100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting De gezonde mens 1A1 $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting De gezonde mens 1A1

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle nuttige info uit hoorcolleges, VOs en ZOs

Preview 4 out of 71  pages

  • September 4, 2022
  • 71
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Anna de Ronde



WEEK 1
HC.6 Bouwplan van de mens
3 september

Functies/voorwaarden

- Stevigheid
- Voortbeweging
- Regulatie
- Replicatie
- Zintuigen
- Reageren
- Energiehuishouding
- Vorm: kop, romp, staart en ledematen
- Toont overeenkomst met dieren
- Indeling dierenrijk = fylogene classificatie (ordening op verwantschap)

Evolutie organismen tot mensen

Eencelling >> samenwerken sponzen >> specialisatie van cellen (2 lagen) holtedieren >> 3 lagen-
platwormen >> coeloom (lichaamsholte) weekdieren >> segmentatie wormen >> skelet + poten
geleedpotigen >> zenuwen+kieuwbogen stekelhoudigen >> inwendig skelet gordadieren

Segmentatie: herhaling van het basispatroon

Notochord: gaat inwendig skelet vormen

Vertebraten

- Kopskelet + zintuigen + brein
- Ruggenmerg en wervelkolom
- Appendiculair skelet (met aanhangsel dus benen en armen (en evt vinnen)
o Zoogdieren: haar, zweten, melk en placenta
 Mens: bouwt voort op eerdere bouwplannen

Anatomie

- Systemisch: een hele systeem met een geza functie (tractus)
- Regionaal: alles in 1 gebied

Tractus locomotorius Bewegingsapparaat
Tractus circulatorius Hart en bloedvaten
Tractus respiratorius Ademhaling/stofwisseling
Tractus digestivus Spijsvertering
Tractus urogenitalis Nieren/urine en geslachtsorganen
Systema nervosum Zenuwstelsel
Lymfesysteem
Endocriensysteem
Integumentair systeem Huid, schubben, haar, nagels en zweetklieren

, Anna de Ronde


HC.7 Bouwplan van cellen en organen
4 september

Evolutie

- RNA-organismen
- DNA-organismen
- Microben/bacteriën
- Planten
- O2-concentratie stijgt => atmosfeer ontstaat
- Aerobe organismen/ eukaryoten
- Meercelligen
o Ontstaan door ontwikkeling van prokaryoten en schaalvergroting
- Eukaryote: ontstaan door endosymbiose

Eukaryote evolutie

- Prokaryoot heeft alphaproteabacterie opgenomen en dit heeft zich ontwikkeld tot
mitochondrien = endosymbiose (idem voor cyanobacteriën => chloroplast)
- Endosymbiont-theorie: vanuit prokaryote vooroudercellen zijn anaerobische eurkaryote
cellen ontstaan
o Onderbouwing : 1. Aanhechting spirochaete bacterie => vorming microtubili en
flagel. 2. Alphaproteabacterie => mitochondrien. 3. Cyanobacterie => chloroplast. 4.
Opname eencellige roodwier => dubbel membraan chloroplast
o Verticale gen transfer: ouder geeft gen door aan nakomeling (=> trage evolutie)
o Horizontale gen transfer: uitwisseling tussen verschillende soorten (=> snelle
evolutie)
- Eukaryotisering
o Verlies celwand => plooiingen in celmembraan => groter inwendig oppervlak
o Flexibel celmembraan => mogelijkheid fagocytose
o Microtubili en microfilamenten => structuur =>
o Cytoskelet => inwendig transport/ compartimenten en amoeboïde bewegingen

Eukaryote Prokayote
Groot door wijze energiehuishouding Energievoorziening met ionenpompen
(mitochondriën) (daardoor kleine cel, want beperkte capaciteit
DNA met histonen Celwand
Organellen met membraan (ook de kern) = 70S ribosomen
compartimenten
80S ribosomen
Cytoplasme en cytosol


Indeling in organismewereld is bepaald door hoe erg rRNa op elkaar lijkt (heeft essentiële functie)

Eukaryote celopbouw

- Plasmamembraan om cytoplasma: cytosol(de vloeistof met neutrale pH)+ organellen buiten
de kern binnen het membraan
o Fosfolipide bilaag: hydrofiel en hydrofobe uiteinde (vormen bij elkaar spontaan een
membraan)

