Ba1C2 Stoornissen in voeding,
metabolisme & hormonale
regulatie
WEEK 6
HC.1 Inleiding energiebalans en basaalmetabolisme
13 april ‘20
Energiebalans: energie inname – energie verbruik = verandering in energie opslag (in vorm van vet)
Energie inname
- Koolhydraten/eiwitten/vet/alcohol
- Koolhydraat en eiwit: 4 kcal/g
- Vet: 9 kcal/g
- Alcohol: 7 kcal/g
- Vroeger met calorimeter echt gemeten, nu doen we dat niet meer (allemaal bekend)
- Alle calorieën zijn gelijk (1 vet kcal = 1 kcal koolhydraat etc)
Energieverbruik
- Meten
o Met directe calorimeter met warmte afgifte meten
o Indirecte calorimeter: meten O2 verbruik (gem 5 kcal /L O2)
Niet afhankelijk van voedselbron
CO2 meten
o Double labelled water method (gouden standard) (isotopen van H en O)
Geeft energieverbuik over meerdere dagen
Verschil tussen H in urine en CO2 in lucht laat het energieverbruik zien
- Groot deel energie in basaal metabolisme
- Ander deel: adaptieve thermogenese
o Aanpassing aan verandering externe omgeving
o Cold-induced: als het koud wordt kerntemperatuur in stand houden
o Diet-induced: noodzakelijk energieverbruik gekoppeld aan de maaltijd
Eiwit kost veel energie om te verwerken (carbs en vet veel minder)
= specifiek dynamische werking
- Deel fysieke activiteit
o Bewust: sporten/ fysiek werk
o Onbewust: (=neat: non excercise activity thermogenese)
Bepaalt energieverbuik groot deel
Basaalmetabolisme (rustmetbolisme)
- Eiwit en RNA synthese, iontransport, lichaamstemperatuur
- Hartfunctie, ademhaling, bloedcirculatie, zenuwimpulsen voortgeleiden, hersenfunctie,
nierprocessen, groei en weefselgeneratie
, - Ong 1500 kcal per dag
- Verhoogt bij koorts, infectie, ziekte, onderzoeding, ernstige verwondingen etc
- Afh. van vetvrije massa (hoe meer hoe hoger t basaalmetabolisme)
o Water/mineralen en eiwitten (enzymen overal) = spiermassa is hier een maat voor
Afvallen
- Ongeveer 7500 kcal = 1 kg
o Slechts een theorie
- Ook een regelmechanisme dat hierin meespeelt
o Oa. regulatie basaalmetabolisme (afvallen volhouden door spiermassa te vergroten
bijv)
HC.2 Concepten lichaamssamenstelling
13 april ‘20
Lichaams samenstelling
- Belangrijk om te weten voor de gezondheid
- 5 levels
o Atomen
50 verschillende atomen
98%: zuurstof, waterstof, koolstof, stikstof en calcium
o Moleculen
Simple: water
Complex: DNA
Meer dan 100.000 verschillende soorten, verschil in grootte en complexiteit
o Cellen
Vetcellen / body cell mass / extracellulaire matrix, lichaamsvloeistoffen
10^14 cellen
o Weefsels
Zenuwweefsel / spieren/ vet/ bot / bloed
o Volledige lichaam
Beoordelen met BMI (kg/ (lengte*lente))
18.5-25 = gezond
Voor mensen met Caucasische afkomst
Wordt dus niet alleen door vet beïnvloed (ook
botten/spieren/plasma) => niet voor gespierde mensen/ topsporters
Referentie waarden voor mannen en vrouwen gelijk => raar want
vrouwen hebben bij zelfde BMI hoger vetpercentage
Referentie waarden houden geen rekening met leeftijd
Hoeveelheid vet percentage is belangrijkste parameter
2 compartimenten model
Vet massa (niet-essentieel) en lean body mass (water etc en
essentiële vet)
Vet massa (essentieel en niet-essentieel) en vetvrije massa (alle
weefsels/organen/ bindweefsel etc zonder vet)
- Normale lichaamssamenstelling
o Man: bijna 90% lean body mass (45% spieren, 15% bot) rest vet
o Vrouw: 85% lean body massa, rest vet (procentueel meer essentiële vetten)
, - Meten
o Huidplooien: dikte huidplooien (veronderstelling dat vet regelmatig verdeeld is)
Met caliper meten
Nadeel: operator afhankelijk en geen info visceraal vet
o Lichaamsomtrek: heup/taille ratio
Buik: grootste omtrek, 10 cm onder ribbenboog
Heup: hoogte spina
Goede voorspeller gezondheidsrisico: meer kans op hoge BD, DM, hart- en
