesnotities. Ik ben in alle lessen aanwezig geweest, dus die lesnotities waren ev...

[Show more]

Preview 8 out of 98  pages

  • Yes
  • January 11, 2016
  • 98
  • 2015/2016
  • Summary

8  reviews

review-writer-avatar

By: arnauddeltour94 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: noorbootsma • 4 year ago

review-writer-avatar

By: emmanuelfranck • 4 year ago

review-writer-avatar

By: lienhuygelier2000 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: rowandiest • 5 year ago

review-writer-avatar

By: jamilachihi • 6 year ago

review-writer-avatar

By: bert_brandy • 7 year ago

nice one

Show more reviews  
avatar-seller
Methoden en technieken van
sociaalwetenschappelijk
onderzoek

DEEL 1: ALGEMEEN: BASISBEGRIPPEN




HOOFDSTUK 1: Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?

1. Inleiding

Opzet van het handboek: de geïnteresseerde leek inwijden in de
methodologische voorschriften en procedures.

Methodologie omvat niet alleen de beheersing van technieken van
wetenschappelijk onderzoek, zoals het kunnen toepassen van statistische
analyses, het verzamelen van gegevens of het observeren van menselijk gedrag.
Methodologie is breder en verwijst ook naar de wijze waarop het hele proces van
wetenschapsbeoefening functioneert. Het gaat met andere woorden ook over hoe
je theorieën hanteert, welke redeneringen steek houden, en hoe wetenschap
bedrijven ingebed is in ruimere filosofische discussies over wat je kan kennen en
hoe kennis tot stand komt.

Doelstellingen van het handboek:
1. kennismaking met de fundamenten en basisprocedures van
sociaalwetenschappelijk onderzoek;
2. de lezer in staat stellen om discussies binnen het sociaalwetenschappelijke
veld te volgen en studies te kunnen evalueren op hun wetenschappelijke
merites;
3. het nodige vocabularium leveren om over aspecten van
sociaalwetenschappelijk onderzoek te kunnen praten;
4. een kritische omgang met onderzoeksresultaten stimuleren, alsook aanleren
hoe je ze kan beoordelen op hun kwaliteit.


2. Enkele voorbeelden

2.1 De opwarming van de aarde: An Inconvenient Truth vs. The Great
Global Warming Swindle

In An Inconvenient Truth (2006), gepresenteerd en gepromoot door voormalig
vicepresident van de Verenigde Staten, Al Gore, wordt wetenschappelijk
materiaal aangevoerd dat aantoont dat door toenemende uitstoot van CO2 de

1

,gemiddelde temperatuur op aarde zal toenemen en de zeespiegel zal stijgen met
een reeks menselijke drama’s tot gevolg.

In The Great Global Warming Swindle, een documentaire uit 2007, krijg je
opnieuw wetenschappelijk materiaal gepresenteerd met betrekking tot
klimaatveranderingen en temperatuurstijging op aarde. Opmerkelijk aan het
materiaal dat nu voorligt, is dat er twijfel wordt geuit over de voorstelling van de
opwarming van de aarde à la Gore en dat er kritische kanttekeningen worden
geplaatst bij de rol die de mens hierin speelt.
Beide visies bedienen zich van wetenschappelijk bewijsmateriaal en van
gerenommeerde experten inzake klimaatverandering, en toch komen ze tot twee
diametraal tegenovergestelde conclusies, die bovendien verstrekkende politieke
gevolgen hebben.


2.2 De ‘War against Crime’ in New York: werkt het?

In september 1990 beschrijft Time Magazine in zijn cover story de stad New York
als een grootstad die aan het verrotten is (‘The rotting of the big apple’).
Met de verkiezing van Rudy Giuliani als nieuwe burgemeester in 1994 probeert
New York het tij te keren en worden heel wat middelen ingezet om de criminaliteit
in te dijken. Hiervoor laten ze zich inspireren door een criminologische theorie, de
Broken Windows Theory, die in de jaren 1980 werd ontwikkeld door James
Wilson en George Kelling (Wilson & Kelling, 1982). In hun artikel ‘Broken windows’
in de Atlantic Monthly van maart 1982 verklaren Wilson en Kelling crimineel
handelen als een gevolg van een gebrek aan sociale normen en een gebrek aan
controle om aan die normen te conformeren.

