Solutions Manual For Financial Accounting 10th Edition By Robert Libby 9781259964947 ALL Chapters .
All for this textbook (12)
Written for
Tilburg University (UVT)
Bedrijfseconomie
Financial Accounting
All documents for this subject (12)
1
review
By: mprygoda • 1 week ago
Seller
Follow
cashendriks2
Reviews received
Content preview
H1
De 4 basic Financial Statements
1. De balans (balance sheet) hier staan de economische voorraden op. EV, S en A
2. Income statement
3. Statement of Stockholders Equity (Eigen vermogen)
4. Statement van kasstroom (Cashflow)
Deze 4 statements kunnen worden gemaakt op elk tijdstip. Ze kunnen ook gelden voor verschillende
periodes. Ze kunnen nu de Statements uitbrengen van het afgelopen jaar. Per kwartaal zijn het
Quarterly reports en per jaar Annual reports.
De balans → Assets (A) = Schulden (S) + Eigen Vermogen (EV) (Fundamentele
Accounting Vergelijking)
Het doel achter het opstellen van een balans is de financiele positite aangeven. (Aantal assets,
schulden en eigen vermogen). De balans is een momentopname van de financiële situatie van een
bedrijf. Het bedrijf waarvan de financiële data wordt verzameld wordt een accounting entiteit/entity
genoemd. De gebruikte valuta op de balans is de valuta die in het land waar het bedrijf gevestigd is
wordt gebruikt.
De structuur
1. Naam van bedrijf: Sligro
2. Titel van het statement: Balans
3. Specifieke datum van het statement: 31 December, 2020
4. Meet hoeveelheid: Miljoenen euro’s
De Fundamentele accounting vergelijking (basic accounting equation) laat de verhoudingen zien
tussen de bovenstaande onderdelen. Deze basic accounting geeft de financiële positie weer.
Financiële positie: De economische resources die het bedrijf bezit en de financieringen die het
bedrijf op dat moment heeft.
Assets: Bezittingen → Economische resources waarvan het bedrijf eigenaar is. Deze
voorraden worden gebruikt om omzet/revenue mee te maken.
Schulden/Liabilities: Lopende schulden → Een bron van de financieringen voor de
economische resources die een bedrijf heeft. De schulden geven de grootte van de
financieringen door crediteuren aan.
Eigen Vermogen: De opbrengsten en uitgaven → De andere bron van de financieringen voor
de economische resources die een bedrijf heeft.
Eigen vermogen kan worden verdeeld is Common stock (Aandelen) en Retained earnings
(ingehouden winst). Het Additional paid-in capital → Agioreserve.
The Income Statement → Revenues/omzet - Expenses/kosten = Net
Income/winst
Statement van inkomen. Hieronder valt dus het inkomen, de opbrengsten (EV) en de kosten (EV). De
periode die in dit statement wordt besproken wordt de Accounting Periode/Accounting Period
genoemd.
Het bedrijf maakt omzet door goederen/services te verkopen. Omzet is geld dat wordt verwacht voor
goederen/services die aan klanten zijn geleverd. Ook wanneer er niet meteen voor de goederen wordt
betaald is het omzet.
Omzet = Uitgaven + Netto inkomen
,De revenues (EV) worden hier geboekt wanneer de dienst is geleverd, het geld hoeft nog niet binnen
te zijn. Wanneer het geld er nog niet is wordt dit een Debiteur (A). Wanneer de uitgaven (EV) hoger
zijn dan de Opbrengsten (EV) wordt er in deze onderneming verlies gemaakt.
Statement of Stockholders Equity (Eigen Vermogen)
Statement EV → Beginbalans + toenames - afnames = Eindbalans
Dit geeft de verandering van het eigen vermogen over een periode weer.
Statement of Kasstroom → +/- CFO +/- CFI +/- CFF = Verandering in Kas
- CFO: Cash Flows Operating activities (Bedrijfsactiviteiten)
- CFI: Cash Flows Investing activities (Investeringen)
- CFF: Cash Flows Financing Activities (Transacties met crediteuren)
CFO
Dit is de kasstroom direct gerelateerd aan het verdienen van geld. Wanneer werknemers en
leveranciers worden betaald valt dit ook onder de Operating Activities.
