100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Stoornissen van het interieur milieu $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Stoornissen van het interieur milieu

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle nuttige info van de colleges, VO's en ZO's

Preview 4 out of 49  pages

  • September 4, 2022
  • 49
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
BA1B1 Stoornissen in het milieu interieur

WEEK 1
HC.1 Inleiding thema
18 november

Casus: man met pijn (al 6 uur lang) op de borst komt op SEH, je denkt myocardinfarct

 Ondersteunende testen
o ECG
 ST-elevatie wijst op myocardinfarct
 Lage diepe Q-piek wijst op doorgemaakt infarct
o Markers: bloedonderzoek naar Troponine

Hart

 Links: hogedruk systeem
 Rechts: lagedruk systeem

Stenose: vernauwing

Insufficiëntie: lekkage

HC.2 Microscopische anatomie: hart en bloedvaten
18 november

Bloedvatwand

 Tunica intima
o Endotheelcellen
o Subendotheliale laag
 Gladde spiercellen en vezels
o Lamina elastica interna
 Tunica media
o Gladde spiercellen
 Circulair gerangschikt
o Elastische vezels
o Geen fibroblasten!
 Tunica externa/adventitia
o Bindweefsel
o Glad spierweefsel: longitudinaal gerangschikt
o Vasa vasorum

Vaattypen

 Elastische arterie
o Veel elastine vezels om druk op te vangen
o Aorta
 Musculeuze arterie
 Arteriole
o Tunica media slechts 2 spierlagen dik
 Capillairen

, o Wand is een sooort halve tunica intima
o Endotheel met basaalmembraan, 1 pericyt (gladde spiercel)
o Genefesteerd: voor filtratie (eg. In lever en nieren)
o Sinusoïde: veel gaten
o Impermeabel: haast ondoordringbaar (eg. Bloedhersenbarrière)
 Venulen
 Medium sized vene
o kleppen
 Venen
o Relatief groot lymen ten opzichte van vaatwanddikte
o Kleppen
 Lymfevaten
o Dunne wand: haast niet te onderscheiden van venen

Pathologie

 Atherosclerose
o In tunica intima ateroomvorming (accumulatie van vet) met fibreuze kap (gladde
spiercellen die hierheen migreren, geen fibroblasten!)
o Ruptuur van plaque => bloedstolselvorming (occulose)
o In coronair => ischemie => hartinfarct
o Afhankelijk van: genetisch, leeftijd, geslacht, roken, diabetes mellitus, hypertensie en
hyperlipidaemie
 Aneurysma
o = gedilateerd vat, wat kan lijden tot vaatwandruptuur
o Ziekte van tunica media
o Risicofactoren: atherosclerose, hypertensie en bindweefselziekten
 Dissectie van de aorta
o Bloed in tunica media
o Via tunica intima naar binnen gekomen
o Kan lijden tot vaatwandruptuur
o Risicofactoren: hypertensie, bindweefselziekten en zwangerschap




HC.3 Iongradiënten en membraanpotentiaal
18 november

Membraanpotentiaal (Vm): Vin – Vuit

Iontransport

 Met transporteiwitten
o Poriën
 Lang open, veel moleculen/ionen tegelijk
 Niet selectief
 Met gradiënt mee
o Kanalen

,  Staan open of dicht, veel tegelijk erdoorheen
 Selectief
 Met gradiënt mee
o Carriers
 Selectief
 Verandert van vorm bij transport
 Met gradiënt mee
o Pompen
 Selectief
 Carriers tegen de gradiënt in
 Antiport: uitwisselen van ionen/moleculen (iets naar binnen en iets naar buiten)
 Symport: beide van zelfde kant erin
 Passief: met gradiënt mee
 Actief: tegen gradiënt in
o Primair: met ATP-ases
o Secundair: met uitwisseling met een andere gradiënt mee (eg. Natrium-glucose
pomp)

Rustmembraanpotentiaal

 Wordt beïnvloed dor evenwichtspotentialen
o Wordt bepaald door permeabiliteit Pk>Pcl>>Pna>Pca
o K heeft grootste bijdrage aan membraanpotentiaal
o Na en Ca liggen ver uit evenwicht => willen graag de cel in

Potentiële energie

 Ontstaat door gradiënt (door groot verschil)
 Hier maken cellen gebruik van bij genereren actiepotentialen
 Δµx< 0 => X+ wil graag de cel in
 Δµx > 0 => X+ wil graag de cel uit

Na-K-pomp

 3 Na efflux, 2K influx
o Om gradiënt te behouden
 ATP als energie
 E1: naar binnen toe (grote affiniteit voor Na)
 E2: naar buiten toe (grote affiniteit voor K)
 Fosfaatgroep zorgt voor E1=>E2, defosforylering zorgt voor E2 => E1



HC.4 Ionkanalen en hartpotentialen
18 november

ECG en geleiding hart:

Actiepotentiaal

 Zenuw-/skeletspiercel
o Snelle AP, spike, kleine tijdsorde
 Ventriculaire en atriale hartspiercel

, o Snelle AP, plateau, spike, grote tijdsorde
o Na naar binnen (door snelle activatie en inactivatie)
o K kanalen open
o Ca kanalen open (langzame inactivatie => plateau)
 Pacemakercellen
o Geen spike (=> geen spanningsgevoelige Na-kanalen)
o Lange depolarisatie
o Vm stijgt tussen 2 APs in
 Door If (=funny current = Na stroom)
o SA-knoop
 Autonoom maar beïnvloedbaar door para- en sympaticus
 Parasymp: remt IF, K stroom versterken, Ca kanalen minder gevoelig
maken (met acetylcholine)
 Symp: het tegenovergestelde (met (nor)adrenaline)
o Purkinje cellen: spike en instabiele ding na AP
 Verschillen: duur AP, Vm hoogte/stabiliteit door verschillende soorten ionen

Kanaaleiwitten

 4 keer 6 alfa helixendie om een porie heen gaan zitten
 Ion selectiviteit: grootte ion, gehydrolyseerd, interactie met groepen in het kanaal
 Voltage gevoeligheid
o S4α-helix is positief geladen
o Α-helix gaat naar binnen door Vm<0 => actief gesloten
o Door depolarisatie minder aantrekking => α-helix naar buiten => actief open
o Ion erdoor, plug erin => inactief gesloten
o Repolarisatie => actief gesloten
o Gebeurt heel snel bij Na

K & modulatie Vm rust

 Hyperkalemie: extracellulaire concentratie hoog => spiertetanus, hartritmestoornis en –
stilstand
 Hypokalemie: extracellulaire concentratie laag => spierzwakte en hartstilstand
 Sluiten K-kanalen: meer insuline afgifte in Pancreas β-cel
 Open K-kanalen: in bloedvat => vasodilatatie

HC.5 Rechtvaardigheid
19 november

Rechtvaardigheid: een verdelingsvraagstuk met regels over hoe je om moet gaan met schaarste

 Micro: afspraken met huisarts of specialist
 Meso: ziekenhuis verdeling van middelen over verschillende domeinen
 Macro: budget gezondheidszorg, dit uit zich in afspraken in het basispakket

Utilisme: handel om zo groot mogelijke gezondheids-/welzijnswinst te genereren voor een zo groot
mogelijke groep mensen

 Niet altijd goed, het is in strijd met autonomie en niet-schaden (bijv. Bij orgaandonatie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller derondeanna. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (0)
  Add to cart