Duurzame Delta: samenvatting hoorcolleges en zelfstudie
1A: hoorcollege
Eerste aandacht voor milieu; 19e en begin 20e eeuw
> industrialisatie + urbanisatie > waardering schoonheid natuur > behoud
- 1960s en 1970s; opkomst milieubewegingen
- 1972; eerste milieuconferentie
- 1980s; beweging voor duurzame ontwikkeling; rapporten
,Duurzame Delta: samenvatting hoorcolleges en zelfstudie
Positivistische wetenschap Constructivisme (sociaal construct)
Realiteit bestaat (onafhankelijk) Realiteit bestaat (relationeel)
Enkelvoudig Meervoudig (plural)
Eenduidig Diversiteit
Wetenschap is afzijdig Wetenschap is mensenwerk
Objectiviteit (neutraliteit) Objectiviteit
Natuur- en sociaalwetenschappen Sociaalwetenschappen
Systeemdenken Actor- en mensgerichtdenken
Positivistische wetenschap
- doorgronden van een systeem, natuur-mens, complexe relaties
> kennisontwikkeling is het resultaat van voortschrijdend inzicht in de wetenschap
> beleid maken is een relationeel, neutraal, en technisch proces
Constructivisme
- directe observatie is vaak onmogelijk (observatie is afhankelijk van methoden)
- doorgronden van gedrag, mens-natuur, ongelijkheid
- kennis is de uitkomst van afspraken in de wetenschap
- kennis reflecteert belangen, tradities, gewoontes
- kennis is afhankelijk van positionaliteit
- kennis is relationeel
> kennisontwikkeling is een rommelig proces en de uitkomst van het creëren van legitimiteit
> beleid maken is een relationeel, politiek, en betwist proces
Actoren; ‘doen iets’, ‘handelen’ – bewust of onbewust
- menselijke actoren; personen, organisaties/instituties
- niet-menselijke actoren; objecten, kunstwerken, dieren/biologisch leven
Korte geschiedenis Deltaprogramma t/m 2010
- 1953; stormvloed in Zeeland > nationale ramp
- 1953; Deltacommissie > strijd tegen de zee, strijd tegen het water
- 1960; Eindrapport Deltacommissie > waterveiligheid in prioriteit nummer 1
- 1960-1987; bouwen Deltawerken (e.g. Oosterscheldekering)
- 1993-1995; extreem hoge waterstanden in het rivierengebied
- 2000; nieuwe interventies rondom “ruimte voor de rivieren”
- 2006-2015; NLse planologische kernbeslissing “ruimte voor de rivieren” > waterveiligheid weer
prioriteit nummer 1
- 2005; hurricane Katrina > Nederlandse experts zien het als waarschuwing
- 2007; tweede Deltacommissie > in antwoord op verwachte zeespiegelstijging
- 2010; Nationaal Deltaprogramma > waterveiligheid is wederom prioriteit nummer 1
,Duurzame Delta: samenvatting hoorcolleges en zelfstudie
1C: Zelfstudie en hoorcollege
Introductie paleogeografie
Paleogeografie; ontwikkelingen in het landschap (door water, wind, etc.)
Nederland in het Holoceen; hoofdstuk 2
(Het klimaat veranderde tussen de 14.700 en 11.700 jaar geleden sterk. Dit was de overgang van de
laatste ijstijd naar de warme periode waarin we nu zitten.)
Oorzaken 1 van de in de diepzee en het ijs vastgelegde klimaatschommelingen;
1) kleine fluctuaties in de baan van de aarde om de zon (excentriciteit)
2) de regelmatig veranderende stand van aardas t.o.v. het vlak van de baan om de zon (obliquiteit)
3) veranderingen in de tolbeweging van de aarde (precessie)
Oorzaak 2 van klimaatschommelingen;
- Samenhang tussen fluctuaties in het kooldioxidegehalte van de atmosfeer en de wereldwijde
temperatuur > lage concentratie = ijstijden, hoog = warme tijden
Oorzaak 3 van klimaatschommelingen;
- ligging van de continenten; plaattektoniek
Begin Holoceen (11.700 jaar geleden) zorgde voor plotselinge omslag in klimaat; koud > warm
> verandering in flora en fauna; boslandschap
> afsmelten van de ijskappen > zeespiegelstijging
Nederland in het Holoceen; hoofdstuk 3
(In het Holoceen steeg de zeespiegel met meer dan 100m doordat de ijskappen afsmolten. Daarnaast
daalde de bodem. De mate van bodemdaling verschilde echter van plek tot plek.)