Figuur 1.1: Schematische voorstelling ‘Broken Windows theory’ van
Wilson en Kelling




Zoals te zien is op grafiek 1.1 zijn de misdaadcijfers in New York opmerkelijk
gedaald onder Giuliani’s bewind. Giuliani en Bratton (politiecommissaris) maken
zich om evidente politieke redenen sterk dat het precies hun beleid is dat aan de
oorzaak ligt van deze omkering. Is hun interpretatie echter zomaar
gerechtvaardigd? Is die daling werkelijk een rechtstreeks gevolg van hun beleid



2

,gericht op de aanpak van onhoffelijkheden en kleine criminaliteit, zodat ook
grotere misdrijven ingeperkt worden?




3

,Grafiek 1.1: Evolutie criminaliteitscijfers tussen 1990 en 2002




De vraag die hier gesteld wordt, is eigenlijk een vraag naar wat in de wetenschap
causaliteit wordt genoemd: is er een oorzakelijk of causaal verband tussen
Giuliani’s beleid in de jaren 1990 en de waargenomen daling van geregistreerde
criminaliteit?

Causaliteit indien:
1. er moet een zeker statistisch verband zijn tussen gebeurtenis A (=
Giuliani’s beleid) en gebeurtenis B (= geregistreerde criminaliteit);
2. gebeurtenis A moet voorafgaan aan gebeurtenis B;
3. het statistische verband tussen gebeurtenis A en B mag niet te wijten
zijn aan een derde gebeurtenis C die dat verband teweegbrengt.


2.3 Botsende beschavingen

Sommige auteurs zien de periode na de Koude Oorlog gekenmerkt door een
botsing van beschavingen of een ‘Clash of Civilizations’ (1993), zoals het
beroemde artikel van Samuel Huntington is getiteld. Hij onderscheidt die op basis
van culturele, maar ook geografische kenmerken.

Conflicten tussen twee beschavingen krijgen steeds een andere invulling, inzet
en/of betekenis afhankelijk van de specifieke politieke, economische, sociale en
culturele omgeving waarin ze plaatsvinden. Hierdoor vragen sommigen zich af of
een botsing van beschavingen wel de correcte inschatting van is die conflicten
(Zemni, 2007) – Huntingtons hypothese getuigt met andere woorden van een
insteek die niet voldoende rekening houdt met de specificiteit van elk conflict.

Kunnen gevalstudies als voorbeelden beschouwd worden van een ruimer,
onderliggend concept – in dit geval: een botsing van beschavingen? Of is ieder
conflict dermate specifiek dat er geen algemene, theoretische wetmatigheden uit
gedistilleerd kunnen worden, en je ze geval per geval moet bekijken en
begrijpen?


2.4 Polls bij verkiezingen: verteken(en)d?

Hoewel politici zelf steeds claimen dat ze aan de waarde van polls niet al te veel
belang hechten, is de interesse voor de resultaten vanuit het politieke veld groot.

4

,Verliezers in de peiling verkondigen dan doorgaans dat de peiling waardeloos is,
dat de vragen zo niet slecht gesteld, dan toch zeker verkeerd begrepen zijn, of
dat de respondenten niet representatief zouden zijn voor de Belgische bevolking.
De winnaars van de peiling kijken door de band met enige reserve naar de
resultaten, en haasten zich dan vlug om eraan toe te voegen dat het hen alvast
plezier doet dat het partijprogramma blijkbaar aanslaat bij de bevolking.