CFI
Dit is de kasstroom gelinkt aan de investeringen die een bedrijf maakt. Bijvoorbeeld nieuwe
machines voor gebruik in de fabrieken of een fabriek zelf. De CFI zal hoger zijn wanneer de vraag
naar een bepaald product toeneemt. Ze moeten dan meer produceren en zullen dus betere en grotere
machines nodig hebben om de vraag aan te kunnen. Non current en short-term en long-term.
CFF
Dit is de kasstroom die direct gerelateerd is aan financieringen die een bedrijf aanvraagt of afbetaald.
Hieronder vallen dus investeerders en crediteuren (behalve suppliers). Ook het terugkopen van
aandelen en het uitkeren van dividend valt hier onder.
H2
Bij financiële rapporten wordt aangenomen dat deze helemaal compleet zijn en dat er geen fouten in
zitten.
Op de balans staan erg veel verschillende dingen zoals: Activa, Schulden en Eigen Vermogen.
Activa:
- Vlottende activa: Dit zijn eigendommen die dit jaar geld zullen opleveren.
- Vaste activa: Dit zijn eigendommen van het bedrijf wat in de toekomst geld zal gaan
opleveren
Schulden:
- Vlottende schulden (Vreemd vermogen): Schulden die dit jaar zullen worden betaald.
- Langlopende schulden (Vreemd vermogen): Schulden die in de toekomst zullen worden
betaald. (Hypotheek heeft eigen post).
Eigen vermogen:
- Het kapitaal dat door eigenaren wordt ingebracht. Het ingebrachte geld door eigenaren wordt
ook wel contributed capital genoemd.
- Het kapitaal dat door Business Operations wordt binnengehaald. Dit wordt ook wel earned
capital of retained earnings (ingehouden winstreserve) genoemd. (ingehouden
, winstreserve: Dit wordt niet uitbetaald aan de eigenaar, maar wordt weer in het bedrijf
geïnvesteerd)
Netto winst is gelijk aan de toename van het eigen vermogen in die periode ontstaan door
bedrijfsactiviteiten
Accounting focust zich op gebeurtenissen die van invloed zijn op de financiën van een bedrijf.
Deze gebeurtenissen worden ook wel transacties genoemd.
Er zijn 2 types:
1. Externe gebeurtenissen: Dit zijn uitwisselingen van goederen of services voor een partij door
een andere andere partij die ook worden betaald met goede of services. Ook kan het zijn dat
een bedrijf de schulden van een ander bedrijf afbetaald in ruil voor goederen en/of services.
Bijvoorbeeld: een machine kopen van een leverancier.
2. Interne gebeurtenissen: Dit gebeurd binnen het bedrijf, maar heeft wel een direct effect op
het bedrijf. Dit is bijvoorbeeld het gebruik van het gebouw.
Contracten zie je normaliter niet voorbij komen, maar wanneer het een langdurige lease is of
langdurig contract kan het zijn dat het wel vermeldt staat.
Om alle transacties voor elk financial statement bij te houden worden accounts gebruikt. Om deze
charts of accounts gescheiden te houden hebben ze allemaal een eigen naam en worden ze per
financial statement gescheiden gehouden.
Transacties hebben natuurlijk een invloed op deze financial statements. Veel business beslissingen
nemen een risico met zich mee en daarom moet een manager weten hoe deze transacties de
financial statements beïnvloeden. Het bepalen van het effect van een transactie wordt ook wel de
transaction analysis genoemd.
In de analysis wordt bepaald het effect op de accounting equation ook wel fundamentele
accounting model genoemd. De foundation = A = EV + S
Regels:
- Elke transactie beïnvloed 2 accounts
- Er moet na elke transactie nog steeds een balans op de balans zijn.
- Bezit + = debit
- Schulden + = credit
- EV + = credit
Aandelen:
De nominale waarde van een aandeel wat door de directie wordt gegeven aan het aandeel. Dit heeft
niks te maken met de marktwaarde.
Aandelen die nog niet zijn uitgegeven = aandelen in portefeuille
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cashendriks2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.