Psychologen zien leren als een proces waardoor ervaringen een blijvende verandering
veroorzaken in het gedrag of in de mentale processen. Zonder het leren zouden we
volledig afhankelijk zijn van onze reflexen en van de aangeboren gedragingen
(instincten). Menselijk gedrag wordt sterk beïnvloed door leren. Het geeft ons de
flexibiliteit om ons snel aan veranderende situaties en nieuwe omgevingen aan te
passen.
Leren kan in verschillende vormen. Een makkelijke manier wordt habituatie
genoemd. Dit is het niet reageren op een stimulus. Twee andere belangrijke vormen
van stimulus-respons-leren zijn klassieke conditionering en operante
conditionering. Bij stimulus-respons-leren worden er twee handelingen met elkaar
geassocieerd.
3.1 Hoe verklaart klassieke conditionering leren?
Het eerste onderzoek naar
leren begon met de
ontdekking van Pavlov dat er
verbanden tussen stimuli en
responsen (reflexen) konden
worden gelegd. Dit leerproces
heet klassieke
conditionering. Deze vorm
van leren vindt bij mensen en
dieren plaats. Pavlovs
onderzoek richtte zich op
automatische responsen
(speekselafscheiding,
kniepeesreflex, enz.). Pavlov
ontdekte dat honden (en dus
ook mensen) deze reflectieve
responsen konden koppelen
aan nieuwe neutrale
stimuli. Het herhaaldelijk samen aanbieden van een prikkel gevolgd door een andere
prikkel wordt contiguïteit genoemd.
Ook bleek uit het onderzoek dat de geconditioneerde responsen eenvoudig weer
konden verdwijnen door een aantal keer alleen de CS aan te bieden en de UCS
achterwege te laten. Dit heet extinctie (uitdoving). De respons verdwijnt niet
helemaal, hij wordt alleen tijdelijk onderdrukt. Er kan spontaan herstel van de
respons ontstaan. Dit vindt plaats wanneer de CR, na extinctie en de daaropvolgende
periode zonder blootstelling aan de CS, zich opnieuw voordoet als reactie op de CS.
Wanneer je een respons vertoont op stimuli die op de CS lijkt, wordt dat
stimulusgeneralisatie genoemd. Stimulusdiscriminatie is het tegenovergestelde
van generalisatie en wordt ook wel selectief leren genoemd. Een organisme leert op
een stimulus te reageren, maar niet op een gelijksoortige stimuli.
Met het beroemde experiment ‘kleine Albert’ breidde John Watson Pavlovs werk uit
naar het leren van de mens. Recentere onderzoeken, onder meer naar smaakaversies,
, doen echter vermoeden dat klassieke conditionering geen simpel stimulus-
responsproces is. Je kunt zeggen dat klassieke conditionering van invloed is op
elementaire, op overleving gerichte responsen, inclusief emoties en smaakaversies.
Klassieke conditionering is een elementaire vorm van leren waarbij een
stimulus die een aangeboren reflex oproept, wordt geassocieerd met een
voorheen neutrale stimulus, die daarop het vermogen verwerft om dezelfde
respons op te roepen.
3.2 Hoe leren we nieuw gedrag door operante conditionering?
Vrijwillige gedragingen zoals een hond laten zitten of liggen kun je aanleren door
straffen (consequenties) en beloningen. Psychologen noemen deze vorm van leren
operante conditionering. Een operant is een waarneembare gedraging die een
organisme gebruikt om in zijn omgeving te ‘opereren’.
B.F. Skinner zette het onderzoek naar wat tegenwoordig operante conditionering wordt
genoemd voort. Hij ontdekte dat dieren een probleem door midden van trial-and-
error op lossen. Na een tijdje ontdekte de dieren wat geen zin had en wat wel tot
resultaat leidde, dit noemde Thorndike de wet van effect.
Wanneer een organisme goed gedrag vertoont kan deze volgens operante
conditionering een beloning krijgen. Skinner noemde dit een bekrachtiger. Er
bestaan positieve en negatieve bekrachtigers. Een positieve bekrachtiging
versterkt een respons, doordat de bekrachtiger na de respons wordt aangeboden.. Dit
kan bijvoorbeeld een complimentje zijn. Een negatieve bekrachtiging is gerelateerd
aan het weghalen/verwijderen van iets, het zorgt er bijvoorbeeld voor dat je je gordel
vastgespt om het irritante geluidje van de gordelverklikker te stoppen. In een
operante ruimte bood Skinner, wanneer een proefdier een knop indrukte,
bijvoorbeeld voedsel aan (positieve bekrachtiging). Er bestaan verschillende
gradaties van bekrachtiging: vele mogelijke relaties die er bestaan tussen
responsen en bekrachtigers. Bijvoorbeeld: hoe vaak bied je een bekrachtiger aan? Bij
continue bekrachtiging bied je na elke goede respons een beloning aan. Dit wordt
vaak gebruikt om complex nieuw gedrag vorm te geven, ook wel shaping genoemd.
Wanneer een organisme door heeft welke respons goed was en welke niet moet je
overstappen op intermitterende bekrachtiging (partiële bekrachtiging). Hierbij
beloon je niet meer elke goede respons, maar sommige van de goede responsen.
Intermitterende bekrachtiging kan op 2 manieren gebruikt worden:
- Ratioschema: proefpersoon wordt beloond na een aantal responsen.
o Vaste ratioschema’s (Fixed Ratio, FR), bv je krijgt betaald per stuk fruit
dat je plukt.
o Variabele ratioschema’s (VR), bv telefonische verkopers weten nooit
hoeveel telefoontjes ze moeten plegen voordat ze weer iets verkopen.
- Intervalschema: proefpersoon wordt beloond na een bepaald tijdsinterval.
o Vaste intervalschema’s (Fixed Interval, FI), de tijd tussen de beloningen
zijn constant.
o Variabele intervalschema’s (VI), de tijd tussen de beloningen variëren, bv
wachten op een lift, je weet nooit wanneer er iemand stopt.
Primaire bekrachtigers zijn stimuli die elementaire biologische behoeften of
verlangengs bevredigen, zoals bijvoorbeeld dat voedsel het eetgedrag bekrachtigt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller djmg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.