Grafiek 1.2: Relatieve frequentieverdeling van een verkiezingspoll voor
het Vlaams Parlement (n = 500) – fictieve gegevens




Grafiek 1.2 toont de fictieve resultaten van zo’n verkiezingspeiling. Het linker
cirkeldiagram toont wat je doorgaans in de pers te zien krijgt met het percentage
kiezers per partij.

Veelal laat de berichtgeving in de media niet toe om de methodologische
kwaliteit van een verkiezingspoll te achterhalen. Meestal krijg je alleen een
melding van het aantal personen dat aan het onderzoek heeft deelgenomen.
Over de non-respons, d.w.z. de mensen die wel zijn gecontacteerd voor het
onderzoek maar niet hebben geantwoord, over het soort steekproef of over de
exacte vraagverwoording blijf je doorgaans in het ongewisse.

Wanneer je degenen die weigeren deel te nemen negeert, ga je ervan uit dat ze
precies dezelfde kiesintenties vertonen als zij die de vragen hebben beantwoord.
De veronderstelling dat weigeraars vergelijkbare kiesintenties hebben als zij die
wel hebben deelgenomen aan de peiling, is niet noodzakelijk gerechtvaardigd en
behoeft alvast verdere analyse.


2.5 De wetenschapper als bokser

Normen van wederkerigheid sturen het sparren in de zin dat de sterkere bokser
zijn superioriteit niet mag uiten en de zwakkere bokser ervan langs geven. Ook
mag die zwakkere bokser geen misbruik maken van het feit dat zijn partner zich
inhoudt.

Participerende observatie betekent dat je je als onderzoeker in het
‘natuurlijke’ milieu begeeft dat je wil beschrijven en analyseren – met of zonder
medeweten van één of meerdere leden binnen dat milieu – en dat je het
handelen, de attitudes van de betrokkenen, alsook de sociale processen die
eraan ten grondslag liggen, probeert te duiden.

Via participerende observatie, of zoals hij zelf aangeeft via ‘observerende
participatie’, krijgt de sociale wetenschapper toegang tot de leefwereld van een


5

,anders zeer moeilijk bestudeerbare populatie. Die populatie wordt dan van
binnenuit beschreven, alsof de wetenschapper er zelf toe behoort.

De ambitie is om door te dringen tot de drijfveren en motieven van menselijk
handelen en dit handelen op die manier binnen zijn concrete context te proberen
begrijpen en duiden.


2.6 Verband tussen gamen en agressie

Mediaeffectenonderzoek: tak van de communicatiewetenschap die nagaat wat
de effecten zijn van het kijken of praktiseren van bepaalde media.

Wetenschappelijk onderzoek naar mediaeffecten is geen eenvoudige klus.
1. discussie over wat precies onder ‘gewelddadige games’ of ‘agressie’ wordt
verstaan;
2. geweld is niet de enige reden waarom gamers voor gewelddadige
spelletjes kiezen, ook andere motieven zoals de plot, de spanning of de
actie spelen een rol
3. de wijze waarop agressie wordt gemeten verschilt eveneens van studie tot
studie (vragen bij de betrouwbaarheid en geldigheid van de gebruikte
indicatoren).


Zo wordt meteen duidelijk dat wetenschappelijk onderzoek naar mediaeffecten
geen eenvoudige klus is.
1 discussie over wat precies onder ‘gewelddadige games’ of ‘agressie’ wordt
verstaan;
2 het is niet geoorloofd om op basis van cross-sectioneel surveyonderzoek –
bijvoorbeeld een vragenlijst die afgenomen wordt op tijdstip t1 – zomaar
causaliteit vast te stellen;
3 er wordt weinig rekening gehouden met intermediaire variabelen die het
verband mediëren of kenmerken die het verband modereren;
4 vaak onduidelijk op welke termijn de effecten gesitueerd moeten worden;
5 in hoeverre zijn de bevindingen uit een hoogst artificiële
laboratoriumonderzoek veralgemeenbaar zijn naar het ‘echte’ leven
(naturalistische geldigheid).