Twee soorten compactie
1) Inklinking: samenpersen van veen en klei
2) zetting: samenpersen van veen en klei door druk van bovenliggende infrastructuur en bebouwing
- Veenafbraak: oxideren van veen
De zeespiegelstijging in het Holoceen is de belangrijkste drijvende kracht achter de dynamiek van het
ontstaan van veenlagen. Maar ook de activiteiten van grote rivieren, golven, het getij droegen bij.
Verdere verschuiving van de kustlijn naar het oosten werd voorkomen door sedimentaanvoering.
Nederland in het Holoceen; hoofdstuk 4
Getijslag: uiteenlopend verschil tussen eb en vloed > bepaalt deels ontwikkeling van kust ter plekke.
Subgetijdenlandschap: delen die onder het gemiddeld laagwater liggen (grote getijdengeulen).
Intergetijdenlandschap: gebied dat ligt tussen gemiddeld laagwater en gemiddeld hoogwater
(onbegroeide zandige wadplaten en kleiige slikken).
Supragetijdenlandschap: deel dat boven gemiddeld hoogwater ligt en alleen tijdens springtij en grote
stormen wordt overstroomd (kwelders, begroeid met zout minnende planten).
Terrestrische landschap: gebied boven het maximale stormvloedniveau.
Estuarium: getijdensysteem waarin een grote rivier uitmondt.
Getijdenbekkens: getijdensystemen waarin alleen kleine, lokale rivieren uitmonden.
Lagunes: grote oppervlakten in het kustlandschap die permanent onder water staan en via een open
verbinding in contact staan met de zee (zeer bescheiden getijslag).
, Duurzame Delta: samenvatting hoorcolleges en zelfstudie
Nederland in het Holoceen; hoofdstuk 5
Delta: gebied waar een rivier met veel aftakkingen in zee stroomt/gesplitste riviermond
1) vlechtende rivier;
2) meanderende rivier;
3) anastomoserende rivier; komt vooral voor als het waterniveau in het mondingsgebied stijgt, maar
niet zo snel dat de rivierdelta volledig overstroomt. Bij de vorming van deze rivieren wordt er net
genoeg riviersediment afgezet om de relatieve zeespiegelstijging bij te houden.
Nederland in het Holoceen; hoofdstuk 6
Veen ontstaat wanneer plantaardig materiaal niet wordt afgebroken.
Eutroof: voedselrijk
Mesotroof: matig voedselrijk
Oligotroof: voedselarm
Transgressief: landwaarts terugschrijdend
Regressief: zeewaarts uitbouwend
Nederland in het Holoceen; hoofdstuk 7
Natuurlijke motoren achter vorming en ontwikkeling van het Nederlandse landschap in het Holoceen
1) relatieve zeespiegelstijging, 2) getij en golven, 3) rivierdynamiek, 4) veenvorming
- daarna; mens
Delta apex; rivier gaat over van netto erosie naar netto sedimentatie
Veenvorming
Op basis van: type plantresten
1) gyttja; waterdiepte > 2 meter
- ontstaat in plassen met drijvende planten
- als planten doodgaan zakken ze naar beneden en worden niet afgebroken door gebrek aan
zuurstof, wanneer deze resten worden samengeperst ontstaat er gyttja
2) rietveen; waterdiepte < 2 meter
- zoet water/ licht brak water
- groeit alleen in voedselrijk water
- alleen wortels blijven bewaard
3) zeggeveen; ondiep water < 0,5 meter
- alleen wortels blijven bewaard
- groeit in voedselrijk tot matig voedselrijk water
4) bosveen; rondom oppervlak
- wortels goed bewaard, ook blaadjes
5) mosveen; rondom grondwater
- groeit alleen in voedselarme gebieden, alleen door regenwater
- landschap met mosveen groeit mee en zorgt voor stijging grondwaterspiegel
Op basis van: voedselrijkdom
1) eutroof; voedselrijk;
- aanvoer van zoet / licht brak overstromingswater
- bosveen en rietveen
2) mesotroof; matig voedselrijk
- in de buurt of verder van rivieren af, wel input van regenwater
3) oligotroof; voedselarm
- veenbos, gevoed door regenwater
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SGPLUtrecht2021. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.