In dit document staan alle lessen (+gastcollege) gegeven in . Het is helder opgebouwd met titels die kunnen helpen bij het structureren van de leerstof.
Samenvatting Media: structuur en werking
Introductie les
Kernthema’s
= media, macht en samenleving
= wie bepaalt wat we zien op het nieuws, wie bepaalt wat we mogen posten op social media, wie
controleert de media, wie bezit de data die we delen met gsm….
Technologische communicatiemiddelen
Belangrijk voor dingen te organiseren (verkiezingen, verbindingen tussen de maatschappij,
sociaal leven…)
Cruciaal om de structuur en werking van de media te kennen om de samenleving te
begrijpen
Foto: palen op palmbomen = telefoonmasten om verbinding te krijgen
= achter de media die we consumeren zit een grote infrastructuur, staan we te weinig bij stil!!
MEDIA
= verwijs niet zomaar naar ‘de media’
= complexe verzameling van instituten en actoren die media maken (niet zomaar de media)
= meervoud medium => medium: hulpmiddel maar sinds 19 de eeuw : technologisch
communicatiemiddel in staat om communicatie inhoud te distribueren naar een groot publiek
= media zijn gedigitaliseerd, kan informatie opslaan, verzamelen, verwerken én distribueren (nieuwe
technologische applicaties waardoor dit allemaal in 1 kan)
= 2 grote componenten
Inhoudelijke component
= wat we zien op de schermen
= symbolisch, betekenisgevend, representaties
= media geven symbolische representaties en framen maatschappelijke thema’s
Technologische component
= vaak onzichtbaar
= materieel, organisatorisch, infrastructureel
= media evolueren voortdurend, resultaat van doorgedreven technologische innovaties
= nieuwe technologie (nieuwe dragers van media-inhoud) => nieuwe manieren om media te kunnen
circuleren en distribueren => nieuwe media-organisaties
Historie media ontwikkeling
- 20ste eeuw : ontstaan massamedia
, = radio, tv, kranten, film
= ontwikkelen zich in relatie tot industrialisering en urbanisering (niet in isolatie, maar in
relatie met maatschappelijke tendensen)
mensen verhuizen naar steden, mensen wonen dichter bij elkaar, krijgen vrije tijd naast
werktijd en zo ontstaat media
moderne media-industrie die professioneel georganiseerd was ontwikkelt zich en
massamedia kwam centraal te staan in het alledaagse leven van de samenleving die leefden
in massamaatschappijen (voor organisatie, vrije tijd…)
media werden belangrijke instituten in de politieke en economische organisatie van de
samenleving (bv radio en nieuws houden de mensen steeds op de hoogte wat er aan het
gebeuren is)
media kunnen tijd en plaats overstijgen (je kan niet overal altijd zijn)
- Laat 20ste eeuw: digitale media en digitalisering
= digitale media kunnen alle info omzetten in binaire codes => men kan dan ook info
verwerken tot verschillende formaten en het manipuleren
= 1990: internet ontstaat door de VS wat ons toelaat om te communiceren met mensen die
ergens anders wonen (militaire technologie tijdens koude oorlog) => geleidelijk aan komen
personal computers huishoudens binnen
= internet was toen niets commercieel maar werd wel commercieel begin 21 ste eeuw
- Begin 21ste eeuw: internet ontwikkelt zich tot een participatieve omgeving:
= we gaan niet alleen meer media-inhoud consumeren maar we worden ook uitgenodigd om
zelf inhoud te produceren, content creëeren) = PROSUMER
= internet wordt een commerciële omgeving gedomineerd door grote digitale platformen
(netflix, google, amazon, facebook, apple) en dit heeft gevolgen voor de traditionele media-
industrie (er zijn veel alternatieven)
= ontwikkeling apple iphone => we kunnen ALTIJD en OVERAL media consumeren en
produceren en zij kunnen ook info over ons verzamelen en aan de media bedrijven bezorgen
waardoor ze er geld uit halen => internet werd een participatieve en data gedreven
infrastructuur die ‘een verlengde’ van het menselijk lichaam werd
= gemiddelde schermtijd: piek vanaf 2020 door corona => stijging is gebleven => we
spenderen zeer veel tijd op de smartphone (dominante positie)
Media
= gericht op het verzamelen van data van gebruikers en media zetten die data in als commercieel
goed
= de shift van massamedia en haar klassieke instituten in de 20 ste eeuw naar participatieve media die
data-gedreven zijn is transformerend voor media zelf, maar ook maatschappelijk
= media observeren en beantwoorden ons gedrag evenveel als wij vandaag media zelf observeren en
met media interageren
,SAMENLEVING
= verwijst naar het geheel van instellingen en relaties waarbinnen een relatief grote groep mensen
leeft, de hele sociale wereld waarin we bestaan
Instellingen: bv onderwijs, geheel aan wetten en regels
Relaties: hoe menselijke relaties georganiseerd zijn tov elkaar (bv werknemers en werkgevers
zorgt voor structurele maatschappij)
= !! geen gelijke samenleving !!
