100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Arbeidsrecht $7.43
Add to cart

Class notes

College aantekeningen Arbeidsrecht

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle tentamenstof voor het vak arbeidsrecht.

Preview 3 out of 30  pages

  • September 1, 2022
  • 30
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Bas rombouts
  • All classes
avatar-seller
INLEIDING ARBEIDSRECHT

Blok 1: inleiding recht
CLIP 1
Wat is het recht?
- Het recht: objectief  het geheel van geldende rechtsregels ‘the law’
- Een recht: subjectief  een aanspraak of bepaalde bevoegdheid ‘a right’

Functies van het recht
- Codificeren van omgangsnormen  opschrijven van wetten (omgangsnormen)
- Ordenen van de maatschappij  handelingen die je wel en niet mag doen
- Regelen van het verkeer  ook bv betalingsverkeer/bestuursrecht
- Beslechten van geschillen
- Handhaving van orde
- Afwegen van belangen  bij geschillen
- Regels over deze regels (formeel recht)  welke procedures zijn nodig
Vrouwe Justitia: zwaard = rechtvaardige beslissing nemen. Blinddoek: onafhankelijk. Weegschaal:
verschillende belangen eerlijk afwegen.
CLIP 2
De rechtstaat
De beginselen van de rechtsstaat zijn grondrechten, legaliteit en democratie met als doel het waarborgen
van de vrijheid en autonomie van de burgers. Om burgers te beschermen tegen elkaar en tegen de
overheid.
1. Grondrechten
- Klassieke grondrechten: vrijheidsrechten: negatieve verplichtingen voor de overheid. (bv.
Godsdienst, vergadering en meningsuiting).  de overheid moet je met rust laten. Oud.
- Sociale grondrechten: positieve inspanningsverlichting overheid. (bv. Onderwijs, gezondheidszorg
en werkgelegenheid).  de overheid heeft ook een taak. Nieuw.
2. Legaliteitsbeginsel
‘elk overheidsoptreden waarbij vrijheden of eigendommen van burgers worden ingeperkt, moet een
wettelijke grondslag hebben’. Het moet vooraf goedgekeurd worden: in wetten vastgelegd. houdt in dat
het handelen van bevoegd gezag gebaseerd moet zijn op een vooraf aanwezige bepaling. Het voorkomt dat
de wetgever met terugwerkende kracht regels kan opleggen.
3. Democratie = representatieve democratie
Kenmerken:
- Gekozen volksvertegenwoordiging
- Vrije, eerlijke en anonieme verkiezingen
- Actief en passief kiesrecht
- Politieke gelijkheid onder burgers
- Maatschappelijk middenveld (Civil Society)  vrije belangenorganisaties
- Vrije media (vrije journalistiek)
- Machtenscheiding  checks en balances
Er is sprake van een machtenscheiding (Trias Politica):
- Wetgevende (parlement)
- Uitvoerende (regering)
- Rechtsprekende (rechter)

,Wetgevende macht (parlement)
1. op centraal niveau
o Regering en Staten-Generaal (1e en 2e kamer)
o rechtstreeks verkiezing leden 2e kamer
o indirecte verkiezing leden 1e kamer
Hoofdtaak 1e en 2e kamer is controle regering
2. Op provinciaal niveau
o provinciale Staten
3. op gemeentelijk niveau
o gemeenteraad
Stappen wetgevingsproces:
1. minister maakt wetsvoorstel (of initiatief 2e kamer)
2. bespreking in ministerraad (kabinet)
3. voor advies naar Raad van State
4. indiening bij 2e kamer
5. plenaire behandeling van eventuele amendementen (aanpassingen)
6. behandeling 1e kamer
7. bekrachtiging publicatie in Staatsblad, inwerkingtreding
Uitvoerende macht (regering)
1. centraal niveau
o regering bestaat uit Koning en ministers
o koning is onschendbaar, ministers zijn verantwoordelijk
2. provinciaal niveau
o commissaris van de koning en gedeputeerde staten
3. gemeentelijk niveau
o college van B&W en burgemeester
Rechtsprekende macht (rechter)
- 1 Hoge Raad: cassatie (gaat niet alle feiten meer na, alleen juridische zaken)
- 4 gerechtshoven: beroep
- 11 rechtsbanken: eerste aanleg (verdeeld in sectoren: straf, civiel, bestuurs, kanton (voor arbeid)
Bijzondere secties: Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State
Centrale Raad van Beroep
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Internationaal:
- Internationaal Gerechtshof (IGH)
o Over klachten tussen staten
- Internationaal strafhof (ISH)
o geschillen tegen mensen die verdacht worden van misdaden
Europees:
- Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU)
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
CLIP 3
Rechtsbronnen en rechtsbeginselen
Rechtsbronnen  waar vind je bepaalde info. Bepaalde rechtsbronnen zijn belangrijker dan anderen:
internationale verdragen – grondwet – overige wetten in formele zin (door regering of Staten-Generaal
gemaakt. Staat meestal wet bij.) – wetten in materiele zin (algemeen verbindende voorschriften voor
burgers, overheidsorganen en bedrijven (inhoud), krijgen door interpreteren betekenis) – rechtspraak