vaatziekten en overlijden
Verschil mannen/vrouwen: verschillende samenstelling vet cellen
Bij mannen/ buik: androïde cellen: insuline resistent maar meer
release op lipolytische stimuli
Bij vrouwen/heupen: gynïod vet: minder release op lipolytische
stimuli
Moeilijk te zien of het toename visceraal of subcutaan vet is
o Bio-elektrische impedantie
Goedkoop en snel (op de poli gebruikt)
Elektroden op hand en voet aanbrengen
Geleiding beter door water en elektrolyten, minder door vet en bot
=> meer weerstand => maat voor veel vetmassa
Niet uitgedroogd zijn => te lage vetpercentage, te veel water =>
overschatting vet percentage
o CT/MRI/DEXA
DEXA: duale mission X-ray absorptiometrie
Direct met vet
Nadeel straling en duur
Meer absorptie door vet
Onderscheid visceraal en subcutaan moeilijk
CT/MRI
Zeer accuraat maar duur
Essentiële vet: nodig voor beschermen organen, insulatie en energiebron
- Beneden bepaald niveau => gevaarlijk voor gezondheid
- Man: 3-5% gewicht, 8-12% totaal gewicht
o Voor vrouwen hoger omdat zij kinderen krijgen, iets met menstruatie cyclus
Niet-essentiële vet: vet in vetcellen voor opslag, in vorm van triglyceriden
- Opslag: meeste subcutaan
o Mannen meer in buikregio
o Vrouwen meer rondom dijen/billen
Vet-vrije massa: neemt af met de ouderdom (minder spierkracht)
HC.3 Verwerking suiker, vet en aminozuren
14 april ‘20
Handhaving bloedsuiker spiegel
- Dit is leidend
, - Normaal 4-6 mM
- Glucose intake bij maaltijd zou bloedsuikerspiegel 20x kunnen verhogen
- Per min verlaat 130/mg glucose de circulatie verlaat => moet aangevuld worden als je niet
eet (eg. ’s Nachts/vasten)
- Stel 150 g koolhydraten is normaal
o Meer dan dit (in een normaal dieet of in 1 keer) => opslag in de vorm van vet
o Minder dan dit => lichaam zelf glucose maken => vet afbraak (wel eiwitten eten!
Anders worden je spieren afgebroken)
- Lever slaat te veel glucose op als glycogeen (door stimulatie door insuline) => bloedsuiker
spiegel gelijk houden
o Insuline: Maat voor wisselwerking glucose en leverglycogeen én wisselwerking
vetweefsel en glucose (insuline zorgt dat vetweefsel vetzuren niet afgeeft)
- Als lever glycogeen op is??
Voedingstoestand
- Storage mode
o Early-refed state: maaltijd na periode van vasten (2-3 dagen)
o Well-fed state: door de dag heen regelmatig eten
o Insuline hoog => storage mode
Glycogenese, lipogenese, triglyceride synthese en netto eiwitsynthese
- Production mode
o Post-absorptive state: na overnacht vasten (4-12 uur)
Leverglycogeen en beetje vetweefsel
o Early fasting state: vasten (12-24 uur)
Glycogen op dus uit melkzuur, glycerol
Maximaal gluconeogenese
o Fasting state: langdurig vasten (>36 uur)
Veel vetzuren uit vetweefsel => lever gaat ketonlichamen hieruit maken
Ketonlichamen vormen alternatief voor glucose voor hersenen en
onderdrukken het hongergevoel
o Laag insuline met hulp van glucagon, adrenaline, cortisol, groeihormoon en
schilklierhormoon
Glycogenolyse, gluconeogenese, lipolyse (triglyceriden afbraak intracellulair),
ketogenese, netto eiwitafbraak
Intermediair stofwisseling
- Metabole paden bij verwerking carbs, eiwitten en vetten
- Onthoud
o Glucose homeostase is allesoverheersend (zodat hersenen altijd goed kan
functioneren)
o Lichaamsvoorraad glycogeen in lever is voor 1 dag
o Triglyceriden in vet is voor lange-termijn opslag
o Hersenen kunnen geen vetzuur verbranden
o Eiwit is geen energie opslag, netto afbraak is omdat aminozuren in glucose worden
omgezet
Netto afbraak (=negatieve N-balans) is levensbedreigend
Hormonen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller derondeanna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.