, Anna de Ronde


o Eiwitten kunnen binden aan het oppervlakte of in het membraan (=transmembraan
=> benodigd voor communicatie en activiteit cel)
 Ook suikerstructuren kunnen binden = glycocalex, bindt water waardoor een
soort smeer ontstaat waardoor de cel beschermd is
- Kern met nucleolus
o Celkern= nucleus
 Poriën zorgen voor contact met ER
o Nucleolus= cellichaampje
 Transcriptie rRNA en assemblage ribosomale sub units (rRNA+eiwit die
gemaakt zijn in cytoplasma)
o ER (endoplasmatisch reticulom
 Ruw ER: eiwitvertaling, vouwing en transport (maakt bijv. blaasjes
eromheen)
 Smooth ER: Ca-opslag, productie en opslag glycogeen en synthese steroïden
en phopholipide
 Verantwoordelijk voor aanmaak van de kernenveloppe
- Organellen
o Golgi-apparaat
 Soort postkantoor (sorteren en verzenden correctie locatie, evt ook
verpakken)
 Verantwoordelijk voor transport eiwitten
 Soort postcode aan eiwit: signaalpeptide
o Mitochondriën
 Energiehuishouding (belangrijkste functie)
 Eigen DNA (veel oorspronkelijke genen naar de nucleus gegaan)
 Veel membraan oppervlakte => veel ionenpompen dus veel
membraangradiënt => veel ATP
o Lysosomen
 Afvalverwerking van de cel
 Membraan dus afgeschermd van cytosol
 Belangrijk voor goede afbraak
 Veel verschillende eiwitten en enzymen voor de afbraak
 Ionenpomp aanwezig (pH wordt lager)
o Cytoskelet
 Structuur en stevigheid
 Microtubili: kleine buisjes door de cel voor transport
 Actine microfilamenten: belangrijk voor beweging van de cel
o Transport binnen cel
 Door kernporiën
 Over een membraan
 Met afgesnoerde blaasjes

Membraan dynamiek

- Heel druk: veel transport
- Exocytose: producten uitscheiden buiten de cel
- Endocytose: producten opnemen in de cel

Histologie: weefselleer

, Anna de Ronde


4 basistypen weefesel

- Epitheel (contact extern milieu)
- Bindweefsel (structuur)
- Zenuwweefsel ( voor elektrische geleiding)
- Spierweefsel
- Verschillende celtypen ontstaan uit hetzelfde DNA, is afhankelijk van transcriptieprofiel van
de cel = welke genen wel of niet afgeschreven worden

HC.8 Van DNA naar RNA naar eiwit
4 september

DNA (het genoom)

- Dubbele helix met brede en smalle groeven (door AT en CG)
- Dubbele strengen lopen antiparallel
- Genen coderen voor eiwitten ( via RNA)
- Centraal dogma: DNA>transcriptie>RNA> translatie> eiwit
- In alle cellen van ons lichaam het zelfde dus makkelijk te analyseren
o Proteoom: aanwezige eiwit op dat moment in de cel
o Transcriptoom: aanwezige RNA in de cel op dat moment
 Beide moeilijk te analyseren omdat het afhankelijk is van de expressie

Genetische code

- Triplet code
- Streng DNA lees je van 5’=> 3’ (dus van N naar C)
- Leesraam 3 verschillende mogelijkheden (attacg: att acg, a tta cg, at ttc g)

Translatie

- In ribosomen
o Kleine subunit en grote subunit
o Kleine unit= 40S, grote 60S
 S is de sedimentatiesnelheid in de ultracentrifuge
- mRNA +tRNA (anticodon + aminozuur)
- kleine unit: ribosoom hecht aan mRNA
o A-site: tRNA met aminozuur hecht aan mRNA
o P-site: aminozuur wordt in de keten gebouwd
o E-site: tRNA en aminozuur verbreken de verbinding en een ketting van aminozuren
ontstaat
- Grote unit: bevat veel rRNA voor structuur en katalysatie binding aminozuren
- Juiste leesraam kiezen
o Kleine subunit bindt aan 5’-kant en scant tot het startcodon AUG (die bepaalt dus het
juiste leesraam)
 Leesraam= ORF open reading frame, UTR = untranslated region. 5’-UTR
wordt nog afgelezen, 3’-UTR: na stopcodon niet getransleerd
o Vervolgens komt de grote subunit erbij (subunits kunnen dus los van elkaar)

Lineaire peptideketen >> functioneel eiwit

- Door vouwing eiwit (spontaan en door bindingen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller derondeanna. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (0)
  Add to cart