, (jurisprudentie) – collectieve en individuele arbeidsovereenkomsten – gebruik en gewoonte (ongeschreven)
– rechtsbeginselen.
Soms botsen bepaalde bronnen/regels met elkaar. Dan geldt: hoog gaat voor laag, bijzonder gaat voor
algemeen (bv. arbeidsovereenkomst > algemeen) en nieuw gaat voor oud.
Rechtsbeginselen:
Je kunt niet alles precies regelen.
Kenmerken:
- Algemeen geldende abstracte normen en waarden
- Liggen ten grondslag aan wet- en regelgeving
- Vage of open normen: aanvullende functie
- Inspelen op onvoorziene omstandigheden
- Ongeschreven of geschreven
 Krijgen door interpretatie in een concreet geval betekenis. Bv.
- Gelijkheidsbeginsel
- Rechtszekerheidsbeginsel
- Goed werkgever- en werknemersschap
- Redelijkheid en billijkheid
- Deugdelijke motivering besluiten
- Hoor- en wederhoor
- Eerlijk proces
- Zorgvuldigheidsbeginsel
- Ne bis in idem  niet twee keer voor zelfde misdrijf kunnen worden veroordeelt.
Ze spelen een belangrijke rol bij afweging van juridische vraagstukken. Hebben een bepaald gewicht, soms
belangrijker dan anders.
Interpretatiemethode en rechtsvinding
Wanneer bepaalde wettelijke regelingen onduidelijkheden geven of in een bepaalde zaak niet passen, zal
de rechter deze rechtsregels moeten uitleggen.
 Rechtsvinding
- Grammaticale/taalkundige (wat zegt de tekst)
- Wetshistorische (wat heeft de wetgever bedoeld met het vaststellen van de wet)
- Systematische (in het bredere verband van wetgeving bekijken, niet alleen de wet)
- Teleologische/doelgerichte (kijken naar de functie/doel van de regel)
- Rechtshistorische (maatschappelijke context van het totstandkoming in de maatschappelijke
context)
- Anticiperende (interpreteren/vooruit kijken)
Vaak een combinatie van methoden.
CLIP 4
Rechtsgebieden
Hoofdcategorieën (sluiten elkaar niet uit):
- Publiekrecht vs. Privaat recht
o Publiek recht = verticaal, tussen een overheid en burgers en regels over de organisatie van
de overheid: staatsrecht (conditioneel recht, over staatsindeling, over grondrechten),
bestuursrecht (over regels van uitvoerende macht: administratief recht valt ook sociale
zekerheid onder als ziektewet, WW), strafrecht (OM  twee boeken: wetboek van
strafrecht = materieel recht en wetboek strafordering = formeel. Misdrijf vs. overtreding).
o Privaat recht = horizontaal, tussen burgers: voornamelijk te vinden in Burgerlijk Wetboek
BW. Bestaat uit 8 boeken met gelaagde structuur. Per rechtsgebied eerst algemene wetten
en dan bijzondere. Arbeidsovereenkomst in boek 7 titel 10.
- Nationaal vs. Internationaal recht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilvademeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.43
  • (0)
Add to cart
Added