Summary
Samenvatting literatuur klinische psychologie
- Course
- Institution
Samenvatting van alle literatuur voor klinische psychologie (2021/2022)
[Show more]
Seller
Follow
Kp2022
Reviews received
Content preview
Klinische psychologie: Theorieën en PsychopathologieHoofdstuk 3: Leertheoretische benaderingen van de
psychopathologie
Wet van effect van Thorndike: Gedrag dat tot een aangename uitkomst leidt, zal in frequentie
toenemen, terwijl gedrag dat tot een onaangename uitkomst leidt in frequentie zal afnemen. =
instrumentele conditionering. Alleen als de handeling wordt uitgevoerd, leidt het tot de aangename
uitkomst.
Bij klassieke conditionering (Pavlov) is de aangename uitkomst (voedsel) onafhankelijk van de
handeling (gedrag van de hond).werd gezien als stimulus respons (S-R) leren (link tussen de
voorwaardelijke prikkel en de voorwaardelijke respons), tegenwoordig wordt het vaak gezien als
stimulus-stimulus leren (S-S) (voorwaardelijke prikkel en onvoorwaardelijke prikkel).
Leren; gedragsveranderingen van een organisme die het resultaat zijn van regelmatigheden in de
omgeving.
De traditionele verklaring voor conditionering is dat leren plaatsvindt door associatievorming in het
geheugen.
Propositionele theorie: leren vindt plaats middels het opslaan van een hypothese, propositie, in eht
geheugen en de mate van vertrouwen in de hypothese.
Ontogenetische adaptatie: aanpassing aan de omgeving tijdens de levensloop van een organisme.
Appetitieve conditionering: stimuli (VPs) geassocieerd raken met de inname van het product (OP)
en/of de lichamelijke effecten ervan *OR). Daardoor kunnen de VPs craving naar het product gaan
uitlokken.
Instrumenteel gedrag kan onder controle staan van twee verschillende systemen:
1. Doelgericht gedrag: Dit gedrag is gebaseerd op associaties tussen responsen en uitkomsten.
We spreken van respons uitkomst leren (R-O, respons-outcome).
2. Gewoontegedrag: gebaseerd op associaties tussen stimuli en responsen, maar wordt niet
gemedieerd door de uitkomst die het gedrag genereert. We spreken van stimulus-respons
leren (S-R).
Pavlovliaans-instrumentele transfer (PIT): i neen dierstudie is er eerst sprake van zowel klassieke als
instrumentele conditionering. Het dier leert dat een bepaalde VP gevolgd wordt door de aanbieding
van een bepaald type voedsel en daarnaast leert het dier dat dat type voedsel ook kan krijgen door
een bepaald gedrag te vertonen. Daarna wordt de VP gepresenteerd, terwijl ook het gedrag getoond
kan worden (Bv hendel), de frequentie van het gedrag is dan hoger in aanwezigheid van de VP dan in
afwezigheid.
Watson (behaviorisme) toonde aan dat angstreacties kunnen ontstaan via klassieke conditionering
(little albert).
Latentie inhibitie effect: conditionering verloopt trager indien de VP vooraf enkele keren zonder OP
aangeboden is.
Aangeleerde hulpeloosheid: aanleren om passief en hulpeloos te zijn.
Inflatie-effect: ervaringen die mensen na de aversieve conditioneringsgebeurtenis hebben kunnende
mate van angst die blijft bestaan drastisch beïnvloeden.
Verassingshypothese: zolang een belangrijke OP onvoldoende voorspeld is, het leersysteem actief
zal blijven zoeken naar betere voorspellers.
Extinctie: leren van afwezigheid van een belangrijke gebeurtenis. Leidt meestal tot eerder
aangeleerde gedrag verdwijnt. Is verbonden aan veel voorwaarden.
- Partiele bekrachtiging (OP tijdens de initiële leerfase niet elke keer opgevolgd door de VP)
tijdens de acquisitie vertraagt het verloop van uitdoving in het extinctieproces.
- Vermijdingsgedrag verhindert de uitdoving.
, - Snelheid van het uitdoven hangt af van het type gedrag.
