Inhoudsopgave
Les 1 ................................................................................................................................................................. 2
Les 2 ............................................................................................................................................................... 13
Les 3 .............................................................................................................................................................. 19
Les 3 .............................................................................................................................................................. 19
Les 4 .............................................................................................................................................................. 24
Consolidatie met een aangepaste nettovermogenswaarde ............................................................................. 30
Les 4 .............................................................................................................................................................. 31
Les 5 .............................................................................................................................................................. 35
Les 6 ............................................................................................................................................................... 36
Les 6 ............................................................................................................................................................... 53
,Les 1
- Hoofdstuk 16 en hoofdstuk 17 van Jaarverslaggeving is belangrijk.
- Uit het handboek is hoofdstuk 9 financiële vaste activa belangrijk. Fusies en
overnames is ook belangrijk evenals consolidatie.
- Als het een richtlijn is, dan zal je bij een stellige uitspraak het woord ‘dienen’ zien.
Wat is een kapitaalbelang?
Dit staat op bladzijde 308 van het boek Epe. “Als een onderneming participeert in het eigen
vermogen van een andere onderneming, heeft zij daarin een kapitaalbelang”. “Bij een
kapitaalbelang in een BV of NV bezit de houder van dit belang dus aandelen in die NV of BV”.
Je hebt dus aandelen in die andere onderneming. Dit kan 1%, 3,5%, 80% of 100% zijn.
Let op: je bent dan dus eigenaar voor een stukje. (Een stukje, meerderheid of alle aandelen).
Het is belangrijk dat er wordt gekeken bij die aandelen of er ook het bijbehorende stemrecht
zit. Je hebt situaties waarin je bijvoorbeeld aandeelhouder bent maar geen stemrecht hebt.
In principe gaan we ervanuit dat bij het aandelenkapitaal ook het stemrecht hoort. Maar het
zou dus kunnen zijn dat je niet alle stemrechten kunt uitoefenen. Dit is belangrijk voor de
invloed die je kunt uitoefenen.
Dit betekent dus dat een kapitaalbelang iets anders is dan een vordering. Je kunt ook een
vordering hebben op een onderneming (schuldeiser). Je hebt al naar gelang het contract
recht op rente en er is vastgelegd hoeveel rente. En misschien wel geen recht op rente. In
principe moet de schuldeiser hieraan voldoen. Het kan altijd zijn dat de schuldeiser failliet
gaat, en dan kan het zijn dat je de vordering moet afschrijven of een deel krijgt.
Als aandeelhouder (kapitaalbelang) heb je of kun je dividend ontvangen. Want dit hangt af
van de financiële situatie van de onderneming. Dit dividend kun je niet afdwingen, want het
management van een onderneming moet altijd kijken naar de continuïteit van de
onderneming (kunnen wij dit uitkeren en als we dit doen brengen we daarmee de
continuïteit van de onderneming in gevaar). Stel: je bent aandeelhouder en je bent directeur
van de onderneming (DGA). Dan heb je eigenlijk twee petten op en kun je zeggen dat je
jezelf een groot bedrag aan dividend gaat uitkeren. Dit betekent misschien wel dat je een te
groot bedrag aan dividend gaat uitkeren waardoor andere schuldeisers achtergesteld
worden op het voldaan worden van hun vordering. Dus vandaar dat er is gesteld dat
uitkeren van dividend het management hiervoor verantwoordelijk is. Hiertoe moeten
voldoende vrije reserves voor zijn en is er voldoende liquide middelen om dat dividend uit te
keren, maar dan niet dat andere schuldeisers hun geld niet krijgen.
,Kapstokartikel: 2:362 BW
- Vermogen: eigen vermogen (activa – verplichtingen)
- Resultaat: (baten – lasten)
- Indien mogelijk:
o Solvabiliteit: in hoeverre kan ik mijn schulden terugbetalen (eigen vermogen
verses vreemd vermogen)
o Liquiditeit: in hoeverre kan ik mijn schulden nu afronden
- Lid 4: indien het inzicht dit vereist, wijkt de rechtspersoon van de voorschriften af.
(Derogatieartikel).
