Dit document is een samenvatting van alle colleges van het vak Bouw&Bewegen in het eerste jaar van de studie geneeskunde op de VU. Bovendien is de samenvatting van de colleges aangevuld met de bijbehorende theorie uit de boeken.
Kraakbeen
Functies
- Steun aan weken delen
- Schokdemping → kraakbeen zit vol met water
- Verbindt de botten
- Vormt een glijvlak voor gewrichten
- Groei van de pijpbeenderen
Kenmerken
- Niet doorbloed → voeding komt vanuit het
omringende weefsel
- Geen lymfevaten of zenuwen, trage stofwisseling
• Het kraakbeenweefsel wordt omsloten door
perichondrium (= een kapsel van dicht bindweefsel
dat bloedvaatjes bevat)
• Kraakbeenweefsel bevat chondroblasten → zitten aan
de buitenkant van het cytoplasma, afgeplat en helder
cytoplasma → migreren naar binnen
• Chondrocyt = een chondroblast die omsloten is →
gecondenseerde kern → liggen in groepjes bij elkaar die
chondronen worden genoemd
Groei van kraakbeenweefsel → twee types
1. Interstitiële groei: mitotische deling van reeds bestaande chondroblasten en
chondrocyten (vooral in de embryo)
➔ Eerst alleen maar mensenchymcellen (stamcellen)
➔ Ontstaan van chondroblasten na mitose en cel differentiatie
➔ Chondroblasten scheiden van elkaar door secretie van extracellulaire matrix
➔ Daaropvolgende deling vindt plaats in groepje zelf
, 2. Appositionele groei: cellen vanuit het perichondrium differentiëren tot chrondroblasten
Typen kraakbeen
- Hyalien kraakbeen: meest voorkomend, collageen type II → groeischijf, wand trachea,
gewrcihtskraakbeen
- Elastisch kraakbeen: collageen type II + elastische vezels → oren, epiglottis
- Vezelig kraakbeen: dicht netwerk van collageen type I → tussenwervelschijven, meniscus,
aanhechting sommige ligamenten
Botweefsel
Bestaat uit:
- Osteoblasten
- Osteocyten
- Osteoclasten → soort reuze macrofaag en bevat meerdere celkernen
- matrix/ vezels
- Kalkzouten → zorgt voor hardheid van het bot
Functies:
- Zorgen voor steun en bescherming
- Overbrengen van spierkracht
- Aanmaak van bloedcellen in het beenmerg
- Reservoir van mineralen → calcium en kalkzouten
Osteoclast
• Gemaakt uit beenmergstamcellen
• Multinuclear
• Groot
• Produceert enzymen die het bot af kunnen breken
• Veel lysosomen
• In staat om botweefsel te resorberen en af te breken
• Ontstaat doordat meerdere cellen met elkaar gaan
fuseren (syncytium)
,Osteoblasten
- Actieve cel
- Maakt collageen en produceert osteoïd (= nog
niet verkalkt botweefsel) → matrix
- Buitenkant bot
- Osteocyt = een omsloten osteoblast →
binnenkant bot
- Osteoblast differentieert in een osteocyt
- Calciumzouten afzetten in het osteoïd
Osteocyten
- Verbonden met elkaar via canaliculi (voor
communicatie en transport) → dit
geheel wordt een osteon/systeem
van Havers genoemd
- Zwarte puntjes rechts op de foto zijn
de osteocyten
- In die opening lopen bloedvaten
(kanalen van Havers)
Bloedvoorziening botweefsel
• Bloedvaten komen het botweefsel in via de kanalen van
Volkman die over gaan in de kanalen van Havers
• Functie: aanvoer van voedingsstoffen en osteoblasten
Verschillende type botweefsel
- Compacte bot → buitenkant
- Spongieuse bot → binnenkant → hier vind de aanmaak van rode bloedcellen en
immuuncellen plaats
, Botweefselvorming
Histogenese: primair bot (jong), niet zo stevig en best
fexibel (gevlochten) + secundair (lammelair), steviger
Twee manieren waarop bot wordt gevormd
- Endesemale botvorming (intermembraneuze
botvorming) → bot wordt gevormd van
bindweefselcellen. Groepjes mensenchymale cellen
differentiëren tot osteoblasten die osteoïd vormen.
Osteoblasten die ingesloten raken differentiëren tot
osteocyten
- Enchondrale botvorming → indirect gevormd
omdat kraakbeenweefsel wordt vervangen door
botweefsel. Botweefsel gevormd uit perichondrium
→ binnenste cellen van perichondrium
differentiëren tot osteoblasten die bot afzetten
tegen kraakbenig diafyse (de epifyse is
het uiteinde van een pijpbeen, tussen
beide epifysen ligt de diafyse. De epifyse
bestaat uit spongieus botweefsel en de
diafyse bestaat uit compacte botweefsel )
Stappen:
1. Ontwikkeling van een foetaal hyalien
kraakbeenmal
2. Kraakbeen verkalkt, vorming van een
botmanchet
3. Primair botvormingscentrum ontstaat in
de diafyse
4. Secundaire botvormingcentra ontstaan in
de epifysen (vanuit bloedvaatjes komen
de osteoprogenitorcellen (voorloper
osteoblast), waardoor er meer
osteoblasten komen)
5. Kraakbeen wordt vervangen door bot, met uitzondering van gewrichtskraakbeen en de
epifysaire schijven
6. Epifysaire schijven verbenen en vormen de epifysaire lijnen
De groeischijf (epifysaire schijf) zorgt voor vermeerdering van kraakbeencellen in de lengte. Er
zijn verschillende zones in deze schijf namelijk:
• Rustzone
• Proliferatiezone
• Zwellingszone
• Verkalkingszone
• Botvormingszone
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emilieeeuwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.36. You're not tied to anything after your purchase.