B4
● Beschrijven; antwoord over wat ergens is, die vragen beginnen vaak met waar
● Verklaren; uitleggen hoe iets komt, die vragen beginnen vaak met waarom
B5
● Spreekt voor zich: natuurlijke- en menselijke factoren
B15
● Bij aardrijkskunde leg je verbanden tussen gebieden en verschijnselen
● Verschijnselen; kijken naar invloeden van een verschijnsel op iets anders
- toeristen zijn voor lekker weer → zorgen ook voor vervuiling
● Verbanden zoeken tussen verschillende gebieden
- door politieke onrust, minder toeristen naar Turkije → daarom naar
Spanje
B21
● Bij kaartlezen kijk je naar de titel, schaal en de legenda van de kaart
● Herkennen van patronen; je verdeelt een gebied in twee of meer delen,
deelgebieden
- in deelgebieden ga je zoeken naar spreidingspatronen, dichtbevolkt ect.
● Leggen van verbanden; bevolking verspreiding vergelijken met ergens anders
- bijvoorbeeld, door klimaat wonen mensen in het zuiden, dat is een verband
B29
WAARDEREN STAPPENPLAN
Wat is het probleem? te veel winkels
Wie zijn erbij betrokken? winkeliers
Wat is hun mening over het probleem? teveel toeristen
Wat is jouw eigen mening?
B42
● De dampkring is een dunne laag lucht rond de aarde
● Het weer is de ene dag warm en zonnig, de andere dag nat en kil, ook zo in tropen
● Het weer is de temperatuur, neerslag en wind in een bepaalde plaats en moment
● Het klimaat: gemiddelde weer in een bepaald gebied over een lange tijd, vaak 30
jaar
B44
● Op een dagelijks rondje van de zon staat ze op een aardas
● Rond 21 juni vallen loodrechte stralen op 231/2 noorderbreedte (N.B.)
- het is zomer op noordelijk halfrond en winter op zuidelijke halfrond
● Rond 2 december vallen loodrechte stralen op 231/2 zuiderbreedte (Z.B.)
- dan winter op noordelijk halfrond en zomer op zuidelijk halfrond
● Loodrechte stand van de zon beweegt het hele jaar tussen de breedtecirkels
, - je noemt die breedtecirkels (231/2 N.B. en 231/2 Z.B.) keerkringen
● Tropen is het gebied tussen de keerkringen die veel zonne-energie ontvangt
B65
● Rode lijn laat de tropisch minimum zien (zone met lage druk)
● Andere naam tropisch minimum: intertropische convergentiezone (ITCZ)
● Januari minimum ten zuiden van de evenaar. juli ten noorden
- zuidelijk halfrond heeft wind afwijking links, noordelijk halfrond rechts
● Januari: als de passaat de evenaar passeert, verandert de windrichting
● Juli: zuidoostpassaat waait naar minimum op noordelijk halfrond en verandert in
zuidwestelijke wind (afwijking naar rechts)
● Wind bij de evenaar wisselen halfjaarlijks om: moessons
B89
● Een grondsoort is het losse materiaal aan de oppervlakte van de aardkorst
➢ Zand: heeft grove korrels waar veel ruimte tussen zit (poriën)
- Water zakt er makkelijk in weg, daardoor is zand droger dan andere
grondsoorten
➢ Klei: de deeltjes plakken aan elkaar, klei laat water niet goed door en daarom houdt
ie water vast
- klei is vruchtbaar, omdat er mineral in zitten (planten gebruiken mineralen als
voedingsstoffen)
➢ Löss: heeft kleine poriën, dus het houdt water beter vast en is vruchtbaar
➢ Veen: bestaat uit plantenresten die onder water terechtgekomen in een moeras
- dode planten hebben moeras opgevuld met laag plantenresten die er nog zijn
- veen is een spons: het houdt water vast en is drassig
- als veen is gedroogd, noem je het turf; het is dan te gebruiken als brandstof
of vruchtbare tuingrond
B92
● De waterkringloop is de voortdurende verplaatsing van water over de aarde
● Water is altijd in beweging: zon is motor en zorgt voor verdamping van zeewater
● Als waterdamp afkoelt, zien je ze als wolken:
- door de wind waaien de wolken aan land, boven land komt er neerslag uit
- ook boven zee komt er veel neerslag uit de wolken
● Door verdamping van oppervlaktewater (evaporatie) komt het water terug in de lucht
- planten en bomen nemen water op uit de lucht
- via hun bladeren geven ze het weer af aan de lucht: transpiratie
- som van evaporatie en transpiratie heet evapotranspiratie
● Deel van regenwater zakt in de bodem: ondergronds stroomt dit grondwater naar
rivieren of naar de zee
- dit kan snel duren maar kan ook honderden of duizenden jaren duren
B93
● Grondwater bevindt zich in openingen tussen bodemdeeltjes, die openingen; poriën
- grond met veel poriën, noem je poreus
● Infiltratie; regenwater kan honderden meters diep wegzakken (in poreuze grond)
● Aquifer; waterdragende laag in de ondergrond
● Grondwater zakt niet weg, omdat er een ondoorlatende laag onder zit
● Bovenkant grondwater; grondwaterspiegel of het grondwaterpeil
- als grondwaterpeil laag is, dan zit het meters diep
● Maaiveld; is het oppervlak waar het grondwaterpeil hoog is, 10 cm boven oppervlak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouktol2017. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.11. You're not tied to anything after your purchase.