= geheel aan sociale relaties, alledaagse interacties en de organisatie van verschillende sociale
groepen en categorieën van differentiatie (verschillende groepen) , zoals die op basis van klasse,
etniciteit en gender
= patronen van rijkdom, ongelijkheid, macht, sociale instellingen, onderwijssystemen, religieuze
organisaties, commerciële ondernemingen, kleinschaligere eenheden zoals het gezin vormen
kernelementen van samenlevingen
Gevestigde hiërarchieën van rijkdom macht en controle vormen met sociale instellingen de
structuren van de samenleving
Bv BLM => racisme zit ingebed in de maatschappij, de ongelijkheid zit verankerd in alle kenmerken
van de samenleving (bv witte mensen hebben meer leiderschap dan zwarten, inkomensongelijkheid
is groter bij zwarte mensen…)
= voor sociale wetenschappers is de relatie tussen gevestigde structuren en de menselijke agency
belangrijk
Hoe kunnen we als individuen zelfbeschikking (individuele vrijheid) hebben tussen al die
structuren? = agency
Maatschappij is complex waardoor er een voortdurend gevecht is tussen de structuren en de
agency => verzet nodig, noodzakelijk om de structuren in vraag te stellen wat voor
veranderingen kan zorgen
= worden wij gevormd door gender, sociale klasse, etnische categorie? (structuren) Of
hebben we de macht om onze eigen toekomst te bepalen? (agency)
= media maken deel uit van de structuur van de samenleving (waardoor ongelijkheid en macht
bepaalt wordt en media representeren die ongelijkheid) maar langs de andere kant zijn media ook
deel van agency, ze kunnen ook sociale veranderingen in gang zetten (bv journalisten, wij zelf kunnen
ook via media onszelf ontplooien en eigen standpunten uiten…)
MACHT
= media zijn enorm machtig, beïnvloed ons
= media zijn van ons allemaal
= agendasetters (zij bepalen waarover het gaat)
= de relatie tussen media en macht moeten begrepen worden als de capaciteit van media om
communicatie te controleren, het controleren van communicatie in samenlevingen is wat media
aanzienlijk veel macht geven
, Hoe machtig is die media nu?
Bv squid game => gewelddadige gedrag namen kinderen over op speelplaats => als media
geweld tonen zal de maatschappij gewelddadiger worden
Bv film don’t look up => klimaatwetenschappers voelen zich hetzelfde als leonardo dicaprio
=> voelen zich erkent => film kan mensen meer bewust maken van het klimaatprobleem en
kan ons gedrag positief beïnvloeden
= media kan ons in een bepaalde richting sturen
2 visies
= media als vormgever van de samenleving (visie 1) (MEDIA SAMENLEVING)
= media moeten de realiteit zoveel mogelijk weerspiegelen, media als spiegel van de samenleving
(visie 2) (MEDIA SAMENLEVING)
Onpartijdigheid van de media
Media hebben weinig macht in dit geval, is gewoon een doorgeefluik
Media-inhoud sluit vaak nauw aan bij echte gebeurtenissen en bij heersende sociale trends
en culturele waarden maar media-inhoud weerspiegelt deze NOOIT perfect of neutraal
Media producenten zijn zeer selectief met betrekking tot wat zij opnemen, zij weerspiegelen
niet maar geven een selectieve vervaardigde reeks representaties van de wereld
Stuart Hall = representatie is een heel ander begrip dan weerspiegelen, het impliceert het
actieve werk van selecteren en presenteren, van structuren en vormgeven
(media kunnen niet alles tonen en maken dus keuzes wat ze tonen en op welke manier ze dat
doen)
Media: zowel een vormgever als een spiegel
Het circulair model relatie samenleving en media
= wie maakt de keuzes van representatie in de media? Met welk doel en op welke manier?
Wie of wat wordt afgebeeld en getoond en wie of wat niet? Wie controleert communicatie
en participatie?
Te simplistisch => welke actoren staan centraal in de relatie media macht en samenleving?
- Media
- Samenleving
- Media industrie
= organisatie van media in bedrijven
- Media gebruikers en publieken
= individuen, groepen, gemeenschappen die media consumeren
= publiek is een actor die heel belangrijk is om die media op af te toetsen
Paradigma’s van media macht en samenleving
Relatie tussen de samenleving en de actoren van de media begrijpen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carol01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.57. You're not tied to anything after your purchase.