3 De wetenschappelijke aanpak

3.1 Wetenschap: een specifieke benadering

Wat wetenschappelijke kennis méér heeft dan lekenkennis, is dat
wetenschappelijke inzichten gebaseerd zijn op het toepassen van regels en
procedures die de kwaliteit en het waarheidsgehalte van die inzichten
maximaliseren.

Methodologie behelst het hele proces van wetenschapsbeoefening: van
de institutionele inbedding van wetenschap over de epistemologische
veronderstellingen tot de werkelijke onderzoekspraktijk.

Methoden verwijzen op hun beurt naar het geheel van specifieke
technieken die je gebruikt in wetenschappelijk onderzoek om


6

,onderzoekseenheden te selecteren, er gegevens over te verzamelen, die
gegevens te analyseren en de resultaten te rapporteren.


3.2 Alternatieve bronnen van kennis over de werkelijkheid?

Er zijn een aantal alternatieve bronnen waarop mensen zich baseren om kennis
en inzicht over de werkelijkheid te vergaren. De belangrijkste hiervan zijn
persoonlijke ervaringen, de populaire media en ideologische overtuigingen of
waarden.

Wanneer je iets persoonlijks overkomt, heb je de neiging om te
overgeneraliseren of de waargenomen verbanden door te trekken naar andere
mensen of situaties. Je uitspraken over de werkelijkheid gaan dan veel verder dan
wat op basis van je beperkte waarnemingen gerechtvaardigd is.
Ook selectieve observatie kleurt je waarneming. Selectieve observatie verwijst
naar het feit dat je speciaal gaat letten op bepaalde mensen of situaties en van
daaruit veralgemeningen maakt. Meestal gaat het om mensen en situaties die je
vooringenomen ideeën of standpunten bevestigen.

De meesten onder ons raadplegen massamedia voor informatie. Het gros van de
informatie over de ons omringende werkelijkheid komt immers niet uit
persoonlijke waarneming, maar bereikt ons via de filter van de televisie of het
internet. Het probleem met de informatie uit massamedia is dat er inzichten uit
wetenschappelijk onderzoek gecombineerd worden met informatie zonder
wetenschappelijk statuut, of zelfs ronduit valse informatie. Bovendien kan de
berichtgeving heel selectief zijn en slechts één aspect van een probleem
benaderen, terwijl andere onbelicht blijven

Ideologische overtuigingen, ten slotte, kunnen visies en ideeën over de
werkelijkheid beïnvloeden en sturen. Religie is een voorbeeld van zo’n
ideologisch systeem dat de visie op de werkelijkheid stuurt. Religie wordt onder
meer gekenmerkt door een rotsvast geloof in de ‘heilige’ waarheid van de Bijbel
of Koran, los van kritische reflectie en in weerwil van empirisch materiaal dat de
stellingen uit de Heilige Schrift tegenspreekt of ronduit falsificeert.
Wetenschappelijke uitspraken lenen zich tot falsificatie, en wanneer er
tegensprekelijk bewijsmateriaal wordt gevonden, passen wetenschappers hun
inzichten over de werkelijkheid aan. Deze kritische, reflexieve basishouding in de
wetenschap staat haaks op de basishouding in religie.


4. Wat te verwachten van methodologie

Het is een grondige kennis en toepassing van methodologische principes die je
toelaten om op een systematische manier betrouwbare en geldige kennis over de
sociale werkelijkheid te genereren.

Essentiële bouwstenen:
1 een theorie of theoretische inzichten die gebaseerd zijn op empirische data
of gegevens uit de werkelijkheid waarover die theorieën een uitspraak
willen doen;
2 data of gegevens over de werkelijkheid.



7

, Kwantitatieve data zijn cijfers allerhande, statistieken meestal, kwalitatieve
data verwijzen naar gegevens in de vorm van teksten, objecten of foto’s.




8

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Karen1993. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.51  24x  sold
  • (8)
Add to cart
Added