A. Metabolisme
● Stofwisseling (metabolisme): het geheel van chemische omzettingsprocessen in een
organisme. (glucose belangrijk voor stofwisseling als brandstof en bouwstof).
● Levende cellen nemen stoffen op uit hun omgeving en zetten die stoffen om in
andere stoffen -> nodig voor opbouw cel en energievoorziening.
● Alle stofwisselingsprocessen die in rust doorgaan, worden gerekend tot het basale
metabolisme (grondstofwisseling).
- Intensiteit (meten hoeveelheid O2) afhankelijk van geslacht, leeftijd en
lichaamsgewicht.
B. Energierijke organische stoffen
● Cellen bestaan uit organische en anorganische stoffen
● Een organisch molecuul bevat naast C, H en meestal O2.
● Bij het verbreken van C-H-bindingen komt de energie beschikbaar voor de cel
waarna er d.m.v deze energie weer nieuwe C-H bindingen kunnen ontstaan
● Chemische energie: de energie die in atoombindingen van energierijke stoffen is
opgeslagen.
● Anorganische stoffen bestaan uit kleine, eenvoudig gebouwde moleculen (weinig
energie).
● Glucose is erg belangrijk voor de stofwisseling
C. Assimilatie en dissimilatie (Binas tab. 69C)
● Assimilatie: de opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen
- Energie nodig
● Dissimilatie: de afbraak van grote organische moleculen tot kleinere moleculen
- Energie komt beschikbaar voor cel processen, zoals assimilatie en stoffentransport).
● Koolstofassimilatie: C6H12O6 (glucose) vormen uit CO2 en H2O
- Alleen mogelijk door autotrofe organismen (planten en cyanobacteriën)
● Voortgezette assimilatie: glucose is grondstof voor vorming andere koolhydraten,
vetten, eiwitten en DNA -> grote organische moleculen ontstaan met energierijke
bindingen.
, ● Dissimilatie en voortgezette assimilatie bij heterotrofe en autotrofe organismen.
D. Energiedragers (Binas tab 67L)
● Moleculen van ATP
transporteren chemische energie naar
plaatsen in de cel waar energie nodig is.
● ATP wordt gevormd bij fotosynthese in chloroplasten en bij verbranding in
mitochondriën.
● Lichtenergie en chemische energie van
glucose (zijn onbruikbaar voor een cel) worden
omgezet in chemische energie ATP.
● ADP ontstaat wanneer de 3e
fosfaatgroep van ATP wordt afgesplitst en er
komt bindingsenergie vrij.
- Energie kan worden overgedragen aan
stofwisselingsreacties en processen in de cel.
● AMP ontstaat bij afsplitsing 2e fosfaatgroep van ADP.
● NAD+ en NADP+ chemisch aan ATP-verwant.
● Fosforylering: door binding van fosfaatgroep aan ADP ontstaat energierijk ATP.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunschoormans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.