Hoofdstuk 15 Externe verslaggeving.
Belanghebbenden van externe verslaggeving:
- eigenaren/leiders van een onderneming: management. Deze stellen hem
ook op
- werknemers
- fiscus
- kredietverschaffers: banken
- ieder die hem wil, kan hem opvragen
Creative accounting: jaarrekeningen rooskleuriger opstellen dan daadwerkelijk is.
Accountant dient hiertegen op te treden. Redenen voor creative accounting:
- veiligstellen van bonussen
- voorkomen van ontevredenheid bij aandeelhouders
- openhouden van mogelijkheid om tegen gunstige voorwaarden kredieten
te kunnen opnemen.
Publicatieplicht: jaarverslag moeten deponeren ten kantore van het Handelsregister,
waar iedereen deze informatie kan bestuderen. Nv, bv, coöperaties en onderlinge
waarborgmaatschappijen hebben publicatieplicht. Maar ook stichtingen en verenigingen
die een omzet hebben van boven de 4,4 miljoen euro.
De hoeveelheid informatie die erin moet komen hangt af van de grootte van de
onderneming:
Criteria Groot Middelgroot Klein
Balans + toelichting Ja (gedetailleerd) Ja (minder Ja (nog minder ged.)
gedetailleerd)
Resultatenrekening Ja (gedetailleerd) Ja (minder Nee
+ toelichting gedetailleerd)
Directieverslag Ja Ja Nee
Overige gegevens
Accountantsverklari Ja Ja Nee
ng
Statutaire regeling Ja Ja Ja
winstbestemming
Gebeurtenissen n.b Ja Ja Ja
, Kanttekeningen bij de criteria:
- Voldoet men aan 2 van de 3 criteria’s wordt men daarin geplaatst
- Indeling in andere klasse gaat gepaard met één jaar vertraging
- Heeft een onderneming dochterondernemingen, moet uitgegaan worden
van de cijfers van het concern als geheel.
Twee grondbeginselen voor het opstellen van een jaarrekening:
● Toerekening: opbrengsten en kosten moeten toegerekend worden aan de
juiste periode. Zo gaat het opstellen van een jaarrekening gepaard met een
bepaalde mate van subjectiviteit.
- Realisatieprincipes: regels voor toerekening aan
opbrengstenkant.
Omzet dient geboekt te worden als de risico’s van het geleverde definitief
overgedragen zijn aan de klant. Realisatiemoment is bereikt wanneer
verkoop en levering plaatsgevonden hebben, ook al is er nog niet betaald.
Is er kans op wanbetaling? Dan kan men dubieuze debiteuren vormen.
- Matchingprincipe: regels voor toerekening aan kostenkant.
Kosten worden toegerekend aan de periode waarin de daaruit
voortvloeiende opbrengst ontstaat. Inkoop in 2010, verkoop in 2011 zorgt
niet voor kosten in 2010 maar in 2011. In 2010 is het de voorraad.
Aanschafprijs moet in x aantal jaren afgeschreven worden i.p.v. als geheel.
Twee manieren:
- Product matching: kosten
toegerekend aan producten en vervolgens in de periode
waarin het product verkocht is.
- Period matching: kosten
toegerekend aan periode waarin ze gemaakt zijn.
- Er dienen schattingen gemaakt te worden over vele dingen,
zoals resterende levensduur van duurzame productiemiddelen, bedrag van
debiteuren die niet volledig zullen betalen ect. Wordt er verwacht dat deze
tot verlies leiden worden ze opgenomen op het moment van constatering,
winsten worden pas tegen realisatie opgenomen.
● Continuïteit: de onderneming zal in de afzienbare toekomst blijven
bestaan, verwachten ze (going-concern-veronderstelling). Verwachten ze dit niet
dient men het jaarverslag op liquidatiewaarde te baseren. Waarde zal lager liggen
dan bij going-concern-waarde.
Vier kwaliteitskenmerken waaraan jaarrekening moet voldoen:
● Begrijpelijk: voor bedrijfseconomisch geschoolden op een zo’n overzichtig
mogelijke manier.
● Relevantie: de lezer krijgt informatie op grond waarvan hij beslissingen kan
nemen (verkoop aandelen).
● Betrouwbaarheid: de lezer mag ervan uit gaan dat de informatie een
goede weergave is van de financiële positie van de onderneming. Daarom is er
controleerbaarheid van accountant nodig.
● Vergelijkbaarheid:
- Tijdsvergelijking: vergelijking uit vroegere jaren van
hetzelfde bedrijf. Bemoeilijkt door stelselwijzigingen: veranderingen in
grondslagen voor het opstellen van jaarrekening. Mag alleen plaatsvinden
op een gegronde reden en als de effecten hiervan op het eigen vermogen
en het resultaat aangegeven worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mbe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.48. You're not tied to anything after your purchase.