- Lid 5: baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen
onverschillig of ze tot ontvangsten of uitgaven hebben geleid. Denk aan debiteuren
en het voldoet aan alle criteria en je neemt de omzet in december, en in januari
ontvang je pas het geld. Dan neem je de omzet alsnog in december.
Herhaling van artikelen:
Art. 2:364 → indeling
Art. 2:365 → IVA
Art. 2:366 → MVA
Art. 2:367 → Financieel vaste activa
De volgorde van de wet kun je koppelen aan het besluit modellen jaarrekeningen. Dus ook
de volgorde van de balans
Artikel 2:367
Onder de financiële vaste activa worden afzonderlijk opgenomen:
a. aandelen, certificaten van aandelen en andere vormen van deelneming in
groepsmaatschappijen;
b. andere deelnemingen;
c. vorderingen op groepsmaatschappijen;
d. vorderingen op andere rechtspersonen en vennootschappen die een deelneming hebben
in de rechtspersoon of waarin de rechtspersoon een deelneming heeft;
e. overige effecten;
f. overige vorderingen, met afzonderlijke vermelding van de vorderingen uit leningen en
voorschotten aan leden of houders van aandelen op naam.
Art. 2:367 BW. Dit is het artikel dat de wet gebruikt als termen. Vandaar dat de docenten
willen dat in de uitwerkingen deze termen worden gebruikt.
Zo heb je twee soorten deelnemingen:
a. Deelneming in groepsmaatschappijen
b. Andere deelnemingen
In dit artikel wordt in de subben ook gesproken vorderingen. Vorderingen en
kapitaalbelangen zijn anders. Er is een verschil tussen vorderingen en kapitaalbelangen.
Beide kunnen ze behoren tot de financiële vaste activa, vorderingen kunnen ook vlottend
zijn. Maar omdat we het nu hebben over kapitaalbelangen richten we ons alleen op a, b, e.
, Effecten kunnen vast en vlottend zijn, je kunt bijvoorbeeld denken aan beleggen en je
speculeert en je koopt en verkoopt en dan zijn het volgens de wet effecten. Je kunt dan nog
zeggen of je ze lang of kort vasthoudt. Daarmee bepaal je of het vast of vlottend is.
De kapitaalbelangen:
Vennootschappelijke* rubricering (DG; DUTCH gaap)
a. VASTE ACTIVA ART. 2:367
III Financiële vaste activa
1. Deelnemingen in groepsmaatschappijen
2. …
3. Andere deelnemingen
4. ..
5. Overige effecten
b. VLOTTENDE ACTIVA
III Effecten
*Enkelvoudige jaarrekening; van 1 onderneming (deelnemer): dus niet geconsolideerd van
de hele groep.
Er zijn verschillende soorten deelnemingen (kapitaalbelangen)
In 2:24a. In dit artikel sub a en b staat wat een dochtermaatschappij is van een
rechtspersoon.
Dochtermaatschappij van een rechtspersoon is:
a. een rechtspersoon waarin de rechtspersoon of een of meer van zijn
dochtermaatschappijen*, al dan niet krachtens overeenkomst met andere
stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de stemrechten in de algemene
vergadering kunnen uitoefenen;
b. een rechtspersoon waarvan de rechtspersoon of een of meer van zijn
dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet krachtens overeenkomst
met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of van
de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan, ook indien alle stemgerechtigden
stemmen.
*Je hebt een onderneming en die heeft een deelneming (belang) in een andere
onderneming en die onderneming heeft ook weer belangen in een andere onderneming.
(Moeder-dochter-kleindochter).
→ Er is sprake van een dochter als die onderneming samen met andere
dochterondernemingen alleen of samen meer dan helft van de stemrechten in de algemene
vergadering kunnen uitoefenen. Het gaat dus niet om het aantal aandelen.
→ Daarnaast is er nog een tweede mogelijkheid: als de rechtspersoon alleen of samen meer
dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan,
ook indien alle stemgerechtigden stemmen.
Het zou kunnen zijn dat je ene onderneming meer dan de helft heeft van de gewone
aandelen en een andere partij heeft de helft van de prioriteitsaandelen. Die kan dan speciale
besluiten over benoeming doen. Het kan dan zijn dat er twee moeders zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Patriciavdw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.53. You're not tied to anything after your purchase.