Spontaan effect: toont aan dat uitdoving een voorbijgaand fenomeen is en dat de VP-OP associatie
nog in het geheugen aanwezig is. Terugkeer wordt veroorzaakt door een falen in het ophalen van het
extinctiegeheugen buiten de extinctiecontext.
Contraconditionering: VP niet alleen zonder OP wordt aangeboden, maar ook wordt gekoppeld aan
een neiuwe OP met een tegengestelde valentie.
Differential reinforcement of other behaviors (DRO): methode om ongewenst instrumenteel gedrag te
verminderen door andere, meer gewenste gedragingen te bekrachtigen.
Hoofdstuk 4: Cognitieve Benaderingen van Psychopathologie
Een veronderstelling van cognitieve theorieën over psychopathologie is dat psychische stoornissen
voortkomen uit de wijze waarop mensen informatie selecteren en verwerken. De disfunctionele
emoties, gedachten en gedragingen bij psychische stoornissen vloeien voort uit cogntiieve schema’s
die de informatieverwerking sturen.
Ellis legde de nadruk op enkele universele irrationele opvattingen die verantwoordelijk zouden zijn
voor alle soorten van neurotische psychopahtologie. Beck formuleerde een theroire die specifieke
cognitieve karakteristieken van verschillende vormen van psychopathologie veronderstelde.
Stresscoping theorie (Lazarus): bij confrontatie met een potentiele stressfactor maakt een persoon
een eerste inschatting van de mate van bedreiging (primary appraisal) om vervolgens te beoordelen
welke mogelijkheden hem ter beschikking staan om de bedreiging succesvol het hoofd te bieden
(secondary appraisal).
Informatieverwerking: processen die een rol spelen bij de verwerving, opslag en reproductie van
kennis. Drie aspecten zijn waarneming, verwerking en geheugen.
De kennis waarover een persoon beschikt is georganiseerd in schema’s. Zij sturen de
informatieverwerking. Zij bepalen de selectie van informatie, hoe we betekenissen toe aan informatie
toekennen (interpretatie) en hoe we informatie verwerken tot nieuwe betekenissen (transformatie).
Een schema wordt geactiveerd door binnenkomende informatie waarop het schema betrekking heeft.
Eenmaal gevormd, vertonen schema’s een zekere weerstand tegen verandering. 4 cognitieve
mechanismsen in het geval informatie het vooroordeel tegenspreekt:
1. Selectiebias in de waarneming: informatie die niet klopt met het vooroordeel wordt niet
waargenomen, inforamtie die ermee overeenstemt wel.
2. Bias in de interpretatie: de inforamtie die het tegenspreekt, wordt meestal zo geinterpreteerd
dat zij het vooroordeel bevestigt, of wordt opzij geschoven of weggeredeneerd.
3. Vooroordelen roepen verwachtingen op waarnaar de persoon zich gaat gedragen.
4. Vooroordeel lijkt de herinneringen te vertekenen.
Impliciete en expliciete kennis ?
Een groot deel van de informatieverwerking vindt automatisch plaats. Onverwachte, onbekende input
vraagt om gecontrolleerde ifnoramtieverwerking, waarbij de persoon bewust izjn aandacht moet
richten op wat er zich voordoet en zich actief bezigh houdt met de betekenis ervan. Deze vorm kent
een sterke capactieitsbeperking: we kunnen ons op een moment bewust zijn van slechts vijf tot zeven
kenniselementen.
Assimilatie: nieuwe informatie wordt vervormd, zodat ze alsnog in het bestaande schema past.
Accommodatie: schema wordt aangepast zodat eht strookt met de nieuwe informatie.
Volgens Beck bestaat er een samenhang tussen verschillende vormen van psychopahtologie en de
inhoud van cogntiive structuren.
- Depressie: ideeen over eigen waardeloosheid en schuld, over de onrectvaardigheid en
liefdeloosheid van de wereld en andere mensen en over de hopeloosheid van de toekomst.
- Manische: overoptimistische ideeen over de eigenwaarde en voortdurende winst
mogelijkehden.
- Paniekstoornis: lcihamelijke sensaties worden geinterpreteerd als signalen van een
onmiddelijke catastrofe die de persoon zelf zal stressen.
- Sociale angst: negatieve sociale evaluatie door anderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kp2022. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
76462 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now